December is het, ook in Castelbuono: buiten giet het dat het geen naam heeft. Kobes dochter spot dat het zelfs in België beter weer is. Ik nestel me voor de open haard, en probeer een plekje te vinden met werkbaar internet terwijl ik de laatste beslissingen neem voor het kunstenprogramma van Horst 2023. Veel kunstenaars stonden al lang op mijn ‘wishlist’. Anderen zijn pas recent opgedoken. Zoals de Siciliaanse, in New York en Boston gevestigde Elisa Giardina Papa.
Op de jongste Biënnale van Venetië toonde ze de indrukwekkende installatie ‘U Scantu – A Disorderly Tale’. Het werk heeft me sindsdien niet meer losgelaten. De kunstenaar onderzoekt de waarde van burgerlijke ongehoorzaamheid, te midden van de constante on- en offlinecontrole waaraan we onderworpen zijn. Hoe kan het dat we zelfs in onze vrije tijd aan het werk zijn voor techmultinationals? Want al scrollend voorzien we ze constant van data. Hoe behouden we onze individuele en collectieve vrijheid als Google ons onderbewuste beter kent dan wijzelf?
In de installatie piepten keramieken vlechten vanuit gaten in de muren, en een video toonde rebelse tieners, gehuld in androgyne streetwear. Ze rijden op fietsen met getunede soundsystems, maar het is vooral de setting die beklijft: de betonnen landschappen van de dystopische spookstad Gibellina Nuova. In de provincie Trapani, in het noordwesten van Sicilië, bevindt zich dit megalomane bouwproject uit de jaren 80. Het moest een nieuwe stad worden, ter vervanging van het oude Gibellina, dat na een aardbeving in 1968 compleet verwoest werd. Het gemeentebestuur liet er kunstenaars en architecten op los, met onder meer het befaamde landschapskunstwerk ‘Cretto di Burri’ van Alberto Burri als resultaat.
De video hypnotiseerde me door de bevreemdende, zelf opgeëiste vrijheid van jonge vrouwen die er als outcasts ronddwalen. De zaaltekst lichtte toe dat het om een hedendaagse interpretatie van de ‘Donne di fora’ ging, een Siciliaanse volkslegende over de ‘vrouwen van buiten’, die ik in mijn onderzoek al enkele keren was tegengekomen.
De cultus gaat terug tot de vijftiende eeuw en vereerde deze vrouwen: overdag waren het plichtsbewuste huisvrouwen, maar ’s nachts maakte hun geest zich los van het lichaam. Ze verlieten dan hun huizen om de geesten van het hiernamaals te bezoeken. Als navolgers van de mannenwerende godin van de jacht, Diana, waren de ‘Donne di fora’ sterk verbonden met animistische natuurkrachten. Ze mediteerden, feestten en dansten. Hun scherpe rechtvaardigheidsoordeel maakte hen zowel gevreesd als vereerd.