‘Mais l’Amérique, l’Amérique, je veux l’avoir et je l’aurai’, zong Joe Dassin. Als we het niet kunnen hebben, kunnen we het toch zien, natuurlijker dan ooit.
Discovery Channel zette The Great Blue Hole ooit op nummer 1 in ‘The 10 Most Amazing Places on Earth’. Zowel recreatieve reizigers als wetenschappers staan verstomd na een bezoek aan wat een van de spectaculairste duikspots ter wereld is: een perfect rond zinkgat in het Lighthouse Reef, met een diameter van 320 meter en een diepte van 124 meter, op zowat zeventig kilometer voor de kust van Belize. De Franse ontdekkingsreiziger Jacques Cousteau maakte de plek wereldberoemd toen hij in 1971 onderzoek deed naar de diepte ervan en verslag uitbracht in ‘The Undersea World of Jacques Cousteau’.
Als duikplek wordt The Great Blue Hole vooral geprezen voor de gigantische stalagmieten en stalactieten en wanden vol koraal, maar ze herbergt ook tropische vissen, zeeschildpadden, roggen en meerdere haaiensoorten. De onderwatergrot is alleen geschikt voor ervaren duikers, die tot zowat 45 meter in de diepte gaan. Maar ook vanuit een klein vliegtuigje is deze plek onnoemlijk mooi. Met haar kristalhelder, azuurblauw water aan de rand en het donkerblauw in het midden, lijkt ze een gigantisch oog.