Tweevoudig vicewereldkampioen motorcross Jago Geerts | ‘Mijn guilty pleasure? Een pak friet’
De zaterdag van Jago Geerts, tweevoudig vicewereldkampioen motorcross: lopen, trainen en fietsen met Netflix.
De zaterdag van Jago Geerts, tweevoudig vicewereldkampioen motorcross: lopen, trainen en fietsen met Netflix.
‘Wedstrijd of niet: op zaterdag ga ik naar het circuit.’ Vijftien jaar na Steve Ramon zou het goed kunnen dat er nog eens een Belg wereldkampioen motorcross wordt. In de MX2-klasse – motoren van 250 cc – rijdt Jago Geerts (21) net als vorig jaar een beresterk seizoen. Toen eindigde de Yamaha-rijder als tweede, net als in 2020. ‘Ik stond bijna het hele seizoen aan de leiding in de WK-stand. Ik volg de Franse WK-leider Tom Vialle op de voet.’
Jago’s vader, Herman Gevers – Jago heeft de naam van zijn moeder – croste ook, en werd later mecanicien voor Marnicq Bervoets. ‘Toen ik werd geboren, was hij al gestopt in het WK-circuit, maar thuis bleef hij verder sleutelen. Ik heb weinig anders gezien. Als vierjarige op een crossmotortje vond ik meteen mijn draai. Het is altijd mijn droom geweest om er mijn beroep van te maken.’ In 2016 werd Geerts Europees kampioen en junior wereldkampioen in de EMX125-klasse. In 2018 werd hij prof. Als hij in september zegeviert, treedt hij in de sporen van legendarische namen als Stefan Everts en Joël Smets.
7 AM - ‘Elke dag sta ik vroeg op. Als er een wedstrijd is, vertrekken we op donderdagnamiddag en zijn we op vrijdagmiddag op het circuit. Dan eten we als ritueel altijd pannenkoeken in de camper. En op zaterdag ontbijt ik meteen na het opstaan. Vandaag is er geen wedstrijd. Dan ga ik eerst dertig minuten lopen in het bos, vlak bij ons huis in Balen: een licht intensieve conditietraining en een opwarming, om de spieren los te maken voor wat straks volgt.’
8 AM - ‘Nu pas ontbijt ik. Meestal havermout, vers fruit en notenpasta. Daarna maak ik mijn tas klaar en zetten we de motor op de trailer.’
9.30 AM - ‘Samen met mijn vader vertrek ik naar het circuit van MSC Kleinhau, in Duitsland: een uur en driekwart rijden. Ook in Frankrijk ga ik vaak trainen. In België zijn er nog maar weinig trainingscircuits. Zonde, want we hebben nog meer talenten in huis, zoals Liam Everts en Lucas en Sacha Coenen.’
11.30 AM - ‘Op wedstrijdweekends zit de vrije training er inmiddels op. Nu eet ik pasta of een boterham met spek en eieren voordat ik aan mijn oefensessie begin. Mijn Italiaanse trainingsmecanicien Edouardo Bertinazzi en coach Steve Ramon zijn er ook.’
1 PM - ‘Ik rijd samen met anderen, maar de training is individueel. Beginnen doe ik met twintig minuten opwarming. Na een eerste pauze volgt de intervaltraining op de motor: één snelle ronde, dan een rustige, dan twee snelle, weer een rustige, drie snelle, een rustige, en dan alles in omgekeerde volgorde. Vervolgens is er een korte snelle sessie van twintig minuten. Eindigen doen we met dertig minuten plus twee ronden: de volledige GP-afstand.’
4.30 PM - ‘Tijdens wedstrijdweekends ben ik nu bezig met de kwalificaties, vandaag zit de training erop. Ik drink een recoveryshake en vertrek weer richting Balen. Onderweg bespreken we de training. Mijn vader en Steve zagen dat het goed was.’
7 PM - ‘Thuis ga ik opnieuw aan het werk: een halfuur de spieren losfietsen op de hometrainer. Intussen kijk ik Netflix. Ik hou van ‘Formula 1: Drive to Survive’. Het is leuk om eens te zien wat er bij andere sporten achter de schermen gebeurt. Zeker in de F1.’
8 PM - ‘Als er op zondag wedstrijd is, eten we op zaterdagavond in de camper. Mijn vader is er altijd, mijn moeder meestal – ook voor de overzeese wedstrijden. We hangen sterk aan elkaar. Mijn lievelingseten is pizza. En mijn guilty pleasure: een pak friet. Maar tijdens het seizoen eet ik dat zelden. Alcohol drink ik nooit.’
9.30 PM - ‘Steve en ik gaan nog eens naar het circuit, om te kijken of er niets veranderd is.’
10 PM - ‘Eindelijk uitrusten. We kijken nog wat tv, vertellen straffe verhalen – vooral over motorcross, uiteraard – en lachen. Als er geen wedstrijd is, is zondag mijn rustdag. Dan herstel ik van de zware trainingsweek. Ik ga altijd vroeg slapen. Een regelmatig leven is de key.’