Atlete Nafi Thiam traint in Stellenbosch, op een halfuur rijden van Kaapstad. Dit zijn de zeven favoriete adressen van de zevenkampster in de Mother City.
1 | Bo-Kaap
Picture-perfect in pastel
‘Typisch misschien, maar zo esthetisch: de pastelkleurige huizen en de steile kasseistraten van Bo-Kaap’, vindt Nafi Thiam. ‘Die kleuren!’ De wijk, aan de voet van Signal Hill en gescheiden van downtown Kaapstad door Buitengracht Street, wordt dan ook behoorlijk platgeïnstagramd. Zeker op de hoeken, waar het zicht op de Tafelberg boven de daken nog net iets perfecter is.
De geschiedenis heeft minder fraaie elementen. In de wijk woonden vanaf eind achttiende eeuw vooral Zuidoost-Aziatische slaven, ingevoerd door de Nederlanders. Zij waren voornamelijk moslims en Bo-Kaap (‘Boven Kaap’) werd het kloppende hart van de Cape Malay (Kaap-Maleierse) cultuur.
De rijke keuken die daar deel van uitmaakt, valt te proeven in Biesmiellah, aan het einde van Wale Street, alleen al vanwege een portie ‘koeksisters’ een korte stop waard. Zak zeker ook af naar Dorp Street. Daar ligt de Auwal-moskee, de oudste van heel Zuid-Afrika, te herkennen aan de vijf palmbomen op de stoep.
Vandaag doen onvermijdelijke brunchplekken en boetiekhotels hun intrede en is er kritiek op de stijgende prijzen. Maar de charme blijft overeind.
Bo-Kaap Museum
| 71 Wale Street, Schotsche Kloof, Kaapstad
2 | The Potluck Club
Yes, chef!
De bediening is funky en warm, met veel getatoeëerde armen onder de opgerolde hemdsmouwen. De lunch is een waar feest. Penang-buikspek in een curry van kokos en pinda. Geroosterde bloemkool met gedroogde abrikoos, Cape Malay-style. Wagyusteak in een saus van zwarte truffels. De chef en oprichter van The Potluck Club, Luke Dale-Roberts, is een Brit die lang in Azië verbleef en zich daarna specialiseerde in de Afrikaanse keuken. En dat proef je. Een zitje aan de toog levert een vipblik op de drukte van de open keuken (Yes, chef!).
De porties zijn klein. Het is de bedoeling om drie à vier gerechten te combineren, zodat de sfeer ontstaat van een typisch Amerikaanse potluck: een dinner party waarop iedereen wat meebrengt en deelt. De wijnen komen bijna allemaal uit de wijdere regio en de cocktail van citroengras, passievrucht en sake is een lentefrisse smaakbom.
Gelegen op de zesde verdieping van een oude koekjesfabriek in Woodstock, bereik je het restaurant met een glazen lift. De buurt is een snel veranderende wijk. Edgy, zoals meerdere delen van Kaapstad, maar onderhevig aan gentrificatie. Getuigen daarvan zijn de met hekken omheinde boetieks en bars rond de Old Biscuit Mill.
The Potluck Club, The Silo, The Old Biscuit Mill
| 373-375 Albert Road, Woodstock, Kaapstad
3 | Oranjezicht City Farm Market
Van boboties tot Vietnamees
Laat een AI-beeldgenerator een foto creëren met als prompt ‘markt, artisanaal, hipster, weekend, grootstad’ en het kan niet anders of je komt uit bij iets wat sterk zal lijken op Oranjezicht City Farm Market. ‘Op zaterdag- en zondagochtend en in de zomermaanden op woensdagavond is dit dé plek om te proeven, te kopen, te zien en te worden gezien’, aldus Thiam.
De vibe is tegelijk cool en familievriendelijk. Groepen vrienden verteren hun kater van de nacht ervoor. Zwetende sporters staan na hun work-out in de rij voor een smoothie. En een dj draait Fleetwood Mac en de nieuwste van Beyoncé.
Onder de tentzeilen en pergola’s verkopen handelaars hun zorgvuldig gecureerde waar: geitenwollen truien, vers gesneden bloemen, keramiek en met de hand gevlochten manden. De brunchopties gaan van Zuid-Afrikaanse boboties tot Vietnamese sandwiches en ambachtelijke gelato.
De naam komt van de gelijknamige wijk waar ooit een Zeelander de boerderij Oranje Zigt oprichtte. Daar is ook de markt geboren, maar die is al even verhuisd naar de andere kant van de stad, op een zeer handig gelegen locatie: tussen het voetbalstadion, waar Nederland op het WK in 2010 zijn halve finale won, en V&A Waterfront, een trekpleister voor shopping en dining aan het water. Flat whites nippen en van bagels bijten kan bij OZCF, zoals de plek bekendstaat, met zicht op de blauwe oceaan.
Haul Road, Granger Bay Boulevard
| Victoria & Alfred Waterfront, Kaapstad
4 | Lion’s Head
‘Stairway to heaven’
‘Ik verkies de beklimming van Lion’s Head boven de beroemdere Tafelberg, die waar je ook bent in Kaapstad de imposante achtergrond vormt. De iets kortere hike naar de top van Lion’s Head – zo genoemd omdat je er, met de juiste invalshoek, het profiel van een liggende leeuw in kunt zien – is iets meer chill’, vertelt Thiam.
‘Het spiraalvormige pad op de 669 meter hoge bult neemt zo’n anderhalf uur in beslag. Toegankelijk, maar toch uitdagend genoeg. De weg naar boven bestaat uit drie delen: een grindweg, een rotsig stuk, en het handen- en voetenwerk op de slotklim met trappen en ladders. Die laatste staat volgens mijn gids Dino bekend als de ‘stairway to heaven’.
Die bijnaam is niet eens overdreven, want de beloning is een fabuleus zicht op de stad, de oceaan en onvermijdelijk, maar immer indrukwekkend, de Tafelberg. De zon zien zakken in de Atlantische Oceaan en de lichten van de stad zien aangaan, is een onvergetelijke sensatie. De drukte boven en het rijtje voor een selfie op Instagram Rock zijn niet eens storend. Bij zonsondergang werpt Lion’s Head een puntige schaduw over Kaapstad, tientallen kilometers ver.
Lion’s Head Hiking Trail
| Signal Hill Road, Signal Hill, Kaapstad
5 | District Six Museum
Stomp in de maag
‘We waren een getto, zeiden ze, maar nooit was er raciale frictie. Vanwaar toch die obsessie met huidskleur? Is whiter gelijk aan brighter?’ De rondleiding door een van de gidsen, die ex-bewoners zijn, is een stomp in de maag van de veelal internationale bezoekers. In het District Six Museum komt de getroebleerde geschiedenis van de buurt tot leven.
District Six was tot 1966 een wijk vlak bij het centrum van Kaapstad, een mengelmoes van culturen. Maar toen maakte de regering, in volle apartheid, de buurt met één wet morsdood. Het district moest helemaal tegen de grond en zou worden heropgebouwd als Zonnebloem, een wijk voor alleen maar blanken.
De 60.000 ‘gekleurde’ inwoners waren alles kwijt, inclusief hun gemeenschap, en werden overgeplaatst naar Cape Flats, om daar in barre omstandigheden en ver van hun jobs te gaan wonen. In het midden van het museum staat een toren met straatnaambordjes die werden gered uit het puin.
Tijdens haar bachelorstudies geografie maakte Thiam een eindverhandeling over Zuid-Afrika. ‘Ik probeer de plek waar ik zo veel tijd doorbreng beter te begrijpen, want ik kom met gesimplificeerde ideeën uit België. Ik wil weten hoe dat verleden dit land vandaag nog steeds beïnvloedt.’
District Six Museum
| 25A Buitenkant Street, Kaapstad
6 | Our Local
Zoet pièce de résistance
‘Voor koffie en iets zoets ga ik naar Our Local, dat op Kloof Street opvalt met zijn grote gele poorten. Die dateren van de tijd toen het gebouw nog een autogarage was’, vertelt Thiam. Het is niet abnormaal als je voorbijloopt en denkt dat Our Local een plantenwinkel is, en dat is het eigenlijk ook.
De plek bulkt van het groen, alsof je zit te eten en drinken in een lichte en luchtige serre, maar dan een met antieke meubels en luchters. De planten zijn dus te koop. De vintage meubels kun je niet meer aanschaffen. ‘Ze gingen te snel de deur uit, waardoor we weleens met te weinig tafels zaten’, zegt de manager, die op een woensdagnamiddag aan een tafeltje over de boekhouding gebogen zit.
De kaart is mediterraan, net als de sfeer. De toast met ansjovis blijkt een hit en ook de shakshuka (gepocheerde eieren met een tomaten- en chilisaus) en de bacon toastie (met brie en gekaramelliseerde ui) doen het uitstekend. ‘Maar het is de chocoladetaart die het pièce de résistance is op de menukaart’, benadrukt Thiam.
Kloof Street, in de ‘inner city suburb’ Gardens, is een van Kaapstads hipste buurten en bruist met nog veel meer culinaire rijkdom. In vergelijking met de uitgaansbuurt rond Long Street iets verderop is het geheel een laidback verademing.
Our Local
| 117 Kloof Street, Kaapstad
7 | Bakoven Beach
Stil strandparadijs
‘Camps Bay, het beroemdste strand van Kaapstad, met zijn witte zand, rijen palmbomen en Miami-style villa’s, loopt snel vol, net als de bars en restaurants errond. Voor meer rust laat je je door je Uber-chauffeur afzetten aan het iets zuidelijker gelegen Bakoven Beach’, vertelt Thiam. ‘Na even zoeken vind je tussen twee bungalows een pad naar een klein afgesloten paradijs, waar de rotsen je bovendien beschermen tegen de alomtegenwoordige wind.’
Van die granieten rotsen, waartussen strandgangers een eigen plekje vinden, zouden er enkele moeten lijken op een bakoven, vandaar de naam van de plek. Er is geen horeca, alleen wat stoelen en parasols.
Schrik niet: het water is koud, ook in de Zuid-Afrikaanse zomer. Thiams coach vindt dat je er niet echt bent geweest als je niet kopje-onder bent geweest. Al heeft de atlete daar geen boodschap aan. ‘Nope. Echt te koud. Hooguit met mijn voeten. Maar het strand is echt heel fijn.’
Bakoven Beach
| 12 Kreef Lane, Bakoven, Kaapstad