‘Mais l’Amérique, l’Amérique, je veux l’avoir et je l’aurai’, zong Joe Dassin. Als we het niet kunnen hebben, kunnen we het toch zien, natuurlijker dan ooit.
De beluga is de kanarie van de oceaan, een warmbloedig zoogdier in een ijskoude zee. Om deze witte beauty’s te zien, moet je naar Somerset Island in Arctisch Canada, 73 graden noord.
De Webers, een familie van fanatieke poolontdekkers, openden hier in 2011 een van de meest afgelegen safarikampen in de provincie Nunavut, achthonderd kilometer ten noorden van de noordpoolcirkel. De beluga’s komen elk jaar in juli en augustus samen in de ondiepe Cunningham River, waarvan het water bijna vijftien graden warmer is dan in de Noordelijke IJszee zelf.
Er zijn zestien verwarmde privécabines, voorzien van elektriciteit tot 23 uur ‘s avonds. Ondanks de extreem afgelegen locatie is er een goeie dosis comfort en geniet je na elk avontuur van de hartige, Canadese keuken: tarbot uit Baffin Bay, organische steaks uit Alberta, versgebakken brood met Frans-Canadese kazen. In de Great Room, waar de gasten samenkomen, is er een enorme bib met thematische boeken over de polen. Je vindt er ook lokale artefacten, kaarten en zelfs fossielen van meer dan 42 miljoen jaar oud. De buren buiten zijn ijsberen, muskusossen en poolvossen. In de oceaan zwemmen narwals en aan de hemel aanschouw je het noorderlicht.
Op de agenda? Snorkelen, suppen of kajakken tussen de walvissen, de omgeving verkennen met fatbikes of quads en zelfs vliegvissen op zalmforel (met de helikopter, begin juli).
| Vliegen op Calgary of Vancouver in Canada, dan op Yellowknife, daarna drie uur vliegen met een privécharter naar het kamp.
| Een 9-daagse safari vanaf 15.000 euro per persoon, chartervluchten incluis.