We lieten ons gidsen door een olympische-medaillewinnaar op de Rolex Giraglia Cup, een van de meest prestigieuze races op de Middellandse Zee. Verslag van een driedaagse stoomcursus.
‘Hier, neem jij dat mes en snijd de broodjes open.’ Met deze glamoureuze openingszin verwelkomt Sébastien Godefroid mij op de Morpheus in de haven van Saint-Tropez. Godefroid is de zilverenmedaillewinnaar op de Olympische Spelen van 1996 in Atlanta. Hij is een van de coaches die me de volgende drie dagen zullen inwijden in de wereld van het wedstrijdzeilen.
Maar ook zeilers hebben honger en dus moeten er eerst broodjes gesmeerd worden. En niet zomaar enkele: op deze Sydney GTS43, een raceboot van veertien meter lang, zullen we met tien personen de volgende drie dagen deelnemen aan de Rolex Giraglia Cup, een van de belangrijkste regatta’s op de Middellandse Zee.
Godefroid is speciaal naar hier overgevlogen om Morpheus-skipper en eigenaar Steven Verstraete bij te staan. Met zijn Forza Sailing Academy biedt die een plek aan boord tijdens topwedstrijden om mensen die al enige zeilervaring hebben te introduceren in de wereld van het wedstrijdzeilen.
Zodra onze broodjes gesmeerd zijn en het mes, samen met alles wat overbodig gewicht is en onze snelheid remt, op de kade opgeborgen is – van een flesje muggenmelk tot de jerrycans met reservediesel – gooien we de trossen los en varen we de baai in, waar rond 11 uur het startsignaal gegeven zal worden van onze eerste race.
Rond ons verschijnen bijna tweehonderd kleurrijke zeilboten op het water. Ze variëren in lengte van tien tot veertig meter, en komen aan de merktekens op hun zeilen te zien uit alle hoeken van de wereld: van Brazilië over Nieuw-Zeeland tot Polen. Maar het gros van de deelnemers zijn Fransen en Italianen.
Tweede Wereldoorlog
Dat heeft veel te maken met de ontstaansgeschiedenis van deze race. Het evenement, dat dit jaar zijn zeventigste editie vierde, is ontstaan uit de wens om na de Tweede Wereldoorlog vrede en samenwerking tussen Frankrijk en Italië te bevorderen. De race werd bedacht door de voorzitters van de Italiaanse en Franse zeilverenigingen tijdens een lang diner in een Parijse bistro in december 1952.
Als uitdaging stelden ze een race voor die van start gaat in Saint-Tropez, passeert rond het eiland Giraglia voor de noordpunt van Corsica en eindigt in Genua. Bij de eerste editie van de Giraglia Cup in 1953 verschenen 22 boten aan de start. Het aantal deelnemers groeide in de loop der jaren gestaag en bereikte in 2010 een record van 268. De race werd aangevuld met drie dagen kustraces in de Golf van Saint-Tropez. Het is tijdens dit onderdeel dat ik de kneepjes van het vak mag leren.
Roepen en schreeuwen
Ik neem me op de eerste dag voor om vooral niet in de weg te lopen en mijn ogen en oren open te houden. Honderden boten vechten om een zo goed mogelijk plekje aan de start te bemachtigen, die wordt gevormd door een virtuele lijn tussen een boot van de organisatie en een boei die in het water geplaatst wordt, de ‘pin end’ in vaktermen. Thijs, onze voordekker, zoekt een punt aan wal als referentie en houdt zo voortdurend in de gaten hoe ver we ons van de lijn bevinden. Met voor mij ingewikkelde handgebaren geeft hij de stuurman onze exacte positie door.
Rond ons wordt geroepen en geschreeuwd door schippers die hun voorrang opeisen of zeggen dat anderen in de weg liggen. Sébastien Godefroid legt me uit hoe tactisch dit spelletje is. Elke boot probeert vrij baan te krijgen om uit de wind van anderen te kunnen starten, maar tegelijk kun je met de voorrangsregels anderen dwingen plaats te maken en anderen de wind letterlijk uit de zeilen te nemen. Het resultaat is een zenuwachtig gewriemel van peperdure boten die op een handvol meter van elkaar passeren en elkaar dwingen een andere koers te kiezen.
Streng terechtgewezen
Schipper Steven Verstraete heeft me vanmorgen uitgelegd dat ik vandaag vooral zal ‘hiken’. Dat klinkt heroïscher dan het is. Het komt erop neer dat ik samen met alle andere crewleden die op dat moment niet in actie zijn met het veranderen of aansturen van zeilen netjes aan een kant van het schip moet zitten om de perfecte balans te vinden.
Bij harde wind is dat aan de bovenkant van het schip, zodat het niet te veel zou kantelen door de wind in de zeilen, en bij zwakke wind geldt net het omgekeerde. Vandaag is het laatste het geval, en dus heb ik van onderaan het schip rustig de tijd om de bedrijvigheid rond mij gade te slaan.
Net als ik begin te gapen en mij afvraag of zeilen wel een even heroïsche sport is als ik mij had voorgesteld, word ik streng terechtgewezen door de schipper. ‘Liggen jullie te slapen of wat? Je wisselt veel te traag van kant, en je zit veel te recht zodat je te veel wind neemt!’ Bij een zwakke wind als vandaag is de efficiënte van elk manoeuvre van levensbelang voor winst of verlies, en het wisselen van het gewicht aan boord blijkt daar een belangrijk onderdeel van. Intussen probeer ik te ontwaren wat de stuurman, de trimmers van de zeilen en de voordekkers bedoelen als het ze hebben over de J1, de layline en de kiwidrop.
Zenuwslopend spel
Op dag twee zijn de broodjes al gesmeerd als ik aan boord kom. Dat lijkt me een goed voorteken en ik hoop dat ik wat gestegen ben in de pikorde. Maar opnieuw word ik vriendelijk verzocht om te hiken, met als grootste variatie in vergelijking met gisteren het feit dat er nu wel meer wind staat en ik telkens aan de bovenkant van de boot moet gaan zitten, wat toch wel spectaculairder aanvoelt en er wellicht ook stoerder uitziet op de filmbeelden die de overvliegende helikopter schiet.
Ik krijg de juiste timing nu wel onder de knie, en ben blij dat er plots een school dolfijnen voor onze boeg opduikt om de verveling te vermijden. Net als ik aan het bedenken ben hoe ik in godsnaam een artikel kan schrijven over het zitten op de rand van een boot, word ik gesommeerd op het achterdek. Schipper Steven heeft beslist dat het tijd is voor een nieuw hoofdstuk in de cursus regattazeilen, want hij vraagt me om te helpen bij het trimmen van de spinnaker.
Dat is de naam voor het grote en vaak kleurrijke lichte zeil dat aan de boegspriet gemonteerd wordt bij het varen van een ruime koers, waarbij de wind voornamelijk van achterop blaast. Het blijkt een subtiele kunst om de schoot van dat zeil op de juiste manier aan te trekken of te lossen, om kleine veranderingen in de wind of in de koers die de schipper vaart te corrigeren. Dat heet dus trimmen.
Het is een zenuwslopend spel dat opperste concentratie vergt, merk ik al gauw. Zodra je aandacht even afgeleid wordt, bijvoorbeeld omdat je wil zien hoe de andere boten rond je aan het varen zijn, ben je het zeil kwijt, wat tot een strenge reprimande van de schipper leidt, aan wie geen detail in het aansturen van de boot ontsnapt.
Ondanks de opkomende nekpijn begin ik het fantastisch te vinden. Je belandt in een soort opperste vorm van focus met een hoog zengehalte. Als schipper Steven me na een uurtje vraagt of het nog wel lukt, weiger ik, ondanks de toenemende vermoeidheid, mijn plek af te staan. Onder geen beding wil ik mijn nieuwe plek in deze pikorde kwijtspelen.
Beurtensysteem
‘s Avonds tijdens de dagelijkse prijsuitreiking annex feestje in de haven van Saint-Tropez legt hij me uit dat het belangrijk is voor deelnemers aan de academie om de verschillende stappen te doorlopen. ‘Maar heel vaak is er minder dan tien man aan boord, en gebeurt de rotatie tussen de verschillende functies nog sneller.’
Naast de Rolex Giraglia doet de Morpheus nog de andere belangrijke races in de Middellandse Zee aan, zoals de Copa del Rey op Mallorca, of de Middle Sea Race, waarbij je vanuit Malta een rondje rond Sicilië vaart. Races als die laatste duren verscheidene dagen. Je slaapt dan aan boord en draait mee in een beurtensysteem, waarbij je om de drie of vier uur, ook midden in de nacht, in kleine teams alles in de hand moet houden: van trimmen en zeilen wisselen tot manoeuvres uitvoeren en navigeren.
Wie zo’n langere tocht meemaakt, en dat eventueel combineert met extra cursussen bij een zeilschool, maakt kans om uiteindelijk deel te kunnen uitmaken van de vaste bemanning van een wedstrijdboot. Sowieso is ook enige ervaring vereist als je de eerste keer aan boord komt. Wie de basisprincipes van het zeilen niet kent, is niet echt geschikt voor deze ervaring. Maar zodra je goed op weg bent, en bewijst dat je wat uit de voeten kunt, maak je snel kans om opgevist te worden. Veel teams kunnen extra hulp gebruiken, al is het in het begin bijvoorbeeld om de transfers te doen, van de ene wedstrijd naar de andere.
Mysterie van de kiwidrop
Op dag drie van onze Giraglia Race moet ik op het voordek zeilen wisselen, en leer zo dat de J1 een van de acht voorzeilen is die continu gewisseld worden in functie van de wind. Ik draai keihard aan de lieren als we overstag gaan, en vervolmaak me in de belangrijke manoeuvres waarmee je van koers wisselt: het overstag gaan en het gijpen.
Het is een luxe om met olympische-medaillewinnaar Godefroid de strategie en de koers te overlopen. Ik leer waarom we voor een bepaalde startpositie gekozen hebben, hoe we anticiperen op het feit dat de wind vaak meedraait met het land, hoe je andere boten de loef afsteekt als je een boei rondt en hoe je aan de kleur van het water kunt zien waar het meer waait dan elders.
Ook onze resultaten verbeteren: op dag drie zijn we al gestegen van de 26ste naar de vijfde plek in het algemeen klassement van de race. Ik lever me helemaal over aan het trimmen van de spinnaker, krijg geen reprimandes meer omdat ik te traag of te snel aan het hiken sla en heb intussen ook geleerd wat de layline is: de koers die je vaart om zonder verdere manoeuvres zo rechtstreeks mogelijk een boei te ronden.
Over de kiwidrop blijft iedereen aan boord wat mysterieus doen: alsof het een geheim is dat alleen echt ervaren wedstrijdzeilers mogen delen. Maar op het einde van de regatta komt het ervan: het blijkt om een gracieuze manier te gaan waarbij je de spinnaker op het dek laat vallen bij een bepaalde windhoek. Iets wat er heel mooi uitziet, maar ook helemaal fout kan lopen. Ik sta erbij en kijk er vol bewondering naar. ‘De volgende keer kan jij dat ook’, zegt skipper Steven. De uitdaging is genoteerd.
Een cursus van drie dagen heb je bij Forza Sailing vanaf 363 euro. Een pakket van vijf dagen wedstrijd en twee trainingsdagen kost 1.500 euro.