Verstopt tussen het groen van de Naamse Ardennen wacht het gloednieuwe Château de Vignée ongeduldig op zijn eerste bezoekers. Sabato ging op verkennende visite.
Het vooruitzicht op een koninklijk weekend begint al bij de route. Immers: gesteld dat koning Filip de dagelijkse ratrace wil ontvluchten, dan is het zeer waarschijnlijk dat hij dezelfde weg aflegt die ik dit weekend volg, richting Famennestreek in de provincie Namen. Of hij ‘en route’ dan ook zo dankbaar is, vraag ik mij af, voor de Belgische kleinschaligheid: een uur zuidwaarts rijden van Brussel is alles groen en lijkt de stad een verre herinnering.
Pas voor de allerlaatste kilometers zouden onze wegen scheiden. Afslag Houyet, 37 inwoners per vierkante kilometer: onze majesteit zou hier - als hij zijn gps en geen geheim weggetje volgt - linksaf keren en nog een drietal kilometer aftellen richting retraite in het kasteel van Ciergnon, officieel koninklijk verblijf sinds Leopold II. Ik pink naar rechts, een kleine kilometer aftellen richting retraite in Château de Vignée, een eeuwenoud en pas gerenoveerd kasteel en sinds kort een van de zeven Belgische hotels in het luxenetwerk Relais & Châteaux.
18e-eeuws kasteel
De zaakvoerder van het megaproject is Christian Teunissen, CEO van het beursgenoteerde bedrijf Xior.
Achter de poort verschijnt het heraangelegde plein met de kasteelboerderij. De vierkantshoeve van Vignée is 18de-eeuws, de eerste beschrijvingen zijn nog veel ouder. Een groot erf, vier vleugels met 25 slaapkamers - van comfortkamers tot suites met uitzicht op de Lesse, restaurant Arden, twee feestzalen, een oneindige wijnkelder waarover later meer en ik als enige gast. Andere aanwezigen - anderhalve meter afstand, met alcoholgel bij de hand - zijn gastvrouw Hélène Dufermont, chef-kok Kwinten Boelen en sommelier Cédric Deblandre. Dit weekend moet ik, alleszins qua luxe, niet voor een koning onderdoen.
Ware het niet van de coronakwestie, dan stonden de poorten van Château de Vignée al open. Nu wachten de nieuwe slaapkamers, de boudoireske lobby en bar met lederen toog en de terrassen langs de rivier ongeduldig op 22 juni, de dag dat ze hun eerste klanten in volle glorie mogen ontvangen. Zo komt het dat Sabato dit nieuwe luxehotel als proefkonijn, exclusief én solitair, kan uittesten. ‘We kunnen niet wachten om eraan te beginnen’, aldus het team.
Gezellige luxe
'Open haarden, de kinderen op hun gemak, petanque met een flesje pastis erbij. Luxe moet niet stijf, maar als thuiskomen zijn.'Christian Teunissen
Zaakvoerder van dit megaproject is Christian Teunissen. Hij maakte van mensen soigneren een succes: zijn Xior is een op de Brusselse beurs genoteerd bedrijf dat gespecialiseerd is in studentenkamers in België, Nederland en Spanje. Met een vermogen van meer dan 82 miljoen euro neemt hij plaats 256 in op de lijst van rijkste Belgen.
Dat hij er met dit hotel in Villers-sur-Lesse, een deelgemeente van Rochefort, in 2018 nog een uitdaging bovenop nam, is persoonlijk: ‘Was het niet Château de Vignée, dan kocht ik nooit een hotel.’ Want het was liefde op het eerste gezicht in 2001. Uitgenodigd door zijn schoonbroer die vaak jaagt in de streek, verbleef zijn gezin die kerstperiode voor het eerst in het château, dat toen nog in handen was van de vorige eigenaars. Modern was het niet, maar de gezelligheid was troef: ‘Vanaf dan keerden we elke kerstvakantie terug, mijn kinderen groeiden ermee op’, aldus Teunissen, die het complex twee jaar geleden kon overkopen en zopas de renovaties afrondde.
De gezelligheid, zij het iets luxueuzer, bleef essentieel: ‘Open haarden, de kinderen op hun gemak, petanque met een flesje pastis erbij.’ Luxe moet niet stijf, maar als thuiskomen zijn: ‘Ik heb graag dat de mensen op hun gemak zijn, dat ze geen klachten hebben, maar na een fijn weekendje willen sms’en om te zeggen hoe goed ze zich hebben geamuseerd. Daarom dat de lat hoog ligt.’
Onthaasten in eigen land
Om te cateren aan een breed publiek met een neus voor luxe legt Château de Vignée stevige troeven op tafel. Er is het design: een modern Scandi-interieur door het Antwerpse visueel bureau WeWantMore, architectuur met aandacht voor lokaal materiaal door het architectenbureau Atelier47 uit Durbuy dat ook Marc Couckes viersterrenhotel Le Sanglier des Ardennes én Wout Bru’s bijbehorende restaurant onder handen nam. Wat Coucke daar deed, was een voorbeeld: ‘Het potentieel, dat ook wij verlangen naar onthaasten in eigen land, was meteen duidelijk.’
Ook de locatie is een troef. Pal tussen Brussel en Luxemburg is het ideaal voor zakenlui. Helemaal in de bossen is het een droom voor wandelaars, fietsers en de golfers van de Royal Golf Club du Château d’Ardenne. En natuurlijk voor jagers. In de omringende jachtvelden van de Koninklijke Schenking jagen ze op reeën, reebokken en everzwijnen.
Voor Bourgondiërs
Maar vooral de bourgondiër zal hier rijkelijk aan zijn trekken komen. Bijvoorbeeld in de ondergrondse wijnkelder, een James Bondfilm waardig. In de naam Vignée, zoals ook dit kleine gehucht heet, echoot de streek haar vergeten wijngeschiedenis: ooit groeiden wijnranken langs deze Lesse-oevers.
Dat die verleden tijd zijn, komt volgens de sappigste legende door toedoen van Napoleon Bonaparte, die de vernietiging zou hebben geëist ten gunste van de Franse wijnproductie. Dat verhaal, zoals ook het Château het vermeldt, is volgens historici echter onwaarschijnlijk. Vooral de klimaatverandering, net zoals eenvoudigweg de toegenomen bereikbaarheid van productievere wijnstreken hadden een hand in de verdwijning.
Hoe het ook zij, met ruimte voor 16.500 flessen wijn gaat Château de Vignée voor een revanche van formaat. ‘Bedoeling is om de klant alles te kunnen aanbspieden waar hij op zoek naar is’, aldus sommelier Deblandre, die niet kan wachten om met zijn klanten af te dalen in de gedimde grot van Ali Baba waar ‘zijn baby’tjes’ zullen rusten: wijnen van 30 tot 8500 euro, van Frankrijk tot Chili. De houten ronde tafel, in zacht licht dat door een glaskoepel vanaf het plein stroomt, wordt het middelpunt van de gedimde privédiners met aangepaste wijntastings van Deblandre.
Luxecateraar
‘Rouge Belge’-marmer om het centrale haardvuur, lokale natuursteen in de badkamer en West-Vlaams Verilin-linnen op bedden en ramen. Belgisch vakmanschap schuilt hier in de kleinste details, tot het Désirée by Roger Van Damme-chocolaatje voor het slapengaan toe.
Ook in de keuken van Arden, het restaurant onder leiding van chef Boelen, heerst de lokale filosofie. De zuivel komt van bij boeren als Plaquette en Jambjoule. Wat niet lokaal is, verzamelt kazenkoning Van Tricht. ‘Maar alleen van Belgische producenten’, zegt Boelen.
Zelfs voor de vleesmessen ging hij the extra mile: ‘Iedereen gebruikt Laguiole. Zéér goed, doe ik thuis ook. In Arden mocht het iets meer zijn.’ Hier zijn de vleesmessen speciaal ontworpen door een messenmaker, en is hun vlijmscherpe lemmet geen overbodige luxe. Want in de Famenne is de jacht deel van het leven, en dus ook van het bord.
Als tiener twijfelde chef Kwinten Boelen tussen de landbouw- en hotelschool, maar de natuur achtervolgde hem als een slingerplant. Bij het eens zo roemrijke Scholteshof in Hasselt zag hij welke plaats een moestuin in een sterrenkeuken kan hebben. In de tuin van zijn schoonmoeder ontwikkelde hij groene vingers. En toen hij, ondertussen als luxecateraar aan de slag, de kans kreeg om op een Naams kasteel mét groentetuin te letten, was hij ogenblikkelijk verkocht. ‘Ik had al eerdere voorstellen afgewezen’, zegt Boelen, die niet zomaar een restaurant wou leiden: ‘Maar dit is én Arden, én twee feestzalen én een brasserie én de moestuinen.’
Daarbij is de kruidentuin aan de hoofdingang maar het topje van de ijsberg, want Boelen houdt er voorts nog 28 are moestuin op na. Het maakt Arden tegelijkertijd no-nonsense en verfijnd: van de lunch tot het zesgangenmenu. Hier zul je zelden laborantencuisine vinden: ‘Espuma’s maken, ik heb dat allemaal geleerd in de keukens van onder meer ’t Zilte’, zegt de chef, die tegenwoordig liever everzwijnen leert versnijden en roken. ‘Dit is mijn stijl: een pure keuken waarin ingrediënten zichzelf zijn.’
Spacomplex
De stijlvolle hotelgids in de ruime nachtblauwe slaapkamer prijst de nabije toeristentrekpleisters aan: de abdij van Maredsous, de grotten van Han, Durbuy... Genoeg te doen als je hier een week bent, maar ik kies voor het aanpalende avontuur. Eerlijk is eerlijk: ook als klein principieel verzet tegen de nabijgelegen snelweg die je binnenshuis niet hoort, maar die buiten bij wind wel je idyllische plaatje wat verstoort.
Het domein grenst aan RAVeL-150, een wandel- en fietspad van 21 kilometer in voormalige spoorwegbeddingen langs de Lesse, maar voor de hotelgasten wacht een route ‘off the beaten track’. Wandelingen tot 16 kilometer, uitgestippeld door Boelen, die het gebied en al zijn dieren en bomen op zijn groene duim kent. Zo wandel je met een vers picknickpakket tussen de douglassparren en eiken, langs opmerkelijke paden als ‘Route de la Peste’, dat ooit middeleeuwse pestslachtoffers naar een laatste rustplaats bracht.
Laat al dat wandelen je koud, dan zijn er natuurlijk nog het zwembad, de sauna en het spacomplex. Ook daar is wijn nooit ver weg. De producten in de spa (net als op de kamer) zijn van Caudalie, een Frans verzorgingsmerk op basis van druivenpitten van de ranken van Château Smith Haut Lafitte, waarvan je de topwijnen overigens ook in de kelder vindt.
De sauna, onder het terras, geeft een panoramisch beeld van de Lesse-vallei. ‘Kun je geloven dat zelfs dit uitzicht went?’, zegt Boelen terwijl we naar het natuurtoneel achter de glaspartij kijken. Een ganzenfamilie met kuikens peddelt langs een beverburcht richting een eenzame vliegvisser in lieslaarzen, die in het midden van de Lesse hoopt op forel. Misschien rijdt de koning daarom telkens weer naar Laken. Alleen als je ernaar kunt terugkeren, blijft vakantie een paradijs.
Château de Vignée opent op 22 juni. Kamers vanaf 190 euro per nacht. Rue de Montainpré 27, 5580 Villers-sur-Lesse.