Duizenden eilanden, miljoenen krabben en één oplichtende grot. Verwondering alom in Oceanië.
In 1887 voeren de Engelse natuuronderzoeker Fred Mace en de Maori-ontdekkingsreiziger Tane Tinorau door de grotten van Waitomo, zo’n tweeënhalf uur ten zuiden van Auckland. Met hun zelfgebouwde vlot met daarop enkele kaarsen als verlichting, kwamen ze in de Glowworm Cave, waar het plafond volledig bedekt was met de lichtjes van duizenden gloeiwormen. De reflectie daarvan op het water creëerde een magisch lichtspel.
Dat doet het nog steeds, 137 jaar later, een fractie van de dertig miljoen jaar dat dit natuurfenomeen bestaat. De gloeiwormen trekken via het lichtschijnsel prooien aan, zoals muggen.
Je kunt de grot nog steeds bezoeken, een gedeelte te voet, een gedeelte met de boot.
The Cathedral is de grootste grot, weliswaar zonder glimwormen, maar eveneens indrukwekkend. Vooral als er ondergrondse concerten zijn. Na de ontdekking in 1887 openden Tinorau en zijn vrouw de grotten voor toeristen, waar ze tegen een kleine vergoeding een rondleiding gaven. Tegenwoordig zijn vele van de gidsen nakomelingen van Tinorau, wat het verhaal nog meer kracht bijzet.