Een continent van mogelijkheden, maar ook van contrasten. Azië combineert op briljante wijze eeuwenoude tradities, moderniteit en mysterie.
Kirgizië is bekend om zijn uitgestrekte berggebieden op de grens met China in het zuiden en Kazachstan in het noorden. Het land heeft een unieke nomadencultuur, waar joerten en paarden deel van uitmaken. Het is een paradijs voor wandelaars en ruiters en heeft een rijke traditie op het vlak van jagen met grote roofvogels, vooral adelaars.
De Kirgizische jagers voeden de roofvogels traditioneel op met liefde en respect. Vanaf het moment dat ze uit het ei komen, zijn de vogels gewend aan hun meester, met wie ze een hechte band hebben. De vogels worden van jongs af getraind om te vliegen en hun prooi te bespringen. In het verleden hielpen sommige van de best getrainde vogels bij de jacht op grotere zoogdieren dan konijnen, zoals kleine herten. De snelle jagers werden losgelaten in de heuvels en doken op hun prooi, die ze in hun klauwen vingen en naar hun meester brachten.
Om de traditie in stand te houden, worden er tegenwoordig wedstrijden, festivals en demonstraties gehouden op het platteland. Uiteraard heeft het toerisme hier gretig op ingespeeld. De beste plaatsen om die demonstraties mee te pikken, liggen aan de oevers van het Issyk Kul-meer, bij Bokonbayevo.