Op de Olympische Spelen in Parijs focust Omega op records, valse starts, tussentijden, topscores en fotofinishes, maar voor het eerst ook op prestaties én wedstrijdverloop.
Nog één lengte had hij te gaan, op weg naar zijn achtste gouden medaille op de Spelen van Peking in 2008. Maar het zag er niet goed uit voor de Amerikaanse topzwemmer Michael Phelps. Pas als zevende begon hij aan de laatste vijftig meter van het koningsnummer: de honderd meter vlinderslag. De Servische topfavoriet Milorad Čavić zwom de hele wedstrijd op kop. Maar in de race van zijn leven maakte Phelps een epische remonte. Slag na slag kwam hij dichter bij Čavić. De twee topatleten tikten nagenoeg gelijktijdig aan. Met het blote oog was het volstrekt onzichtbaar wie het haalde in de spannendste zwemfinish ooit. Exact 50,58 seconden was de winnende tijd: Michael Phelps bleek één honderdste sneller dan zijn rivaal. Amper 4,7 millimeter scheelde het. Čavić’ coach vocht de resultaten nog aan, maar de data van Omega – de officiële timekeeper – waren onverbiddelijk. Bij de meest heroïsche titanenstrijd ooit had niet de emotie, maar de meetkunde het laatste woord.
In 2016, op zijn laatste Spelen ooit, gaf Phelps zijn indrukwekkende palmares nog een zilveren randje. Tijdens de honderd meter vlinderslag werd hij tweede, samen met twee andere zwemmers. Hij, Chad le Clos en László Cseh tikten af in precies dezelfde tijd: 51,14 seconden. Goed voor drie keer zilver. ‘Een onvoorstelbaar moment, toen we daar met drie op het podium stonden’, zei Le Clos achteraf. ‘We vierden het alsof het een wereldrecord was.’
Testwedstrijden
Ook al dateren die sportfragmenten uit 2008 en 2016: als je ze herbekijkt op YouTube, zit je nog altijd gegarandeerd op het puntje van je stoel. ‘Sport is emotie, maar wij benaderen dat het liefst zo rationeel en neutraal mogelijk. Iets typisch Zwitsers, zeker?’, lacht Alain Zobrist. Hij is de CEO van Swiss Timing, het Omega-departement dat verantwoordelijk is voor ‘timekeeping’. We ontmoeten hem in het hoofdkwartier in het Zwitserse Biel, waar opvallend weinig auto’s op de parking staan. ‘Dat zal nog verminderen naarmate de Spelen naderen’, zegt hij. ‘Op dit ogenblik zijn we tweehonderd kilometer kabels aan het trekken in alle sportfaciliteiten in Parijs. Een team van 550 mensen is er fulltime mee bezig. Binnenkort organiseren we er ook testwedstrijden, om er zeker van te zijn dat onze apparatuur correct werkt. Als je de tijd precies wil meten, kun je daar niet last minute aan beginnen.’
‘Zelfs als sportliefhebber heb je geen idee welke technologie er zoal komt kijken bij het meten van scores of tijden. Als je het live volgt, lijkt het allemaal een evidentie, maar dat is het dus niet. Zodra je weet wat erachter zit, kijk je met andere ogen naar de sport’, zegt Zobrist. ‘Ik kan niet meer relaxed naar een wedstrijd kijken, omdat ik weet wat mijn team allemaal heeft moeten doen om alles perfect te laten verlopen. We hebben zo’n immense verantwoordelijkheid. Er kan zoveel misgaan.’
Logistieke ramp
Foto’s nemen is verboden in de geheime R&D-afdeling van Swiss Timing, waar Zobrist ons rondleidt. Hier bedenken ingenieurs en productontwikkelaars nieuwe apparaten die zo precies mogelijke metingen doen voor alle mogelijke sportwedstrijden. ‘Een van onze belangrijkste innovaties ooit was de zogenaamde touch pad’, zegt hij. Die technologie lanceerde Omega tijdens de zwemwedstrijden op de Spelen van 1968 in Mexico City. Het apparaat moest ellendige discussies vermijden, zoals in 1960, toen de jury het niet eens raakte over wie de honderd meter vrije slag had gewonnen. Twee atleten eindigden toen extreem close, maar de Australiër John Devitt werd als winnaar uitgeroepen. Die beslissing leidde tot jarenlange discussies en procedures. ‘Sinds de komst van de touch pad is er nog weinig discussie mogelijk, de data liegen niet’, zegt Zobrist. ‘Zwemmen was trouwens de eerste sport waarbij atleten zelf hun tijd stopzetten. Sinds de Spelen van Tokio in 2021 is daar nog een discipline bijgekomen: sportklimmen.’
‘Ook al is Omega de officiële ‘timekeeper’ op zo’n vijfhonderd sportwedstrijden per jaar, toch blijven de Olympische Spelen het belangrijkste sportevenement ter wereld’, vertelt Zobrist. ‘Maar ook het ingewikkeldste. Zie je al die flightcases hier staan? Al dat materiaal komt van andere sportevenementen, maar moet hier eerst uitgebreid worden getest voor het naar Parijs kan doorreizen. De logistiek is extreem complex. Elk van de sporten vergt een andere benadering qua meetinstrumenten. We ontwikkelen die apparaten en de software in house en patenteren de technologie. En onder de vlag ‘Swiss Timing’ verkopen we die ook aan sportclubs, trainers, federaties of wedstrijdorganisatoren.’
Usain Bolt achterna
Het ziet er wat knullig uit, maar om al die specifieke meetinstrumenten te testen, zijn op het hoofdkwartier in Biel verschillende sportfaciliteiten in het klein nagebouwd. In de gang is er bijvoorbeeld een atletiekpiste van zeven meter lang aangelegd. ‘Daarmee kunnen we zowel de finish als de start van een loopwedstrijd simuleren’, aldus Zobrist.
Plots duwt hij een elektronisch startpistool in onze handen. Op het eerste gezicht ziet het er een wit-rood speelgoedgeweertje uit, maar het betekende wel degelijk een doorbraak in de sport. ‘Weet je waarom de klassieke pistolen niet langer gebruikt worden tijdens wedstrijden? Omdat je sinds 9/11 niet langer makkelijk met echte geweren reist. Maar vooral omdat het principe niet eerlijk was. Atleten die het dichtst bij het pistool startten, hoorden het schot een fractie eerder dan de anderen. En dat is niet fair. Sinds de Spelen van Vancouver in 2010 is het signaal elektronisch, het geweer start zelfs automatisch de tijdmeting. In elk startblok zijn een luidspreker én een lamp ingewerkt. Alle atleten horen en zien het startsignaal exact tegelijk, zelfs de dove sporters.’
‘Tot zover de theorie. Nu mag je de Usain Bolt in jou naar bovenhalen. Neem maar plaats in de startblokken’, zegt Zobrist. Instant spijt hebben we van onze klassieke loafers en strak gesneden kostuumbroek. Maar goed, bij Omega is meten belangrijker dan winnen. Dus bundelen we de krachten voor een – naar onze normen – bliksemstart. Gelukkig geen valse, want dat soort fouten detecteren die startblokken óók al sinds de Spelen van 1984 in Los Angeles: wie sneller dan 0,100 seconden na het startsignaal vertrekt, wordt gediskwalificeerd. ‘De sensoren in het startblok meten vierduizend keer per seconde hoe hard je afduwt bij de start. Jij duwde af met 23 kilo. Dat is niet slecht, maar bij Bolt loopt dat op tot 28 kilo’, zegt Zobrist. ‘Heb je trouwens dat rode bolletje naast jou zien voorbijvliegen tijdens je tien meter? Dat is de simulatie van hoe snel Bolt liep op dezelfde afstand. Nog een beetje trainen dus.’
Datarevolutie in Parijs
Omega meet niet alleen de (valse) starts, de tijd of de scores. Met sensoren en cameratracking verzamelt het de jongste jaren ook allerlei data tijdens de wedstrijden zelf. Sinds de Spelen van Peking in 2008 zitten er bijvoorbeeld gps-trackers in de uitrusting van de lopers, zeilers en roeiers. Vanaf Parijs wordt elke sportieve prestatie gemonitord via datapunten op het lichaam van de atleten. High-definition camerabeelden capteren elke beweging. ‘We meten niet meer alleen de tijd, maar ook de prestatie. Zo begrijp je beter waarom de een meer uitblinkt dan de ander’, zegt Zobrist.
‘Van een loper kunnen we niet alleen de tijd, maar bijvoorbeeld ook de reactiesnelheid, het aantal stappen, de snelheid, de versnellingen of de live positie meten. Die ‘live datamining’ levert zeer interessante informatie op. Al die data kunnen wij – vanaf deze Spelen – in real time verwerken tot grafieken en statistieken, met behulp van algoritmes en artificiële intelligentie. En die analyses worden daarna ter beschikking gesteld aan tv-zenders, commentatoren, verslaggevers of juryleden.’ Wanneer verloor een atleet aan snelheid in de finale? Wat maakte dat een sprong niet perfect werd uitgevoerd? Wat was de reactietijd van de tennisser bij een service? Welke verkeerde beweging kostte een turnster haar medaille? Hoever zweefde een polsstokspringer boven de lat? Bleef een sierduiker wel ver genoeg van de springplank? ‘Op al dat soort vragen krijgen we metrisch een antwoord. We meten niet alleen het resultaat, maar ook hoe een wedstrijd verloopt en hoe de atleten zich individueel gedragen’, aldus Zobrist. ‘Vanaf Parijs doen we aan data-storytelling.’
Briefje in de zak
De officiële olympische timekeeper zijn is een eretitel. En Omega heeft die eer nog minstens tot 2032, honderd jaar na zijn debuut. ‘Neen, we moeten ons contract niet elke vier jaar opnieuw onderhandelen’, aldus Raynald Aeschlimann, de CEO van Omega die tijdens de Spelen van vip-ontvangst naar Omega-event holt.
Anno 2024 reist het team van Zobrist met zo’n 350 ton materieel en 550 timekeepers naar Parijs. Ter vergelijking: in 1932 was er maar één timekeeper, met welgeteld dertig stopwatches op zak. ‘Voordien gebruikten officials elk hun eigen chronometer, maar daarvan was de precisie nooit gegarandeerd.’ In de jaren 30 was timekeeping op de Spelen nog experimenteel. Op de Winterspelen van Garmisch-Partenkirchen in 1936 stak de official bij elke skiër die aan zijn afdaling begon een briefje in zijn zak. Daarop schreef hij de starttijd van de vorige afdaler. Aan de meet gaf de skiër dat briefje aan de official beneden. Pas dan kon die berekenen wat de tijd van zijn voorganger ‘precies’ was.
Ook bij wedstrijden met een fotofinish moest je in het begin vaak wachten op het resultaat. Die technologie is – net als de startblokken – voor het eerst gebruikt tijdens de Spelen van 1948 in Londen. Bij een nek-aan-nekrace duurde het twintig minuten tot de analoge foto was ontwikkeld én beoordeeld door de jury. ‘In Parijs maken fotofinishcamera’s tot 40.000 digitale beelden per seconde. De analyse ervan gebeurt in een paar seconden’, zegt de specialist van Omega. ‘Ons team is daar extreem bedreven in.’
Ontdooien met een haardroger
Op bijna elke editie van de Spelen sinds 1932 lanceerde Omega nieuwe meettechnologie. En naarmate de media-aandacht voor het sportevenement groeide – in 1936 was het voor het eerst live op tv – werd het ook voor Omega een publiciteitsstunt van wereldformaat. Op de Winterspelen van 1964 in Innsbruck kon je voor het eerst tijden, tussentijden en scores in real time op je tv-scherm zien. ‘Sindsdien is er nog minder marge voor fouten.’
Toch kwamen die wel eens voor. Op de Spelen van Montréal in 1976 waren de scoreborden bij het turnen uitgerust voor scores tot 9,99. Maar toen de Roemeense Nadia Comăneci een perfecte oefening deed aan de brug met ongelijke leggers, toonde het scorebord 1,00, en niet 10,0. Diezelfde Spelen zou ze trouwens nog zes keer datzelfde maximum behalen. ‘Onze apparatuur moeten we constant updaten en voorbereiden op calamiteiten. Daarom zijn er constant meerdere back-ups. En daarom draaien we altijd onafhankelijk van het elektriciteitsnet, zodat bij een stroompanne de metingen gegarandeerd kunnen worden’, zegt Zobrist.
Op de Winterspelen van Sarajevo in 1984 ging het bijna mis. Op een morgen was het zo koud dat de scoreborden bevroren waren. Dus vond Omega er niks beters op dan haardrogers mee te brengen naar de wedstrijden. Zo konden ze de meetinstrumenten ijsvrij houden, ondanks de Siberische kou.
‘Op de Winterspelen van Pyeongchang (Zuid-Korea) in 2018 werden we het slachtoffer van een cyberaanval. We konden die gelukkig opvangen, omdat we een compleet gesloten netwerk hebben. Wat de motivatie achter die aanval was, hebben we nooit kunnen achterhalen.’
Bellboy
Er is maar één olympisch instrument waar Omega al bijna honderd jaar geen R&D op losliet: de bel, het signaal voor de laatste ronde bij atletiek of baanwielrennen. ‘Zo’n bronzen bel wordt nog volledig analoog gemaakt in een ateliertje hier om de hoek’, zegt Zobrist. ‘Ze is nog niet vervangen door een digitale variant. Die van Parijs hangt hier al klaar. Als je wil, mag je eens bellen?’ Dichter bij olympische glorie zullen we nooit komen.
| Website | swisstiming.com