Het is niet meer dan een minuscuul lapje grond voor de Afrikaanse kust. Jarenlang lag het er verlaten en vergeten bij. Tot de Zuid-Afrikaanse miljardair Mark Shuttleworth de spectaculaire wouden en verlaten stranden van het Afrikaanse mini-eiland Principe ontdekte. Hij wil er een schoolvoorbeeld van ecotoerisme van maken. Mét respect voor de inwoners.
Principe lijkt een dik weelderig woud dat op de zeespiegel is gezet, hier en daar verstoord door wat neovulkanisch gesteente en een parelwit strand. Alleen als je wat dichterbij komt, zie je her en der een teken van leven: vissershutten, verborgen in deze exotische plantentuin. Maar ook de typisch Afrikaanse lange kano's die over het strand worden gesleept. En vanaf het strand merk je, in de heuvels, enkele koloniale huizen met veranda's.
Unesco-biosfeerreservaat
Principe is piepklein. Het jongere en kleinere broertje van Sao Tomé maakt deel uit van een minuscule, vulkanische archipel op de evenaar, in de Golf van Guinee voor de Afrikaanse kust. En neen, je raakt er niet gemakkelijk. Er is elke dag wel een vlucht vanuit Sao Tomé, dat ongeveer 150 kilometer ten zuiden ligt, en de winkels worden iedere week bevoorraad door een paar boten. Maar voorts leeft het eiland met zijn 9.000 inwoners ver weg van de commerciële en toeristische routes. Ver weg van de wereld.
Door zijn eeuwenlange isolement is Principe ongerept gebleven: een stukje paradijs waar je nog primair bos vindt of dieren die je nergens elders ter wereld ziet. Sinds 2012 is het door de Unesco geklasseerd als biosfeerreservaat. Hier en daar doet het landschap denken aan wat je elders in Afrika ziet, met rode pistes die verdwijnen in groene wouden en veelkleurige vogels. Alleen is dit een Afrika zonder malaria of giftige slangen, zonder staatsgrepen of sloppenwijken. Hier leven de mensen vredig, alsof ze het concept tijd niet kennen.
Santo Antonio, de hoofdstad, is meteen ook de enige stad op Principe. Eigenlijk veeleer een gehucht dat zich in pastelkleuren hult, gebouwd tussen zee en woud. Het paleis van de gouverneur is niet groter dan een gemeentehuis bij ons. Tegenover de kleine, gele kathedraal en het lyceum met zijn witte muren, waar adolescenten in hun schooluniform in groepjes staan te kletsen, is er het café Fofokis. Daar hebben ze een van de zeldzame espressomachines die op het eiland te vinden zijn.
De meerderheid van de inwoners woont verspreid in kleine, landelijke gemeenschappen, vaak op de terreinen van de vroegere rietsuiker- en cacaoplantages.
Veel minnaars
Toen de Portugese zeevaarders het eiland in 1471 ontdekken, was het verlaten. Daarna wisselden heersers en bewoners er elkaar af. Nadat het eiland als halte voor schepen op weg naar India en het Verre Oosten fungeerde, werd het in de 17de eeuw een tussenstop in de bloeiende slavenhandel. De slavenschepen die van het Afrikaanse continent kwamen, stopten er om hun menselijke cargo klaar te maken voor de grote oversteek van de Atlantische Oceaan. Zoals zo vaak in de Portugese koloniën ontstonden er intensieve contacten tussen bevrijde slavinnen en de kolonisten die het eiland aandeden. Zelfs vandaag doet de Creoolse gemeenschap er meer denken aan Brazilië dan aan het zo dichtbije Afrika.
Net zoals op de Antillen was het eiland bedekt met plantages die welvaart creëerden. Eerst rietsuiker, later cacao. Het equatoriale klimaat, de wouden die veel schaduw creëren en de vruchtbare vulkanische bodem waren een perfecte combinatie voor die plant. In het begin van de 20ste eeuw werd Principe dan ook een van de belangrijkste cacaoproducenten ter wereld. Het eiland was toen opgedeeld in tien grote exploitaties, de zogenaamde 'roças', elk met hun autonome gemeenschap, plantages, opslagplaatsen, maar ook een kapel en een pier om de kostbare boon naar andere oorden te varen.
Een van de bekendste figuren uit die bloeitijd is Maria Correia, halfbloed en eigenares van een plantage. Ze werd geboren op het eind van de 18de eeuw, als dochter van een Braziliaanse officier en een moeder die ook al een mulattin was. Ze trouwde met een rijke plantagehouder die later plots overleed. Ze hertrouwde en werd voor de tweede keer weduwe. Meer moest dat niet zijn om een van de rijkste plantage-eigenaressen van het eiland te worden.
Volgens de legende had ze veel minnaars en leidde ze de aandacht af van de Britse schepen die werden ingezet tegen de slavenhandel door de Britse officieren uit te nodigen aan haar tafel... terwijl haar eigen schepen ladingen slaven losten aan de andere kant van het eiland.
Dat wereldje stuikte in elkaar met de onafhankelijkheid, in 1975. De Portugese eigenaars krasten op en keerden niet meer terug. Een nieuw marxistisch-leninistisch regime greep de macht in wat een nieuwe, onafhankelijke staat werd: Sao Tomé en Principe. De roças kwijnden langzaam maar zeker weg. De patriciërswoningen van de plantage-eigenaars lieten zich overwoekeren door de uitbundige plantengroei. Vandaag zie je nog hun silhouet zodra je ergens van een pad afwijkt: ooit statige huizen, nu genadeloos opgeslokt door het woud.
De afstammelingen van de arbeiders wonen wel nog in de buurt van de roças waar hun grootouders werkten. Hun huisjes, gemaakt met houten planken en op stellingen, zijn miniatuurtjes van de ooit statige huizen van de plantage-eigenaars. Met hun veranda's en trappen vormen ze kleurrijke vlekken in het groen van de natuur.
Principe leeft in wat je autarchie zou kunnen noemen: een oogverblindend stukje wereld dat was ingeslapen toen José Cassandra er in 2006 werd verkozen tot president van de lokale regering. 'De situatie was verontrustend', vertelt hij. 'Alle indicatoren stonden op 'catastrofaal'. Zeventig procent van de actieve bevolking was werkloos. Elektriciteit was er amper een paar uur per dag, en naar Sao Tomé vliegen kon maar twee keer per week. Ik zocht investeerders om het eiland te laten ontwikkelen, maar wilde onze natuurlijke bronnen niet zien aftakelen door hier allerlei multinationals binnen te laten.'
's Werelds tweede ruimtetoerist
Tijdens zijn verblijf in de ruimte zag Shuttleworth hoe vervuiling onze wereld teistert en hoe kwetsbaar onze planeet is.
De reddende engel verschijnt in 2011, wanneer de jonge Zuid-Afrikaan Mark Shuttleworth het eiland voor het eerst bezoekt. Shuttleworth maakte al op heel jonge leeftijd fortuin in de nieuwe economie van het internet. Zo vond hij een van de eerste systemen uit om onlineconnecties te beveiligen. Later schonk hij de wereld Ubuntu, het eigenzinnige besturingssysteem voor computers. En neen: met al dat geld op de bank is hij niet van plan de rest van zijn dagen te slijten op de golfbaan.
De Zuid-Afrikaan wil zich voor iets inzetten. Voor meer dan iets, zelfs. Toen Shuttleworth in 2002 's werelds tweede ruimtetoerist werd en acht dagen doorbracht in het internationale ruimtestation ISS werd hij zich bewust van de snelheid waarmee vervuiling de wereld teistert, perfect zichtbaar vanuit de ruimte. Hij zag hoe kwetsbaar onze planeet is. Dat bewustzijn prikkelde hem om te gaan zoeken naar een nieuw ontwikkelingsmodel voor de mensheid, een dat niet ten koste gaat van fauna en flora.
Draken
De miljonair met een visie en de president met de ambitie om zijn eiland te zien ontwikkelen konden het meteen met elkaar vinden. Mark Shuttleworth investeerde zwaar in de infrastructuur. De landingsbaan werd verlengd. Er kwam een elektriciteitscentrale zodat de radio nu de klok rond kan spelen. Een internetverbinding haalde Principe uit zijn isolatie. De hoofdwegen werden geasfalteerd. Op vraag van president Cassandra financierde Shuttleworth ook schooltjes, die zowat overal de deuren openden.
De onderneming van Shuttleworth werd een van de grootste werkgevers op het eiland. HBD heet zijn bedrijf, kort voor 'Here Be Dragons', hier zijn er draken. De uitdrukking verwijst naar de afbeelding van draken en andere creaturen op middeleeuwse kaarten, en is vandaag opgenomen in het jargon van informatici als ze het hebben over onverwachte stukken software in een programma. De overeenkomst tussen HBD en de overheid van Principe schrijft voor dat ieder toeristisch project het patrimonium van het eiland moet eerbiedigen, de infrastructuur moet stimuleren en werkgelegenheid moet bieden aan de inwoners van het eiland.
De belastingen die HBD betaalt op het kleine eiland zijn financiële zuurstof voor de regering van Principe. Natuurlijk is Mark Shuttleworth een held voor de inwoners van Principe. De mensen die voor hem werken, noemen hem gewoon 'Mark'. De andere inwoners noemen hem 'o Homem da Lua': de man van de maan.
Ambitieus en vernieuwend
De roças, die verlaten plantages, gebruikte HBD als terrein om te experimenteren met een nieuw type ontwikkeling. De eerste stap was de overname van een bestaand hotel op het schiereiland Bom-Bom, ten noorden van Principe. Een klein dorp vol bungalows in woekerend groen, door een houten brug verbonden met een betoverend schiereiland.
Er volgden nog andere initiatieven. Zo wekte HBD een van de grootste en mooiste plantages van het eiland weer tot leven: die van Sundy, op de noordelijke kant van Principe. Vandaag is het een hotel waar opnieuw... cacao wordt geteeld.
Het is niet het grootste project van Mark Shuttleworth. Een ander plan was nóg ambitieuzer en vernieuwender. Daarvoor liet de Zuid-Afrikaan zijn oog vallen op een van de mooiste plekken op Principe: hij vertrouwde Praia Sundy toe aan de Franse architect Didier Lefort. Het nieuwe hotel is een combinatie van traditionele materialen en toptechnologie. Om de voetafdruk in de natuur zo beperkt mogelijk te houden, zijn de tentvilla's met hun houten terrassen in de bodem vastgemaakt met lange schroeven. Onder de reusachtige bomen langs de kust staat nu een handvol bungalows van grijs hout met daken van witte zeilen. De rest van het complex - de receptie en het restaurant - zit verscholen onder de groene bladeren van de exuberante vegetatie. Het luxueuze Praia Sundy biedt een onthutsend samengaan van ongerepte natuur en de droom om moderniteit te creëren met respect voor het milieu. En dat, inderdaad, allemaal op een piepklein eiland.
Beste bezoektijd voor Sao Tomé en Principe: van juni tot september of in januari en februari. TAP Air Portugal vliegt vanuit Brussel via Lissabon dagelijks naar Sao Tomé.
Sao Tome en Principe
ZIEN EN DOEN
Terreiro Velho
De cacaoplantage van Claudio Corallo, een avontuurlijke agronoom uit Firenze die werkt met planten die in het begin van de 19de eeuw werden ingevoerd uit Brazilië, mag je niet missen. Het resultaat is de meest exclusieve cacao ter wereld. Corallo brandt zelf zijn bonen en maakt een biologische chocolade.
Tel. 00.239.222.22.36, claudiocorallo.com
Paciência
Deze vroegere plantage is nu een groentetuin voor de restaurants van Praia Sundy en Roça Sundy. Geïnteresseerden kunnen er een kookcursus volgen, jam en schoonheidsproducten maken met biologisch geteelde producten.
Praia Abade
Een van de vissersgemeenschappen. Zowel de 'pirogues' als de vis liggen op het strand te drogen.
Zeeschildpadden
Van september tot april komen ze hun eieren in het zand leggen. Specialisten nemen je mee op schildpaddentocht.
DINEREN
Sundy Praia
Helemaal aan het einde van een pad dat tussen de bomen slingert, duikt een structuur op van bamboe, zonder nagels in elkaar gezet door Indonesische specialisten. In een zaal die kronkelt als een zwemmende vis doet Angelo Rosso zijn ding. Deze jonge Portugese chef is een oudgediende van de Britse driesterrenchef Heston Blumenthal (The Fat Duck). Russo werkt bijna uitsluitend met eilandproducten: verse vis met 35 aromatische kruiden, tagliatelle met cacao en andere onthutsende smaken.
Menu van 60 euro, zonder wijn.
Roça Sundy
De keuken is er al even verfijnd als de architectuur: salade van avocado en krab van Principe, of biologisch geteeld fruit en groenten uit de naburige roça van Paciência, vis en inktvis van het eiland met lokale, gegrilde groenten.
30 euro, zonder wijn.
Bom-Bom
Deze lodge bevindt zich aan de noordkant van het eiland en was het eerste luxehotel op Principe. De tafel is er al even verrassend als de ligging: helemaal aan het einde van een loopbrug over de oceaan.
Tel. 00.239.225.11.41, www.bombomprincipe.com
In Santo Antonio, bij Tante Zinha
In de hoofdstad, bij de brug over de Rio Papagaio. Het kleine restaurant van Tante Zinha is het drukst bezochte van de stad. De 'molho no fogo', gedroogde en gerookte vis opgediend in een saus van groene tomaat met rijst, gebakken banaan en fruit met brood, is onwezenlijk lekker.
5 euro met drank. Tel. 00.239.993.88.86.
LOGEREN
Sundy Praia
Het topproject van HBD en Mark Shuttleworth is ook het meest luxueuze. Het bestaat uit 15 villa's met privéterras, verspreid langs het strand, bijna onzichtbaar vanuit de oceaan. De muren van ongelijke planken doen denken aan vissershutten, het dak aan dat van een hightechbedrijf, maar het comfort is dat van de beste paleizen. Luxe en absolute rust.
495 euro per nacht met ontbijt en avondmaal in een dubbele tentvilla.
Tel. 00.239.99.95.000, www.sundyprincipe.com
Roça Sundy
Een grote koloniale woning uit het begin van de 20ste eeuw die door de Franse architect Didier Lefort elegant maar sober is gerenoveerd. Vloeren van exotisch hout en hoge plafonds met ventilatoren. De terrassen van de kamer geven uit op de weelderige plantengroei van Principe.
135 euro per nacht, 400 euro voor een suite, met ontbijt en avondmaal.
Tel. 00.239.99.97.000, www.hotelrocasundy.com