Morgen, zondag 23 oktober, sluit ik, na vijf maanden van up en downs, de deuren van mijn Siciliaans restaurant. Er was de magie van het koken op deze prachtplaats, op vijf passen van de Middellandse Zee. De rode gloed van de ondergaande zon die avond na avond neerdwarrelde over de houtvuren en de zomergasten, begeleid door het aanhoudende gefluister van de golven. Er waren de producten van spectaculaire kwaliteit. De mooiste gambero rosso’s, inktvissen en sepia’s die ik ooit heb gezien.
Maar die eerste restaurantzomer tussen Palermo en Milazzo was er ook een van beproevingen. De laatste dagen zaten we op ons tandvlees. Het was enorm intens. Met een klein team deze plek in zo’n korte tijdspanne op de kaart proberen te zetten was lastig, zowel fysiek als mentaal. Ik durf gerust te zeggen dat we onszelf tot het uiterste hebben gedreven. Want in Sicilië verloopt eigenlijk nooit iets volgens plan. Als Belg denk je: ‘Zoiets moet toch makkelijk opgelost raken?’ Toch lukt dat hier nauwelijks. In het begin vind je dat frustrerend, daarna wordt het lachwekkend, vervolgens neem je er vrede mee, en uiteindelijk leidt het opnieuw tot frustratie. Dat gaat de hele tijd in golven.
Ik kan mij intussen al verstaanbaar maken. Al staat er nog altijd meer haar op mijn Italiaans dan op mijn hoofd – terwijl ik toch al vijf maanden niet naar de kapper ben geweest. Maar zodra je moeite doet, is er appreciatie. Een opstapje tot persoonlijk contact, dat hier van het allergrootste belang is. Zonder krijg je hier niets gedaan of raak je nergens.
Had Franco, de eigenaar van de restaurantgroep waarmee we deze zomer samenwerkten, ons niet meegenomen, dan hadden we de nachtelijke visveiling in de haven van Terrasini, net buiten Palermo, nooit gevonden. Laat staan dat we er waren binnengeraakt. Een meer dan bijzondere ervaring.
Op een lager gelegen kade stonden naast een grote weegschaal een stuk of honderd op elkaar gestapelde kratten, allemaal gevuld met de weelde uit de zee. Wat verderop een vreemd allegaartje van karakterkoppen, die zo uit een Pasolini-film leken weggestapt. Sommigen recht uit bed, anderen eindigden hier hun dag. De samenzweerderige stilte werd alleen onderbroken door de veilingmeester, die luidkeels en beangstigend vlug de prijzen afriep.