Op zijn 22ste erfde rugbytopper Gérard Bertrand een wijndomein in de Languedoc in Zuid-Frankrijk. 30 jaar later bezit hij 17 wijnkastelen en 1.000 hectare biodynamische wijngaarden.
Gekleed in een smetteloos wit overhemd dat contrasteert met zijn verwassen jeans verwelkomt Gérard Bertrand zijn gasten op Château L’Hospitalet. Het prachtige landgoed, gelegen op slechts enkele kilometers van Narbonne en de Middellandse Zee, is maar een van de vele eigendommen die Bertrand vandaag bezit. De omgeving is adembenemend: een zestiende-eeuws hospitium, omringd door honderden hectare wijngaarden en elegante cipressen. In de verte sluiten de blauwe lucht en de blauwe zee het landschap af, tussen de glooiende heuvels. Château L’Hospitalet is niet alleen een wijndomein, maar omvat ook 48 luxekamers, een gastronomisch restaurant, een proeflokaal, een kunstgalerie en een ruime binnenplaats waar elk jaar een van de populairste jazzfestivals van Frankrijk plaatsvindt.
Met de glimlach vertelt Bertrand over hoe het allemaal begon. Hij beleefde een prachtige kindertijd en als jongeman was hij een niet onverdienstelijke rugbyspeler. Hij speelde voor Racing Club uit Narbonne en later voor Stade Français in Parijs, de ploeg waarvan hij zelfs de aanvoerder was. Maar door blessureleed moest hij zijn sportcarrière opgeven en keerde hij terug naar zijn geboortestreek, waar hij in dertig jaar tijd de wijnen van de Languedoc heeft weten te transformeren tot een referentiepunt van kwaliteit.
Maar eerst was er een tragedie. Zijn vader, met wie hij graag wijn maakte op het familiedomein Château de Villemajou, kwam om bij een auto-ongeval toen Gérard 22 jaar was. ‘Na die schok voelde ik de drang om mijn leven in eigen handen te nemen’, legt hij uit. ‘Mijn vader had me de liefde voor het wijnmakersvak en het belang van hard werken bijgebracht. Hij leerde me trots te zijn op deze regio. Na zijn overlijden was ik elke dag in de wijngaard te vinden. Tien uur per dag was ik bezig met snoeien en planten, waarna ik ging trainen met mijn vrienden. Op zaterdag probeerde ik de wijn te verkopen, wat destijds niet gemakkelijk was. En op zondag waren er de tackles tijdens de wedstrijd én de derde helft. Ik genoot ervan.’
Tanden kwijt
Bertrand herinnert zich nog goed hoe moeilijk het was om van de wijnbouw in de Languedoc te kunnen leven. In het jaar dat zijn vader stierf, verkochten de meeste wijnboeren in de regio hun wijn tegen spotprijzen. Bertrand moest zijn flessen van de hand doen voor 3,50 Franse franc, ongeveer dezelfde prijs als bulkwijn van een coöperatie. ‘Een schande’, vindt hij nog altijd.
‘Mijn geluk was dat ik de rugbysport nooit heb opgegeven’, zegt hij. ‘Ja, ik heb veel tanden verloren, maar deze sport heeft me ook geleerd veerkrachtig te zijn en heeft me waardevolle contacten opgeleverd. Hij noemt onder meer Max Guazzini, de voormalige voorzitter van Stade Français in Parijs en voormalig CEO van de radiogroep NRJ (NRJ, Chérie FM, Nostalgie, Rire et Chansons). ‘Die marketingexpert heeft me geleerd hoe je een merk moet opbouwen. Max vertelde me dat ik me niet mocht beperken tot één domein. Ik had een breed assortiment wijnen nodig. Dus heb ik een merk rondom mijn naam gecreëerd, verschillende chateaus gekocht en mijn wijnbouwmethoden aangepast. Met dit klimaat, de terroirs en de diversiteit aan druivensoorten vond ik dat het mogelijk moest zijn.’
Rugbygastronomen
Bertrand besloot op twee paarden te wedden: hij verkocht alledaagse wijntjes tegen spotprijzen en bracht tegelijk grote wijnen onder zijn eigen naam op de markt, tegen gepeperde prijzen. Voor de eerste categorie sloot hij contracten met de supermarkten, waarbij zijn rugbyverleden van pas kwam. Hij nam deel aan ‘Les Gastronomes du Rugby’, een campagne waarbij voormalige Franse rugbyhelden streekproducten promootten. Bertrand zette zich in voor de wijnen van de Languedoc en wist al snel 50.000 flessen in de supermarkten te verkopen, zowel zijn eigen wijnen als die van andere wijnmakers-rugbyspelers.
Om zijn eigen merk te ontwikkelen, kocht Bertrand in diezelfde periode zijn eerste kasteel, Laville Bertrou, en vervolgens in 1998 Domaine de Cigalus, waar hij met zijn vrouw ging wonen. In de daaropvolgende twintig jaar volgden nog vijftien andere aankopen. ‘Het was financieel risicovol’, erkent hij, ‘maar ik had vertrouwen in de terroirs die ik ontdekte. Ze hadden alleen goed beheer nodig. De rest was communicatie.’
Hij kreeg daarbij steun van oenoloog Marc Dubernet, een pionier op het gebied van biodynamische wijnbouw. Dankzij hem kwam Bertrand in de vroege jaren 2000 in contact met wijnmakers die fervente voorstanders waren van de biodynamie, zoals Jean-Claude Berrouet, lange tijd verantwoordelijk voor het gerenommeerde Château Petrus, en Aubert de Villaine van het al even roemrijke La Romanée-Conti in Bourgogne.
‘Het ontdekken van biodynamie was een openbaring voor mij’, vertelt Bertrand. ‘Ik was meteen overtuigd dat deze benadering van wijnbouw toekomst had. Ik begon ermee op Cigalus, waar mijn gezin en ik woonden. Ik wilde dat mijn vrouw en kinderen in een gezonde omgeving woonden. Ik begon met vijf hectare. We zagen al snel de voordelen voor het ecosysteem en de kwaliteit van de druiven. Dus wilde ik deze benadering voor al mijn domeinen.’
‘Geen moment spijt’
En dat zijn er nogal wat. Bertrand bezit momenteel duizend hectare wijngaarden, stuk voor stuk op opmerkelijke terroirs in Zuid-Frankrijk, van het noordwesten van Montpellier op de Terrasses du Larzac tot aan de regio Limoux en de kust. ‘Die biodynamische aanpak is een enorm zware inspanning geweest, maar ik heb er geen moment spijt van gehad’, zegt hij. ‘Toen ik vorig jaar in september door onze wijngaarden liep, was ik onder de indruk van hun weerstand tegen de hittepieken.’
Bertrand wil nog verder gaan. ‘In wijnen zonder sulfieten heb ik al interesse sinds 2009, het jaar waarin ik de wijnen van Marcel Lapierre in Beaujolais en Henry Marionnet in Touraine ontdekte’, zegt hij. ‘Tegenwoordig gebruiken we zeer lage doses zwavel op onze duizend hectare biodynamische wijngaarden. De bedoeling is om de delicate techniek van de vinificatie zodanig te beheersen, dat we mogelijk in de toekomst zelfs zonder sulfieten kunnen werken.’
Beste wijnmaker ter wereld
In 2017 verkocht de wijnmaker voor het eerst meer wijnen in het buitenland dan in Frankrijk, vooral in de VS, waar zijn verhaal, doorzettingsvermogen én wijnen in de smaak vallen. Het magazine The Wine Spectator plaatste hem enkele maanden geleden op de cover. En door het Britse tijdschrift The Drinks Business werd hij vorig jaar uitgeroepen tot Beste Wijnmaker ter Wereld.
Ook de volgende jaren ziet de toekomst er rooskleurig uit. De omzet van Bertrands wijnimperium blijft groeien: van 152 miljoen euro in 2022 naar 172 miljoen euro vorig jaar. En zijn wijnen zijn intussen verkrijgbaar in 180 landen, vanaf zo’n vijf of zes euro voor de basisrosés tot 190 euro voor zijn nieuwste juweeltje, de Clos d’Ora. Dat is een stukje wijngaard in Minervois-La Livinière, een premier cru uit de Languedoc, waar ze nog traditioneel met muilezels en paarden werken. Want net zoals in het rugby, waar elke wedstrijd een nieuwe challenge is, weet Bertrand dat de echte overwinning ligt in het blijven geloven, het blijven vechten en het blijven dromen, keer op keer.
Château L’Hospitalet Wine Resort Beach & Spa
| Prijskaartje | Vanaf 500 euro voor een tweepersoonskamer
| Website | chateau-hospitalet.com / nl.gerard-bertrand.com