Jan Scheidtweiler aan tafel bij Bistro Julien in Lovendegem: een nieuw restaurant met oerklassiekers op de kaart.
'Pigeon en croûte', waar kan je dat nog eten? En 'quenelles de brochet', die balletjes gepureerde en gepocheerde snoekbaars? Het zijn klassiekers die doen watertanden maar die je slechts zelden op de kaart vindt, tenzij in dure eethuizen zoals Bozar in Brussel of d'Eugénie à Emilie in Saint-Ghislain.
Gelukkig kunnen liefhebbers van gerechten uit de oude doos sinds kort ook terecht in Lovendegem. Chef Davy Devlieghere en zijn vriendin Marie-Julie Haeck verbouwden er een café langs de grote baan tot een restaurant met veel wit, simpele houten tafels, gemakkelijke kuipstoelen en designlampen.
Het is het soort hedendaags hip restaurant - compleet met open keuken en stoelen aan een toog - waar je het zoveelste degustatiemenu verwacht. In die val trapt dit jonge koppel gelukkig niet. Hun menukaart is een verademing in de zee van uniformiteit die je tegenwoordig ziet bij nieuwe restaurants. Tenminste, voor wie 's avonds komt, want 's middags serveert Bistro Julien gewoon een beperkte lunch met één (18 euro) tot vier gangen (45 euro).
De avondkaart is opgedeeld in twee delen: één oerklassiek, met gerechten als 'kabeljauw dugléré' (gepocheerd en met 'geconcasseerde' tomaat), en één deel dat - ietwat overtrokken - 'zoektocht naar klassiekers van morgen' heet.
Waar?
Bistro Julien
Grote Baan 6
9920 Lovendegem
Tel. 09/324.43.11
bistro-julien.be
Gesloten op zondag.
Wijn?
Een mooie kaart met vooral Europese wijnen. De kaart is niet geografisch opgedeeld, maar per smaakstijl (fris, vol...). In elke categorie zijn er wijnen per glas te krijgen. Advies mag je hier niet verwachten: de vacature voor een sommelier staat nog open.
Decibel?
60 dB gemiddeld: zelfs bij een volle bezetting is het hier niet te luidruchtig. De tafels staan redelijk ver uit elkaar en de eetzaal is in twee delen opgesplitst.
Rekening?
186,5 euro voor twee.
Kom ik terug?
Een tof concept, een chef die kan koken en een kaart vol nostalgische klassiekers: dit is een restaurant waar je met plezier terugkomt.
Neen, hij heeft geen last van valse bescheidenheid, deze Davy Devlieghere. Maar de chef heeft dan ook een indrukwekkend cv. Hij werkte in het Hof van Cleve en bij de Baskische driesterrenchef Martin Berasategui. Daarna was Devlieghere souschef bij Danny Horseele in het Gentse Ghelamco-stadion.
De aperitiefhapjes die in sneltreinvaart het terras opduiken, laten alvast het beste vermoeden. Zowel een kroket van Gentse kop met dijonaise als een cracker van Argentijnse chimichurrikruiden met platte kaas en opgelegde radijs zit vol smaak. Ook na de verhuizing naar de eetzaal gaat de bediening in hoog tempo voort. Daar is de wijn voor bij het hoofdgerecht al, terwijl we nog wachten op het voorgerecht: snel is goed, maar trager is soms nog beter.
Gelukkig draait de keuken met de juiste versnelling. Twee 'quenelles de brochet' (19 euro) zijn helemaal zoals het moet. Stevig en toch luchtig, licht gekleurd aan de bovenkant en badend in een goede nantuasaus. De chef heeft zich een kleine twist veroorloofd door er stukjes venkel in te verwerken en dat vergeven we hem graag. Ook de duif met ganzenlever in een korst van briochedeeg toont dat Devlieghere de klassieke keuken in de vingers heeft. Het gekonfijte boutje en een diepe saus creëren extra plezier. Met zijn 45 euro is het een duur gerecht, maar tegelijk is deze versie veel goedkoper dan die van d'Eugénie à Emilie of Bozar.
En hoe brengt Devlieghere er in het hedendaagse repertoire van af? Een kalfstartaar wordt nog wat weggeblazen door een intrigerend Mexicaans garnituur van gerookte mais, sweet chili en pimenton (19 euro), maar een sterk bord rond twee dikke tarbotfilets (45 euro) en een friszure saus met prei bewijst het talent van de chef: het is hier lekker, met of zonder klassiekers.
Op zoek naar restaurants in uw buurt? Gebruik de Sabato-Restozoeker