Deze zomer opent het Britse koninklijke buitenverblijf voor het eerst zijn deuren voor het publiek. Het was dé plek waar koningin Elizabeth II zich het meest thuis voelde.
Margaret Thatcher had er een hekel aan, terwijl Harold Wilson juist dol was op de barbecues. Diana, prinses van Wales, charmeerde er een prins. En nu krijgen ook royaltywatchers eindelijk de kans om zelf te zien hoe het eraan toegaat. Deze zomer wordt kasteel Balmoral, voorheen exclusief gebruikt door de Britse koninklijke familie, opengesteld voor bezoekers. Met dank aan koning Charles, die de koninklijke residenties toegankelijker wil maken. Er komen ook rondleidingen in de pas gerenoveerde oostvleugel van Buckingham Palace, met inbegrip van het beroemde centrale balkon dat wordt gebruikt voor Trooping the Colour, de jaarlijkse ceremonie voor de verjaardag van de vorst.
20.000 hectare
Balmoral spreekt tot de verbeelding. Het kasteel in de Schotse Highlands was de favoriete stek van Elizabeth II, maar vooral de link met de geschiedenis maakt het landgoed van 20.000 hectare zo bijzonder.
Al sinds 1852 is Balmoral het favoriete toevluchtsoord van de koninklijke familie. In dat jaar werd het aangekocht voor koningin Victoria. Die vond haar nieuwe stek ‘klein maar mooi’ en schreef in haar dagboek: ‘Alles leek er vrijheid en vrede te ademen. Je vergat er de wereld en alle problemen.’ Maar prins Albert vond het echt te klein, zodat er al snel een nieuw kasteel op de locatie werd opgetrokken. De torens, zowel de grote als wat de Britten de kleinere ‘peperpottorentjes’ noemen, zijn typisch voor de Schotse baroniale stijl.
Margaret Thatcher zakte destijds voor de zogenaamde ‘Balmoral-test’. Ze haatte de charade-spelletjes en had geen aangepast schoeisel bij.
Het koninklijke paar gaf Balmoral een Schots tintje door het te versieren met tartans en het te decoreren in de traditionele Schotse kleuren. En door de Highland Games in Braemar te bezoeken, profileerde de koninklijke familie zich ook als Schots.
Balmoral is geen eigendom van de Britse kroon, maar privébezit van de koninklijke familie. Hier kunnen de royals zich terugtrekken van hun koninklijke verplichtingen om te ontspannen: paardrijden, op herten jagen of gaan vissen in de Dee, die door het landgoed loopt.
Elizabeth II bracht er steevast de zomer door: ze ging er wandelen met de corgi’s, haar favoriete honden, paardrijden of picknicken met familie en vrienden. Naar verluidt hielp ze na afloop graag met de afwas.
Binnen de muren van Balmoral werden er ook spelletjes gespeeld in het salon, ‘s winters met een tartandeken over de benen. En bij het ontbijt klonken doedelzakken.
De weekends van Elizabeth II bestonden meestal uit een formeel diner, een informele barbecue, en op zondag een bezoek aan de mis in Crathie Kirk. In de documentaire ‘Our Queen at Ninety’, ter gelegenheid van de negentigste verjaardag van Elizabeth II, noemde prinses Eugenie Balmoral ‘de mooiste plek op aarde’: ‘Oma en opa zijn er dolgraag, maar wij gaan ze daar ook graag bezoeken. Op Balmoral vind je ruimte om te ademen en te bewegen.’
Balmoral-test
Een oude traditie is dat de premier ieder jaar in september het staatshoofd een bezoek brengt op Balmoral. Dan ondergaat de regeringsleider de zogenaamde ‘Balmoral-test’, waar gasten worden verwacht zich correct te kleden, uit te drukken en te gedragen.
Op het lijstje van degenen die daar niet echt in slaagden, staan namen van zeer vooraanstaande figuren. Fans van de Netflix-reeks ‘The Crown’ weten dat premier Margaret Thatcher zakte voor de Balmoral-test. Ze haatte de charade-spelletjes en had geen aangepast schoeisel bij. ‘Je zag dat ze niet snel genoeg weer naar huis kon’, zei een loslippige getuige ooit. Maanden later slaagde een jonge Diana wel met vlag en wimpel, en charmeerde prins Philip.
Een oude traditie is dat de premier ieder jaar in september het staatshoofd een bezoek brengt op Balmoral.
De terreinen en tuinen zijn al elk jaar open voor het publiek. En deze zomer worden er voor het eerst rondleidingen georganiseerd in het kasteel, van 1 juli tot 4 augustus. De tours eindigen als de koning en koningin zich opmaken om naar Balmoral af te reizen voor hun zomervakantie.
Partysfeer
Elizabeth II was de eerste monarch die op Balmoral stierf, op 8 september 2022 – ze was 96. Ze was trouwens pas het tweede staatshoofd sinds James V in 1542 dat in Schotland overleed. Haar kist stond drie dagen lang in de balzaal, waar de koninklijke familie, het personeel van het landgoed en de buren haar een laatste groet konden brengen. De beroemde balzaal, met zijn drie gigantische kroonluchters en geweien die aan houten panelen hangen, kon dus niet ontbreken in de rondleiding. De route leidt ook langs het salon, waar de zieke Elizabeth op 6 september, twee dagen voor haar dood, Liz Truss ontmoette, toen die even premier was. Dan gaat het door de rode gang, waar koning Charles vorig jaar in september premier Rishi Sunak ontving, om vervolgens door te gaan naar de eetkamer en de bibliotheek.
Een leuke ruimte ook is de lobby van de lakeien, waar alleen mannelijk personeel verblijft. Het vrouwelijke personeel verblijft in wat Finch’s Lobby wordt genoemd. Paul Burrell, de vroegere butler van prinses Diana, schreef in zijn boek ‘A royal duty’ dat er in die vertrekken vaak een serieuze ‘partysfeer’ hing.
Hondvriendelijk
In tegenstelling tot de meer bekende staatsiezalen van Buckingham Palace, waar Elizabeth II veertien premiers aanstelde, krijgt het publiek maar zelden een inkijk in de kamers van Balmoral. Dat veranderde toen Elizabeth in 2022 Liz Truss als premier benoemde, en we een glimp konden opvangen van haar favoriete toevluchtsoord: het salon, met zijn opvallende groene banken, stoelen overtrokken met stof in bladpatroon, de open haard en de antieke schilderijen van paarden. Het viel toen al op dat er eigenlijk zeer weinig was veranderd sinds de jaren 1970: hetzelfde behang, dezelfde tapijten, en mogelijk zelfs nog dezelfde meubels. De kandelaar die in de jaren 1850 speciaal voor deze ruimte werd gemaakt, hangt er nog altijd.
Links van de open haard hangt ‘Death of the royal stag’, een schilderij van Sir Edwin Landseer waarop prins Albert zijn geweer op de linkerschouder laat rusten, met aan zijn voeten het hert dat hij net heeft geschoten, terwijl Victoria nadert op een paard dat wordt geleid door John Brown, de lokale jachtopziener uit Crathie. Brown was een vertrouweling van Victoria tijdens haar lange rouwperiode.
Rechts van de haard hangt een kopie van het portret dat Landseer schilderde van Victoria op een paard bij Osborne House, na de dood van prins Albert, vergezeld door Brown. Het salon is niet alleen comfortabel, maar ook hondvriendelijk. Details als losse hoezen en armkappen op de banken zijn stille getuigen van de praktische kant van de overleden koningin.
Voorts belooft de rondleiding toegang tot de waterverfschilderijen van koning Charles, de landschappen rond Balmoral, Highgrove en Sandringham, maar ook een collectie outfits gedragen door de koning en koningin Elizabeth II, en door de koningin-moeder.
Beleef Balmoral
Ernaartoe
- De twee dichtstbijzijnde luchthavens zijn Inverness, op ongeveer 1 uur en 50 minuten rijden, en Aberdeen, op een goed uur rijden.
- Openbaar vervoer is er vanuit Aberdeen, waar Stagecoach een buslijn exploiteert met een reistijd van twee uur.
Parkeren
- Kan in Crathie, naast Balmoral aan de A93, voor 5 pond. Voor mensen met een beperking en oudere bezoekers is er parkeergelegenheid binnen de terreinen van Balmoral.
Overnachten
- The Fife Arms in Braemar (op een kwartiertje rijden van Balmoral) is een romantisch vijfsterrenhotel. Er hangt een aquarel van koningin Victoria. thefifearms.com
- Op tien minuten rijden van Balmoral is er het 19de-eeuwse landhuis Darroch Learg. darrochlearg.co.uk
Charles’ disteldoolhof
De koninklijke tuinen beslaan zo’n 1,2 hectare en zijn het resultaat van de inspanningen van drie generaties koninklijke tuiniers. Naast verscheidene victoriaanse serres omvatten de tuinen ook de wildvoorraadkast, het ijshuis en een serre waar het hele jaar door bloeiende potplanten te bewonderen zijn.
Vooral prins Albert speelde een grote rol in het ontwerp van de parterres. Na zijn overlijden liet koningin Victoria verscheidene monumenten voor haar man optrekken op het landgoed. Op 15 oktober 1867, op de 28ste verjaardag van hun verloving, werd een groot standbeeld van Albert met hond en geweer onthuld – een creatie van William Theed.
Tussen 1923 en 1925 bedacht koningin Mary de ‘Charming Garden’, met een halfcirkelvormig, stenen terras rondom een centrale fontein. Het publiek kon voor het eerst van deze tuinen en kasteelgronden genieten toen ze in 1931 werden opengesteld.
In de jaren 1950 breidde prins Philip de tuinen uit met een grote moestuin. De verse producten die hij er teelde, werden tijdens de zomervakantie van de koninklijke familie gebruikt in de keuken. Philip was ook verantwoordelijk voor de aanleg van een met bloemen afgezoomd geplaveid pad, een watertuin ten westen van de hoofdtuin, en hij liet er een reeks eiken planten.
Nieuw sinds dit jaar, want toegevoegd door koning Charles, zijn het Disteldoolhof, het Keltische Balzaaldoolhof en nieuwe vormsnoei. Momenteel worden er ook een hele reeks nieuwe bomen en struiken geplant, waaronder een laan met kersenbloesem en achtduizend narcissen.
Rondleidingen in het kasteel van Balmoral, van 1 juli tot 4 augustus, voor groepen van maximaal tien personen. Een ticket kost 100 pond (ongeveer 115 euro) of 150 (175 euro) mét afternoontea. balmoralcastle.com