Sabato-journalist Sofie Neven geniet van de ultieme luxe: reizen zonder naar de klok te kijken, met de trein van Brussel naar Bali. In deze zesde aflevering trekt ze van Tbilisi naar Baku.
Trein gemist?
Met de trein naar de tropen | Etappe 1: van Brussel naar Boekarest
Met de trein naar de tropen | Etappe 2: van Boekarest naar Istanbul
Met de trein naar de tropen | Etappe 3: van Istanbul naar Erzurum
Met de trein naar de tropen | Etappe 4: van Erzurum naar Tbilisi
Met de trein naar de tropen | Etappe 5: van Tbilisi naar Baku
Reeks: ‘Met de trein naar de tropen’
In achttien uur vlieg je van Zaventem naar Bali. Maar wat als tijd geen rol speelt - de ultieme luxe - en de reis zelf het avontuur wordt? Vanuit de trein, bus of boot zie je landschappen en culturen langzaam verschuiven. Onderweg kun je schaatsen in Wenen, citytrippen in Istanbul of skiën in Kazachstan. Sofie Neven neemt je wekelijks mee op haar reis over land, van Brussel naar Bali.
Etappe 7: 55 uur met de trein door Kazachstan
Route: de nachttrein van Aqtau naar Almaty, Kazachstan
Van dinsdagochtend, 8.30 uur, tot donderdagmiddag, 16.08 uur, 55 uur en 38 minuten, ± 2.250 kilometer, Kazakhstan Train
Aan beide kanten van de weg torenen wolkenkrabbers op, verlicht door indrukwekkende lichtshows die perfect op elkaar zijn afgestemd. Baku binnenrijden voelt als een scène uit een videogame. Het helpt om de nare ervaring met een onofficiële taxi van de luchthaven achter me te laten.
Auto’s mogen het oude centrum, deels omringd door stadsmuren, niet in. Via een marmeren tunnel met schilderijen steken we ondergronds de drukke straat over naar ons hotel. ‘Ben je er goed geraakt, mevrouw Neven?’ Dat de receptionist Nederlands spreekt, is wel het laatste wat ik hier verwachtte. Even voel ik me huis.
‘s Ochtends krijgen we een eerste glimp te zien van de hoofdstad. De straten zijn brandschoon, de voetpaden rustig, maar het autoverkeer vult elke rijstrook tot de rand.
‘President in aantocht’
Vanaf Baku Boulevard zie ik de twee gezichten van de stad. Aan de ene kant het oude gedeelte, met de Flame Towers die als enige boven de horizon uitsteken. Aan de andere kant, langs de Kaspische Zee, pronkt Baku met zijn moderne architectuur. In de indrukwekkende Deniz Mall, een shoppingcenter met stervormige vleugels geïnspireerd op het nationale symbool van Azerbeidzjan, vinden we alles wat we nodig hebben voor onze boottocht over de Kaspische Zee.
Langs olieboorputten, uitgestrekte landschappen met bergen en woonwijken rijden we naar de haven van Alat. In de tegenovergestelde richting spot ik geen enkele auto. ‘De president komt eraan’, zegt onze chauffeur.
Na de paspoort- en veiligheidscontroles in de haven belanden we in de wachtruimte. Deze witte compound, met koele verlichting, rijen stoelen, ligbedden, water en sanitair, wordt even ons thuis. Er is niemand. Waarom we hier al zijn? Niemand weet wanneer de boot naar Kazachstan vertrekt. Via onlinegetuigenissen leren we dat mensen hier soms één, twee, vier of zelfs zeven dagen uitzichtloos wachten. ‘De boot naar Kazachstan zal vannacht vertrekken’, stelt de security ons gerust.
We kaarten in de zon om de tijd te doden, maar binnen het uur worden we twee keer onderbroken voor extra paspoortcontroles en vragenrondes. Binnen gedragen we ons maar beter volgens de ongeschreven codes van het wachten. In elke hoek van de ruimte hangen camera’s. Ik voel me constant bekeken, alsof ik een personage uit Orwells 1984 ben.
Op de app Marine Traffic volgen we de status van onze boot, de ‘Azerbeidzjan’, die al uren stil ligt. ‘Ik denk niet dat we vannacht zullen vertrekken’, zeg ik tegen Cyril. Hij knikt instemmend.
Ook de volgende ochtend ligt de Azerbeidzjan nog steeds stil. Hoe langer we wachten, hoe meer onze etensvoorraad slinkt. Een vriendelijke securityman wijst ons de weg naar een klein restaurant voor vrachtwagenchauffeurs, waar we soep en bulgur eten. Door de gietende regen haasten we ons terug naar de wachtruimte. Tegen de avond zijn we met zo’n acht personen.
‘Verse’ vis
Om 1 uur ‘s nachts schrik ik wakker. Vals alarm, de passagiers voor Turkmenistan vertrekken. Een uur later, net in een diepe slaap verzonken, word ik opnieuw gewekt. Het is aan ons! Een chauffeur brengt ons naar de grenscontroles. Om 3 uur ‘s nachts kunnen we eindelijk intrekken in onze privécabine, compleet met lakens en badkamer. Door de stress van de afgelopen dagen val ik moeilijk in slaap. En zodra het wél lukt, wordt er op onze deur geklopt. Ontbijt!
We delen de tafel met truckchauffeurs uit voornamelijk Oezbekistan en Kazachstan en eten brood, honing, kaas en thee. ‘Van waar ben je?’ ‘Wat doe je hier?’ Wie Engels, Duits of een beetje Frans spreekt, komt met ons praten. Zij zijn de echte reizigers over land. Een Kirgiziër vertelt ons hoe hij een maand met een vracht vis onderweg is van Litouwen naar Astana, de hoofdstad van Kazachstan. Omdat hij met vracht geladen is, mag hij Rusland niet in, dus volgt hij dezelfde route via Georgië en Azerbeidzjan naar Kazachstan.
Vanuit onze kajuit en op het dek kan ik urenlang naar de dansende golven staren. We drinken thee en eten koekjes terwijl we langs verlaten boorplatformen varen.
‘s Nachts word ik wakker van het kraken van het schip. Door het gordijntje zie ik hoe de donkere, wilde zee de boot in alle richtingen slingert.
Voet aan land
Na het ontbijt wisselen de andere passagiers druk van simkaarten. We moeten dicht bij Kazachstan zijn, denk ik. Maar dan vertraagt de boot en komt tot stilstand. We ankeren. Is het een grenscontrole? Een file in de haven? De tijd tikt weg, maar niemand lijkt te weten wat er aan de hand is.
Om 17 uur brengt een zwak internetstreepje antwoord: we kunnen niet aan land vanwege de felle wind.
De volgende ochtend heerst er nog steeds twijfel: bewegen we nu wel of niet? Vanuit de kajuit zie ik geen verschil. Cyril wijst op de verse was van de passagiers: ‘Daar heb je het antwoord, we zijn hier nog steeds niet weg.’
Dan, om 11 uur, klinkt eindelijk het geluid van het anker. We rennen naar het dek. De boot beweegt! Oezbeken voegen zich bij ons. We juichen. Na tweeënhalve dag op zee zetten we eindelijk voet aan land.