Van formule 1-bolides over U2 in de Sphere tot de Super Bowl. Wordt Las Vegas ‘s werelds nieuwe entertainmenthoofdstad? Verslag van onze man ter plaatse.
Het eerste wat opvalt, is de selfie-file aan het iconische vintage bord ‘Welcome to Fabulous Las Vegas’. Al moet ik meteen een mythe doorprikken: Las Vegas ligt niet in Las Vegas. Als je je op Las Vegas Boulevard bevindt (bijnaam: The Strip), waar zowat alle blitse hotels en casino’s zijn gevestigd, ben je strikt gezien niet meer in Las Vegas, want de stadsgrens daarvan reikt slechts tot aan Sahara Road. Als je op je smartphone kijkt, toont die soms als locatie ‘Paradise’, het paradijs (alleen voor gokkers die winnen, dus grofweg twee procent van alle gokkers), maar ook de naam van het aangrenzende stadje.
Ik neem een ‘Lucky Cab’ naar Downtown. Hier verwijzen zowat álle namen naar geluk, bijgeloof of grof geld, zoals de makelaars van ‘Wishing Well Realty’. Onderweg passeer ik ook ettelijke billboards van lepe advocaten die hier wél mogen adverteren met slogans die de cliënt een fikse schadevergoeding beloven: ‘Injured in hotel? $$$ Voted Top Lawyer!’ Wie aan de speeltafel verliest, kan alsnog cashen door het hotel voor de rechter te dagen als, bijvoorbeeld, de vloer te glad bleek. Het hotel dekt zich in door ridicule preventieve maatregelen zoals dit bord: ‘Moving walkway ends’, aan het eind van een loopband.
Downtown is, zet je schrap voor het understatement van de eeuw, ‘more adult’. Downtown is van dit sodom en gomorra ineen het epicentrum van de zonde. Sin City. De enige attractie ter wereld die nooit sluit. Het Disneyland voor volwassenen. De ordinaire scharrel van Hollywood, dat hier een dubbelleven leidt. ‘Je ziet er zaken waarvan je wilde dat je ze nooit gezien had en die je nooit meer kunt ont-zien’, grinnikt de conciërge van het MGM Grand. Ik ben te knap en te jong voor callgirls en te bang voor geslachtsziekten, dus blijf ik er weg.
Fout gegokt
Ter hoogte van Fremont Street, waar je wordt opgeslokt door een tilt geslagen caleidoscoop van neon, krijg je een goed beeld van hoe oldskool Vegas was. Fremont is een tijdcapsule, want heel wat van de casino’s van het eerste uur werden gerenoveerd of vervangen. Op de plek van het legendarische Dunes verrees het elitaire Bellagio. En The Sands, waar ooit de ‘Rat Pack’ van Frank Sinatra, Dean Martin en Sammy Davis jr. optrad, werd gedynamiteerd – Las Vegas maakt zelfs van afbraak entertainment, compleet met vuurwerk en vipplaatsen.
Het eerste casino lag overigens buiten Las Vegas, aan de gevaarlijke Railroad Pass. Slechts enkele casino’s van het eerste uur bleven overeind: het Tropicana, Binion’s, Golden Nugget… Het zijn nu casino’s van derde signatuur waar gokverslaafden op laag niveau neerstrijken. Vaak zien ze er zo sjofel uit dat je je afvraagt waar ze het geld om te gokken vandaan halen. Of misschien is dat het geld dat ze op kappers, kleren, schoenen en zeep besparen.
De stijlvolle dresscode van Monte Carlo, waarbij alle gokkers ogen als James Bond in een tuxedo, is hier ver te zoeken. Eén gokker draagt een T-shirt met het opschrift ‘I’m your mom’s favourite ride’. Zijn vriend deelt zijn dubieuze gevoel voor humor: ‘I support single moms… one dollar at a time’, met een tekening van een paaldanseres erbij. Naast hen gokt een oudere dame aan een slotmachine. Ze ziet eruit alsof ze haar leven lang op alles fout gegokt heeft en haar failliet hier ziet als de kers op die taart. Haar echtgenoot draagt een hoedje waarop ‘Party Central Headquarters’ staat. Ik schat dat de laatste party waarop hij de beest uithing circa 1979 plaatsvond.
In schril contrast gokken ‘high rollers’ twintig meter verder in een aparte zaal. Earl is een van hen. Het hotel stelt hem de hele dag een stretchlimousine én butler ter beschikking, maar die blijven ongebruikt. Ik kreeg eens twee ‘comped’ (gratis) tickets voor een optreden van Frank Sinatra – toen de meest legendarische entertainer op de planeet – omdat de high roller zijn kostbare goktijd daar niet aan wilde verspillen. Ook Earl pauzeert alleen voor vrouwen: ‘You can’t gamble continuously…that’s why The Lord created females’.
Geld kwijt
Maar als een roulettespeler lang genoeg aan de speeltafel zit, verandert elke natte droom in een nachtmerrie. Ironisch dat de belofte van geld dat aan de bomen groeit, wordt gedaan in het midden van een onvruchtbare woestijn. Vegas is een decadente oase in de woestijn, en gokwinst is hier de fata morgana. Croupiers zijn vaak mooie vrouwen, volgens hetzelfde principe dat dicteert dat op het autosalon vaak een schaars geklede geile deerne zich drapeert over een nieuw automodel. Maar zeker niet alle gokkers zijn oude, lelijke mannen. Integendeel, ik zie meer vrouwen dan mannen, en ik schat dat de helft van de mensen die aan slotmachines hopen op makkelijk geld terwijl hun leven voorbij tikt, jonger dan veertig zijn. Want wie gokt, maar niet wint, verliest twéé keer: ze zijn hun geld kwijt, én het geld van hun verloren werkuren.
Maar ook Las Vegas gaat mee met zijn tijd, en tegenwoordig kun je in het Mirage-casino blackjack spelen met een virtuele croupier met spraakherkenning. Net zoals alle avatars en virtuele pornopartners is ze extreem klantvriendelijk en lacht ze ook met de meligste grapjes van de klant: ‘That’s sooo funny!’ Ik vind het niks, maar de man die ik tien minuten lang observeer, is duidelijk al dolverliefd op haar. Good luck with that.
King Kong en Trump
Op Las Vegas Boulevard word ik aangeklampt door King Kong. En door Superman, Spiderman en Donald Trump. Het zijn werkloze acteurs of ontslagen croupiers die bijverdienen door verkleed te poseren met toeristen. Ze zijn goed georganiseerd en hebben hun eigen fotografe bij, compleet met geldbuidel die om twaalf uur ‘s middags al uitpuilt van de dollarbriefjes, én een lijfwacht om die geldbuidel te bewaken. De ‘suggestie’ is dat ik de gorilla twintig dollar tip, ‘otherwise he’ll kill ya’. Ook ettelijke showgirls met pluimen in hun gat en verder niets dringen zich op, liefhebbers kunnen zich voor de foto zelfs door hen laten geselen, op straat, op klaarlichte dag.
Tien meter verder wacht een van de letterlijk dozijnen Elvissen. Deze zingt in vol ornaat ‘I’m all shook up’ aan flarden, op een trolley staat zijn versterker.
De grens tussen ster en ‘bum’ (dakloze) is hier dun, en zelfs de sterren moeten zich uitsloven: overdag zie ik Chippendales flyers uitdelen voor hun show die avond. En drie danseressen die zo uit Copacabana lijken overgestraald, sleuren me bijna fysiek mee naar hun duidelijk niet uitverkochte matineevoorstelling. Een voormalige nachtwaker met één been bedelt nu vanuit zijn rolstoel. Zijn bordje leest: ‘Lost my leg, my job, my house. I wish better luck for you’. Twee dagen later geef ik vijf dollar aan een dakloze, die me naroept: ‘Follow your dreams, dude!’ Uit zijn mond is dat hol advies.
Don’t walk on the grass
Ik bezoek bijna alle casino’s op The Strip, van het Caesars Palace (aan tafel komt Cleopatra vragen of het smaakt en wenst Julius Caesar je prettige voortzetting) en het infantiele Excalibur (zeer geschikt voor kleine en grote kinderen in hun ridderfase) tot het exotische Mandalay Bay (compleet met haaientank, alsof de haaien in de speelzaal niet volstaan), Flamingo (genoemd naar de lange benen van de stoot van gangster Bugsy Siegel) en het piratenhol Treasure Island. In dat laatste hotel verbleef ik tijdens mijn eerste bezoek aan Las Vegas. Toen zonk en verrees daar om de twee uur een heus galjoen van vijftig meter lang, er vielen acteurs uit het kraaiennest en de kapitein zonk met zijn schip. Naar die gratis zeeslag kwamen hele horden toeristen kijken. Maar nu blijkt het schip verdwenen: de attractie kostte een fortuin en overleefde de coronalockdowns niet.
Het casino verlaten wordt hier op geen enkele manier aangemoedigd: als je binnenkomt, glijd je moeiteloos een roltrap af, maar als je buitengaat, is het steil bergop via een gewone trap. De hoekjes waar bijna niemand komt, reveleren nog het meeste over absurd Las Vegas. In de gigantische tuin van Caesars Palace ontdek ik een meters hoog boeddhistisch altaar én een dakloos ogende religieuze fanaticus wiens enige bezit lijkt te bestaan uit een stapel bijbels die hij gratis uitdeelt aan niemand die ze wil.
Las Vegas is wellicht ook de enige plek ter wereld waar je een bordje kunt zien dat stipuleert ‘Don’t walk on the grass’, terwijl het kunstgras betreft. Zelfs het gras is hier nep. Allicht, we bevinden ons in de woestijn – om water te besparen biedt de lokale overheid haar burgers zelfs subsidies als ze hun gazon verwijderen.
Fallisch gevaarte
Las Vegas: de triomf van de decadente mens over de barre woestijn. De stad waar overdaad niet volstaat en kitsch de nieuwe kunst is. Vegas is Monte Carlo, maar dan gerenoveerd door Donald Trump. Die heeft trouwens ook hier een hotel, een fallisch gevaarte dat, hoe kan het ook anders, Trump Tower heet.
Ik zou een bezoek aan Las Vegas ook aanraden aan aspirant-architecten. Serieus. Om, op esthetisch vlak te leren hoe het níét moet, natuurlijk. Maar ook omdat deze casino’s hoe dan ook hoogtechnologische staaltjes van megalomane, maar ook inventieve visionairen zijn. Lobby’s met kathedraalallure (en zonder zichtbare steunpilaren). Eindeloze gangen waarvan de vorm toch nooit monotoon is. Overkappingen die het midden houden tussen een attractie in de Efteling en een basis op de planeet Mars. Een schijnbaar richtingloos doolhof dat de bezoeker toch altijd weer terugleidt naar de speeltafels. Caesars Palace dat erin slaagt om fragmenten van minstens twintig bestaande gebouwen in Rome te versmelten tot één min of meer homogeen gebouw… Zelfs een gedrocht kan imponeren, je leert hier dat afzichtelijk en indrukwekkend elkaar niet uitsluiten.
De meest hallucinante, kitscherige triomf van ‘make believe’ is het Venetian. Zoals de naam aangeeft, werd hier de befaamde Italiaanse dogestad nagebouwd voor doofstomme blinden zonder culturele bagage. Ook hier een dogepaleis, een Rialto, en een klokkentoren. En er zijn wél auto’s in Venetië: ik zag een lange file die onder de Brug der Zuchten doorreed!
Las Vegas houdt zich nooit aan de regels. In Toscane zijn er dorpjes die hun architectuur, landschap en naam auteursrechtelijk beschermen, maar hier eigent Vegas zich alles schaamteloos toe: ook hier vind je een Eiffeltoren, een New York-skyline, compleet met een dertig meter hoog Vrijheidsbeeld, een Sfinks en een inktzwarte piramide waarvan de laserstraal op de nok zichtbaar is vanuit de ruimte.
‘Menopauze: the musical’
De klantvriendelijke hotels zorgen ervoor dat wie eventueel toch geld wint, dat snel weer kan uitgeven. Ik stuit op een ‘kunstgalerie’ – de aanhalingstekens zijn gepast, geloof me. Zo biedt rockster Gene Simmons van Kiss hier zijn schilderijen aan. Maar de high roller met meer geld dan goede smaak kan ook een gesigneerde gitaar van Keith Richards of Eric Clapton kopen, voor 100.000 dollar en meer. Eén winkel heet zelfs carrément ‘Man Cave’, boordevol peperdure foute gadgets voor bij foute mannen thuis. Ik zag een levensgroot beeld van een naakte del aan wier linkertepel je flesjes bier kunt openen.
Herpositionering
Maar hoe zit het nu met die subtiele maar drastische herpositionering van Vegas als de entertainmenthoofdstad van onze planeet? Ik zag alvast een optreden van übergoochelaar David Copperfield. Een vrouw uit Alabama klaagde na afloop dat de door Copperfield tevoorschijn getoverde dinosauriër ‘niet echt’ was. Copperfield overleefde zijn show, zijn voorgangers Siegfried & Roy werden half doodgebeten door een tijger. Ik zag ook het ‘Love’-spektakel, een kruisbestuiving van The Beatles en Cirque du Soleil. En om historische redenen ging ik luisteren naar Barry Manilow – tachtig jaar oud, dus nu of nooit.
Er waren tal van alternatieven: hele horden imitatoren van Elvis, Michael Jackson en Prince, een zipline waarmee je doorheen Fremont Street kunt vliegen, een Eiffel Tower Experience, het Linq High Roller-reuzenrad, de Star Trek Experience (je kunt zelfs trouwen als trekkie), Machine Guns Vegas, de Country Kickin’ Topless Revue (met cowgirls die blijkbaar te arm zijn om een beha te kopen), Mr. Piffles (de enige chihuahua-goochelaar ter wereld!) en zelfs een heus Beiers Hofbräuhaus…
Of verkies je ‘Menopauze: the musical’ (niet toevallig de langstlopende musical in de VS)? Of de op de Parijse Moulin Rouge geënte revue ‘Absinthe’, die ietwat ongelukkig geformuleerd wordt aangeprezen met de hashtag #vegashitshow. Vega Shit Show.
Vegas is ‘the city of blinding lights’, een visueel spektakel met een miljard lichtjes dat zichzelf voortaan overtroeft met nog een miljard lichtjes méér. De nieuwe, futuristische concertzaal Sphere is er de triomfboog van, een uitsmijter die al het andere hyperentertainment overklast. Ik zag er na een show van U2 genoeg open monden om de Grand Canyon te vullen.
En morgen, 11 februari, krijgen meer dan honderd miljoen Amerikanen een meer hedendaagse versie van Vegas te zien. De Super Bowl, de finale van de American footballcompetitie en het best bekeken én meest besproken televisie-event in de VS, wordt in Vegas gespeeld. De Nederlandse dj Tiësto krijgt er voor het begin van de wedstrijd zijn eigen set. Gwen Stefani neemt het voorprogramma voor haar rekening en rapper Usher is gevraagd voor de halftime-show.
Het zijn niet de minste namen, en een gelijkaardige evolutie zie je ook bij de concerten in de gokstad. Was Vegas tot voor kort alleen synoniem met verbleekte sterren, vandaag is de stad ook het werkterrein van wereldwijde topartiesten als Adele en Kylie Minogue. Al geldt ook hier: de enige god die in deze schijnwereld wordt aanbeden, is die van het geld. Voor premiumtickets van Adeles show in het Caesars Palace vragen schimmige doorverkoopwebsites tot 200.000 dollar. Het is tot de georganiseerde misdaad doorgedrongen dat er meer poen valt te verdienen aan concertfreaks en familiaal georiënteerde toeristen die fun verkiezen boven fear.
Guy Savoy en Joël Robuchon
De switch van Vegas van gokstad naar hedonistische magneet lees je ook af aan toprestaurants als Guy Savoy, Nobu, Wakuda en Joël Robuchon die almaar vaker de banale ‘all you can eat’-buffetten vervangen. Al blijft Hooters een klassieker – de diensters worden geselecteerd op basis van hun cupmaat. Geen enkele man herinnert zich hoe het eten er smaakte. Maar goed ook.
Iedereen die al eens in de VS was, weet dat het fooiensysteem daar anders is: werkgevers betalen de kelners en diensters een minimumloon, en de tips maken voor hen het verschil tussen een leefloon en een goed loon. Maar hier werd recent dat systeem nog gefinetuned, ten koste van de betaler. Je moet nu op de machine invullen hoevéél je tipt, de keuze varieert tussen 0 en 22 procent. Dat is een behoorlijke mindfuck, want je moet dan ter plekke beslissen: ben ik gierig of gul? Maak ik me bij deze dienster populair of niet? En kan ik hier terugkomen of niet? Want wie minder dan het maximum geeft, belandt op de mentale zwarte lijst van de bediener.
Game over
Ook de intellectueel wordt in het nieuwe Vegas bediend, zij het mondjesmaat en tegen betaling. Ik zag hier tentoonstellingen over de Titanic, over Egyptische mummies en over het menselijk lichaam (‘Bodies’), en kunst van een dozijn topkunstenaars. En er is het Mob Museum – een museum gewijd aan gangsters, ook dát vind je alléén in Las Vegas, in Napels zijn ze jaloers. Maar je krijgt niets voor niets: een tentoonstelling die je in pakweg Londen of Parijs gratis zou kunnen bezoeken, kost hier minstens veertig euro.
Het zegt wel iets over de entertainmentwaarde van Las Vegas dat ik me er op de luchthaven op betrap dat ik ben vergeten te gokken. Geen nood, op geen enkele andere luchthaven ter wereld staan zo veel gokautomaten. Ik wil er mijn losse dollarcenten in stoppen, maar dat gaat niet: je kunt alleen gokken met creditcard. Dat is nog verraderlijker, want dan gok je meer dan je denkt, en je krijgt pas een signaal dat je geld op is als je bankrekening tilt slaat. En dan is het écht game over.
De absurde, bevreemdende planeet Las Vegas bevindt zich op slechts negenduizend kilometer van je spaarpot. Als Venetië en Parijs de grote liefde symboliseren, dan is Las Vegas de onenightstand, bijwijlen opwindend, maar het schuldgevoel en de indigestie wachten geduldig hun beurt af. Ik keer graag terug naar Vegas, maar alleen op andermans kosten. Ik had overigens duizend dollar ingezet dat je dit artikel tot het einde zou lezen. Cashen!