Een social-distancing-proof alternatief voor de traditionele wintervakantie: Route 1, de ringweg rond IJsland. De hemel voor wie houdt van lege, eindeloze ijslandschappen.
Vergeet Route 66. Ga voor Route 1, in IJsland gekend als ‘The One’ en ook wel de mooiste ‘snelweg’ ter wereld genoemd. De ringweg kronkelt 1332 kilometer rond het eiland en volgt min of meer de kustlijn rond het ongetemde en bergachtige binnenland van IJsland. ‘Neem zeker de tijd’, beklemtoont de man die ons de sleutels van de huurauto overhandigt.
Dit is een andere, tragere wereld, op slechts drie uur vliegen van België.
En inderdaad, we komen ogen te kort. Onderweg veranderen de vista’s elke vijf minuten: van de bijna gifgroene, mosachtige lavavlakten in het zuiden en de inktzwarte stranden waar de woeste Atlantische Oceaan zijn kracht toont, tot de donderende watervallen en groene weides waar IJslandse paarden rustig staan te grazen. Dit is een andere trage wereld, op slechts drie uur vliegen van België.
Iconische zuidkust
Onze stop in het zuiden houden we kort. De zuidkust oogt geweldig, maar vormt ook de drukste en meest toeristische regio van IJsland. De zwarte stranden bij het kustplaatsje Vik zijn iconisch, en hetzelfde geldt voor het neergestorte vliegtuig dat daar al sinds 1973 ligt en wellicht het meest geïnstragramde wrak ooit is.
We rijden snel verder naar het oosten, langs zwart lavazand en onaardse landschappen. Ter hoogte van Raufarfell gaan we landinwaarts, langs boerderijen met immense schapenkuddes en langs een smalle vallei onder aan de beruchte Eyjafjallajökull-vulkaan.
Onze volgende halte is het Seljavallalaug-zwembad, niet alleen een van de mooiste natuurlijke buitenbaden van IJsland, maar ook een van de oudste. Het werd in 1923 tussen de rotsen gebouwd om de IJslanders te leren zwemmen. De architectuur oogt uitgesproken minimalistisch: het contrast met de explosief groene natuur errond kan niet groter zijn. Tegenwoordig dient Seljavallalaug vooral als een natuurlijke spa. Het warme water komt rechtstreeks uit de bergen.
Fjorden in het Oosten
Wat verder weg, in het oosten, slingert de ringweg langs mistige fjorden en kleine dorpen, zoals Seydisfjordur. Wie met de auto van het Europese vasteland naar IJsland reist, komt hier met de veerboot uit de Faeröer aan. De oude, houten huizen uit het begin van de 20ste eeuw zijn gerestaureerd en nog altijd bewoond. Ze geven de stad een kleurrijk boho-chic tintje.
We slapen in The Old Apothecary Hotel, zoals de naam doet vermoeden een voormalige apotheek die is omgeturnd tot hotel. Het blauwe, houten huis staat pal naast de kabbelende rivier. Het restaurant in Hotel Aldan, aan de overkant van de weg, serveert de echte IJslandse keuken – hartige gerechten met veel lam, zalm én vis uit de koude Atlantic – op een bedje van toeristische info.
‘Weet je dat de weg naar Seydisfjordur, die langs de rivier loopt, te zien is in de film ‘The Secret Life of Walter Mitty?’, vertelt de ober als hij onze lunch op tafel zet. In die komedie uit 2013 over het potentieel dat in ieder van ons schuilt, schaatst Walter Mitty (rol van Ben Stiller) zich een weg naar beneden, zoevend door dit sensationele, IJslandse landschap.
Het ongerepte noorden
Iets verderop richting noorden wordt het landschap kaal, alsof het is uitgekleed tot de essentie van IJsland: een zwarte vulkanische, Arctische woestijn met in de verte de besneeuwde toppen van de hooglanden. We blijven niet op ‘The One’, maar wagen ons aan een aantal grindwegen. Vlak voor de schemering komen we aan bij Fjalladyrd, een eenvoudig hotel met restaurant en bar in Modrudalur.
Richting noorden wordt het landschap kaal, alsof het is uitgekleed tot de essentie van IJsland.
Vroeger was dit een boerderij, totdat de IJslander Villi en zijn vrouw, een pilote, er achtereenvolgens een pension met slaapzaal én een echt hotel van maakten. Naast hotel fungeert Fjalladyrd ook als laatste stop én tankplaats voor iedereen die de oude weg naar het binnenland neemt. Het benzinestation is niet meer dan een pomp in een houten hut met lemen muren en een groen dak. Als hotelgast heb je in Fjalladyrd de keuze tussen een comfortabele hotelkamer of een van de eenvoudige, houten huisjes met groen dak en een houtkachel binnenin.
Wie wil, kan met Villi mee op 4x4-tochten naar spectaculaire plekken. In de winter organiseert hij wandelingen naar afgelegen berghutten waar je door het extreme weer soms dagenlang vast komt te zitten. Of je kunt op eigen houtje naar een kleiner, minder druk alternatief voor de overbekende Blue Lagoon.
De natuurbaden van Mývatn liggen vlak bij het Mývatn-meer, een geothermische zone met dampende zwavelvelden, borrelende modderpoelen, onheilspellende vulkaankraters en verborgen grotten met diepblauw, warm water. Het Mývatn-meer is gevormd uit pseudokraters of schijnvulkanen die duizenden jaren geleden zijn ontstaan.
Wintersport nabij de poolcirkel
Het noorden van IJsland is een mooie plek om aan wintersport te doen in misschien wel de mooiste, meest afgelegen lodge van Europa. We zitten dicht bij de poolcirkel, parkeren de Range Rover en besluiten hier enkele dagen uit te rusten én vooral te genieten van de extreme natuur.
Buiten is het stil en oogt het landschap surreëel.
Deplar Farm, een voormalige schapenboerderij in een vallei in Ólafsfjörður, ver weg van Route 1, heeft twee helipads in de aanbieding. Want dit is de beste plek in IJsland om te (heli)skiën: honderd procent off-piste en dus voor gevorderden only. Maar evengoed kun je hier walvissen gadeslaan. Of aan ‘fat biking’ of ‘astro touring’ doen.
Voor wie opteert voor minder avontuurlijk, is er een spa, een geothermisch binnen- en buitenzwembad en natuurlijk een sauna. Logeren doe je in een van de dertien suites, die allemaal uitkijken op het immense landschap, vaak besneeuwd of betoverd door het noorderlicht. De matzwarte houten huizen met hun groene daken fluisteren traditie, terwijl de brede, hoge ramen een hedendaags, weids uitzicht over de vallei afdwingen.
Haringhoofdstad
Uitgerust zetten we onze roadtrip door IJsland voort in westelijke richting. We houden even halt in Akureyri, de op een na grootste stad van het eiland én de hoofdstad van het noorden. Via een desolate weg aan de rand van de oceaan en door smalle tunnels en een maagdelijk fjord – onbewoond en tot voor kort zelfs helemaal onbereikbaar via land – komen we aan in Siglufjörður.
De koude wateren in het noorden van IJsland waren perfect om op haring te vissen.
Dit was bij het begin van de 20ste eeuw dé haringhoofdstad van de Noord-Atlantische Oceaan. De koude wateren in het noorden van IJsland waren perfect om op haring te vissen. Hoewel de gloriedagen van de haringindustrie vandaag voorbij zijn, is de gerookte haring hier nog altijd legendarisch.
Een mooie verrassing is Hotel Siglunes, verscholen in een onopvallend gebouw, maar met een ‘retro chic’ vibe. In de gezellige bar toasten we met een lokaal bier op het feit dat we op amper 40 kilometer van de poolcirkel zitten. En op enkele uren van het magische westen, dat ongelooflijk mooi is – denk lavavlakten, fjorden, stranden met gigantische keien – maar meestal over het hoofd wordt gezien door de IJsland-reiziger.
Kosmopolitisch Reykjavik
Voor wie op zoek is naar lege, eindeloze winterse landschappen is dit de hemel. Neem nu het Snaefellsnes-schiereiland en de kleine nederzetting Budir, een rustieke idylle met slechts enkele boerderijen, een handvol kerken en zwartgeschilderde huizen. Naast een lavaveld, met uitzicht over de Snaefellsnes-gletsjer, ligt Hotel Budir, misschien wel het enige echte strandhotel op IJsland, een plek met de Atlantische Oceaan letterlijk op een paar meter afstand. Onze favoriet.
We rijden terug naar de hoofdstad, via het charmante Borgarnes en de 6 kilometer lange Hvalfjörður-tunnel. Aan de andere kant ligt Reykjavik, minikosmopolitisch tussen Amerika en Europa, maar gelukkig nog altijd o zo IJslands. We eten iets bij Dill, het beste restaurant van het land, en sluiten ons verblijf af in de mooiste suite van het eiland: die van het Blue Lagoon Resort & Spa, dat uitgeeft op het water van de gelijknamige lagune. Buiten is het stil en oogt het landschap surreëel. En dat op een zucht en slechts een paar Björk-liedjes verwijderd van België.