Gedichten van Rimbaud, Parijse nachtclubs en de ‘reptielglamour’ van Lou Reed: een greep uit de inspiratiebronnen van Hedi Slimane voor de allereerste haute-parfumeriecollectie ooit van het modehuis Celine. Of hoe wilde tienerjaren resulteren in een parfumlijn met 11 geuren.
Zelfs in tijden van extreem social-mediaexhibitionisme geeft de Franse modeontwerper en fotograaf Hedi Slimane zichzelf zo weinig mogelijk bloot. Hij is discreet, terughoudend zelfs. Hij vertoont zich maar zelden in het openbaar. En interviews geeft hij nagenoeg nooit.
Na Dior Homme en Saint Laurent is Slimane sinds januari 2018 de artistiek directeur van het Franse Celine. Zijn missie? Het Parijse modehuis, opgericht in 1945, ombouwen tot een internationaal merk dat het hele luxespectrum inneemt.
Dus creëerde Slimane behalve een modecollectie ook een parfumlijn - ‘haute parfumerie’, om het in mooi Frans te zeggen. In totaal komen er elf parfums, die in twee tijden zullen worden gelanceerd: deze herfst liggen er al negen in een Parijse Celine-boetiek die speciaal voor de parfumlijn wordt geopend.
Volgend jaar komen er nog twee bij. Slimane kent het parfumuniversum trouwens goed. Bij Dior pionierde hij in 2004 al met een privécollectie eau de colognes. Een eerste, bescheiden poging. Nu mikt hij hoger.
De voorbije 20 jaar liep de gracieuze rauwheid van de jeugd, met veel rock-’n-roll en in zwart-wit, als een rode draad door het werk van Slimane als couturier en fotograaf. Androgynie en de Californische mythologie. Maar bij Celine regeert dit seizoen de ‘neobourgeoise’: een Parisienne met een niet altijd zo discrete charme, maar dan in een versie die typisch is voor Slimane. De typische ‘Slimane-touch’ dus.
Magie van cijfers
Van bij uw aankomst bij Celine bent u met het parfumproject begonnen. Is een dergelijke 360°-aanpak voor u essentieel?
Hedi Slimane. ‘Het op elkaar afstemmen van de artistieke fundamenten van een modehuis is voor mij incontournable. Iedere creatie, iedere ontwikkeling speelt een rol in het geheel. Noem het een soort artistieke discipline die alle waarden van een huis en zijn ontwerper integreert en in creaties omzet.’
‘De zachtheid van mijn parfums kan je zien als een tegengif voor dit tijdperk vol ruw- en rauwheid. Ik wil ruwheid bestrijden met breekbaarheid.’
‘In de mode moet je constant nieuwe terreinen ontginnen. In het geval van Celine dialogeert de parfumactiviteit perfect met de luxueuze lederwaren en de haute couture. De parfums bevestigen de nieuwe conventies van het huis Celine.’
‘Als je kijkt welke richting we uit willen, komt dat heel dicht bij de codes die ik hanteer voor mode en fotografie. Eigenlijk kan ik alleen maar holistisch functioneren.’
‘Zodra ik bij Celine aan de slag ging, zette ik me aan het werk voor de parfumcollectie. Parfum is altijd een manier geweest om een emotioneel register in mijn collecties te stoppen. Parfum is de eerste stap naar de mode die ik creëer, maar blijft die mode daarna ook volgen.’
Waarom bedacht u elf parfums? Gelooft u in de magie van cijfers?
‘Dat aantal is er vanzelf gekomen. Deze collectie haute parfumerie is voor Celine het begin van een mooi verhaal. Het cijfer 1 symboliseert bijvoorbeeld de eenheid van de collectie, maar tegelijk de overeenkomsten tussen die eerste parfums.’
Ook bij Dior werkte u al met geuren. Wat hebt u van dat avontuur toen onthouden?
‘In 2004 creëerde ik een privécollectie colognes, die intussen flink is uitgebreid. Het concept van een parfumcollectie stond toen nog in de kinderschoenen. Die eerste collectie stoelde op drie colognes: Cologne Blanche, Eau Noire en Bois d’Argent, een geur die intussen een echte klassieker is. In die tijd interesseerde dat project niet heel veel mensen. Ze konden zich niet inbeelden dat er een publiek zou zijn voor zo’n luxueus project in de zuivere traditie van de Franse parfumerie.’
‘Natuurlijk heb ik uit die eerste privécollectie zeer veel geleerd. En daarna bedacht ik het parfum Dior Homme, dat eveneens uitgroeide tot een klassieker.’
Overspel
Naar verluidt werkte u met een ‘geurboek’, dat de basis vormde voor de drie neuzen die de collectie uitwerkten?
‘Ik schreef dat boek in afleveringen. Beetje bij beetje viel alles op zijn plaats. Eigenlijk heb ik altijd naar de pen gegrepen om mijn parfumideeën uit te werken, ook bij Dior. Ik moet altijd woorden op papier kunnen zetten om de contouren van een creatief project te kunnen begrijpen. Over een parfum schrijven is niet gemakkelijk: het gebeurt per definitie instinctmatig. Daarna heb ik mijn parfumboek toevertrouwd aan een tiental parfummakers. Uiteindelijk heb ik drie neuzen geselecteerd die me tijdens het hele traject zullen begeleiden.’
Wat staat er in dat boek?
‘Het is een verzameling van beelden, impressies en vooral souvenirs. De biografische dimensie is immers zeer aanwezig in dit parfumproject. In mijn boek beschrijf ik een hele reeks personages, elk met hun eigen temperament, hun eigenheden en eigenaardigheden - met andere woorden alle contouren en finesses van de geuren.’
Is de parfumerie dan het ideale terrein voor creatievelingen, nog méér dan de mode?
‘Ik vind van wel. Het grote verschil is dat een couturier met een andere tijdsvisie werkt. Parfums zijn er om te blijven, ze vergezellen ons trouw doorheen de jaren. In vergelijking daarmee is mode overspel.’
Toch pakt u ook dit project aan alsof het om couture gaat?
‘Alles wat ik doe, pak ik aan alsof het couture is. Zo gaat dat al twintig jaar. Ik probeer altijd iets uitzonderlijks te maken, en het perfect uit te voeren. Noem het een vorm van luxueus artisanaat dat ik in stand wil houden en doorgeven.’
Uniseks
Welke geuren zijn u doorheen de jaren het meest bijgebleven?
‘Zonder twijfel de aromatische tinten. De tuinen aan de Middellandse Zee uit mijn jeugd. Maar evengoed werd ik als kind van dertien beïnvloed door de poëzie van Arthur Rimbaud. Ik was geobsedeerd door de melancholische jeugdportretten die hij schetste - dus lanceren we bij Celine in 2020 niet toevallig ook een Rimbaud-parfum. Uiteraard zal het hinten naar de eeuwige jeugd. Het is een geur waarmee ik vitaliteit wil laten uitschijnen, fragiliteit ook, het spleen van de adolescentie.’
Gebruikte u zelf al op jonge leeftijd parfum? Wat was uw favoriet?
‘Ik ben altijd geïntrigeerd geweest door de esoterische, geraffineerde en luxueuze parfumwereld. Amberkleuren, mooie flesjes met namen van grote couturiers en historische parfums: jazeker, ze fascineerden me. Ik groeide op in de jaren 70 en 80. Nooit hadden parfums zoveel prestige als toen, nooit vormden ze een krachtiger beeld. Ik droeg al vroeg een parfum van Caron, later een van Guerlain. Soms droeg ik een eau de cologne van Old England. Een eerste parfum is een teken van bevestiging, van emancipatie. Het is een soort initiatie tot een ritueel. Het opent de weg, het opent de wereld.’
Uw parfums zijn uniseks. Of gebruiken we dat woord beter niet?
‘Parfums zijn er om te blijven, ze vergezellen ons trouw doorheen de jaren. In vergelijking daarmee is mode overspel.’
‘Ik hou niet van het woord ‘uniseks’. Het wordt vaak gebruikt omdat men niet beter weet. Mijn hele carrière krijg ik al het label androgynie opgekleefd. Toen ik eind jaren 90 mijn carrière als couturier begon, was dat androgyne absoluut niet bon ton. Toch heb ik me daar nooit iets van aangetrokken. Mijn definitie van mannelijkheid hield een vorm van kwetsbaarheid in, van bewuste vrouwelijkheid. Maar een groot plan zat daar niet achter.’
‘Vandaag is androgynie inderdaad populair - iets wat ik toejuich - maar het heeft geen enkele invloed op de filosofie achter dit parfumproject. Bij Dior Homme droegen vrouwen ook mijn creaties en gebruikten ze mijn parfums. Mijn parfums voor Celine zijn tegelijk mannelijk en vrouwelijk, veeleer dan geslachtloos, een term die ik vreselijk vind. Het komt er uiteindelijk op neer dat je moet dragen wat je wil. Floraal voor mannen, boisé voor vrouwen, wat maakt het uit… Het is helemaal geen issue. Het is gewoon een kwestie van persoonlijke keuze, van gevoeligheid en emotie.’
Lou Reed tot Iggy Pop
De hint van poeder is de rode draad doorheen deze collectie. Gepoederde parfums doen denken aan een gesofisticeerde Parisienne. Wat maakt die tint bij u los?
‘De hint van poeder is een signatuur in mijn hele collectie voor Celine. Het is een tamelijk oude noot waarvan ik altijd heb gehouden en die mijn parfumstijl al bepaalt sinds mijn jaren bij Dior. Maar ik heb die gesofisticeerde noot altijd heel discreet gebruikt. Een hint van poeder vind ik een zeer Franse vorm van elegantie, een soort ‘chic’ uit de jaren 70 die lekker casual is.’
Die hint van poeder, als een witte sluier, wordt doorgaans geassocieerd met zachtheid. Zijn uw parfums een tegengif voor dit tijdperk vol ruw- en rauwheid?
‘Het vak van modeontwerper heb ik geleerd in het Parijse nachtleven, vanaf mijn 16de ging ik iedere avond stappen.’
‘De zachtheid en troost van gepoederde parfums kan je inderdaad zien als een tegengif voor het genadeloze tijdperk vol problemen waarin we nu zitten. Ruwheid bestrijden met breekbaarheid: met dat idee in het achterhoofd creëerde ik bijvoorbeeld La Peau Nue, maar ook Cologne Française of Saint-Germain-des-Prés.’
Ieder van uw parfums verwijst naar een persoonlijke herinnering, een moment in uw leven, een plaats. Wat leren we van u als we die parfums openen en hun geuren opsnuiven: Parade, Dans Paris, Black Tie, Reptile...
‘Het zijn hoofdstukken uit mijn leven. Ik wilde met die parfums een verhaal brengen, vertellen over mijn leven zonder woorden te gebruiken. De meeste namen lagen al ergens in een lade te wachten om ooit gebruikt te worden, zoals Reptile, dat ik beschouw als een olfactieve versie van mijn podiumkledij of portretten van rocksterren, van Lou Reed tot Iggy Pop. Black Tie dan weer is een knipoog naar mijn Dior-jaren en de bijbehorende smokingjasjes.’
Sommige geuren in de collectie slaan een brug tussen Parijs en de Middellandse Zee, waar uw roots liggen. Wat is vandaag uw thuis?
‘Ik ben zeer gehecht aan Californië, de Amerikaanse staat waarnaar ik ook een parfum vernoemde: Eau de Californie. Dat deel van de wereld zit nog altijd verankerd in mijn leven - ik heb er enorm veel herinneringen aan. Toch ben ik boven alles een Parisien. Ik hou van het leven in de cafés, de boulevard Saint-Germain, de bioscoopzalen van het Quartier Latin. Dus heb ik mijn anker opnieuw uitgegooid in Parijs, maar tegelijk ook in het zuiden van Frankrijk, waar ik mijn leven in Californië een beetje recreëer.’
Sommige parfums refereren aan de nacht. Aan nachtclubs zoals Le Palace en Les Bains Douches. Bent u zo’n nachtraaf?
‘Ik ben een nachtmens. Al vanaf mijn 16de ging ik iedere avond stappen. Ik observeerde iedereen zonder ook maar iemand te kennen. Alsof ik op een afstand van de anderen bleef om een foto te nemen. Ik vermoed dat ik mijn vak als modeontwerper geleerd heb in het Parijse nachtleven. Het was trouwens in Les Bains Douches en Le Palace dat de mode echt leefde. Dertig jaar later creëer ik bij Celine het parfum Nightclubbing, en probeer ik de geur terug te vinden van dat elegant decadente universum.’
Parade verwijst dan weer naar dandyisme, de manier waarop iemand zich aan de wereld laat zien. Houdt u van het woord ‘dandy’, en past het bij u?
‘Ik heb altijd een zwak gehad voor het rituele, voor de liturgie van het voorkomen. En dus voor de grote dandy’s uit de geschiedenis: van Baudelaire over Gainsbourg tot Dutronc en Doherty. Ook vandaag zie je nog altijd dandy’s die nonchalant voorbijstappen. Het parfum Parade werd vanuit die achtergrond gecreëerd. Ik heb vandaag veel contact met jonge, heel gesofisticeerd uitgedoste muzikanten, die ik fotografeer in Londen, Parijs en Los Angeles. Een contrast met de ‘normcore’-ninetiesrevival van vandaag, met sportswear die cheap en vol logo’s is.’
Celine-parfumboetiek
Vanwaar komt die tijdloze parfumflacon, die iets weg heeft van de art deco?
‘Ik ben altijd een fan geweest van de 18de eeuw in Frankrijk, maar ook van de modernistische bewegingen bij het begin van de 20ste eeuw. Behalve mijn zwak voor de Duitse en Nederlandse scholen Bauhaus en De Stijl omring ik me graag met meubels en spullen uit het art-decotijdperk of de zogenaamde Union des artistes modernes, zoals architect Robert Mallet-Stevens.’
‘Voor de parfumflacon heb ik samengewerkt met een Franse glaskunstenaar. Ik wilde iets van massief, rechthoekig glas. Het gewicht is fundamenteel, het definieert de beweging, de kwaliteit en de luxe van een voorwerp. De welving in de flacon heeft iets modernistisch. Vervolgens zette ik er zwarte lak op, met bovenop de Triomphe, het historische monogram van Celine. De collectie zal vanaf eind oktober trouwens verkrijgbaar zijn in een aparte Celine-parfumboetiek in de rue Saint-Honoré.’
‘In de mode moet je constant nieuwe terreinen ontginnen. De nieuwe parfums van Celine dialogeren perfect met de luxueuze lederwaren en de haute couture.’
Uw parfumcollectie was in een mum van tijd klaar. Leeft u snel?
‘Ik hol constant de tijd achterna. Alles beweegt zo snel rondom mij: nieuwe projecten, nieuwe collecties, fotosessies, ga maar door. Maar dat geeft me net de energie die ik nodig heb. Ik heb altijd op zo’n manier geleefd. Al heb ik sinds mijn jaren in Californië geleerd om wat tijd voor mezelf te nemen. Om na te denken en tot rust te komen.’
‘Met het parfumproject kon ik zeer snel gaan omdat alles al in mijn hoofd zat: de geest, de filosofie van de collectie, wat het moest betekenen voor Celine, de naam van elk parfum. Ik tekende de flacon in een mum van tijd, het etui ook, ik omschreef heel duidelijk wat ik wilde, en we konden meteen creëren. Dat we heel snel te werk gingen, heeft ook te maken met het persoonlijke, authentieke en vrije karakter van de collectie.’
U geniet een opmerkelijke status in de modewereld: een ontwerper over wie weinig geweten is, die onverzettelijk is en ook wel mysterieus. Beschouwt u zichzelf als een atypische modeontwerper?
‘Ik heb als modeontwerper twee fantastische peters gekend: Yves Saint Laurent en Karl Lagerfeld. Ik werd eigenlijk door hen uitgekozen, eerst door Yves, daarna door Karl. Ze werden mijn adoptievaders en ik houd eindeloos veel van hen. Tegelijk tekende ook Pierre Bergé mijn leven.’
‘Het beeld dat de buitenwereld van een modeontwerper heeft, klopt natuurlijk niet altijd. Het staat helemaal los van je echte leven. Je geeft het meest van je bloot als je op de achtergrond probeert te blijven. Ik heb altijd de schaduw opgezocht om voorrang te geven aan mijn creaties.’
In amper twee decennia maakte u het skinny silhouet populair, de androgyne mode, de rock-‘n-roll-mode, de mythologie van L.A. en nu de Parisienne uit de chique wijken. Is er een verband tussen al die elementen?
‘Ja, natuurlijk. Ik heb nooit iets gedaan dat geen verband houdt met mijn persoonlijke leven. Zo beheerste Parijs mijn leven op het einde van de jaren 90, de tijd van de French Touch. Maar ik had ook een Berlijnse periode, begin jaren 2000, waar de elektronische muziek centraal stond. In 2004 begonnen mijn Londense jaren, samen met de renaissance van de Britse rock. In 2008 vertrok ik naar Los Angeles om er alternatieve, Californische culturen te verkennen. En dit jaar begon ik een nieuw Parijs hoofdstuk - ik merk trouwens dat alles hier intussen veranderd is.’
‘Die periodes in mijn leven en creatieve cycli zijn voor mij een taal geweest die me structuur gaf. Ze informeerden en bepaalden mijn identiteit als couturier en fotograaf.’
Het lijkt wel alsof u uw eigen systeem ontplooit in een wereld die nochtans sterk gereglementeerd is en zelfs hermetisch afgesloten. Hoe slaagt u daarin?
‘Ik wil mezelf in de eerste plaats gaaf houden. Ik geloof in wat ik doe en ben altijd vastberaden, ook in risicovolle situaties. Dat zit diep in mijn aard, maar is ook een gevolg van mijn opvoeding. Dus onttrek ik me aan de bestaande regels en blijf trouw aan mijn principes, door eenzaam mijn eigen weg te bewandelen. Dat is een persoonlijke lijn waarvan ik nooit afwijk.’
Na voeding en cosmetica neemt het ecologische denken nu ook de modewereld in het vizier, met vragen over milieu-impact en overconsumptie. Beïnvloedt dat ook uw creatieve proces?
‘Ecologie is iets waar je constant over moet nadenken, vind ik. Alle modeontwerpers zouden dat trouwens moeten doen, in alle stadia van hun activiteiten. Wat we nu meemaken, is nog maar het begin van de ecologische revolutie. En het gaat nog lang niet snel genoeg.’
Hedi Slimane is en blijft een succesverhaal. Wat is uw geheim?
‘Wat ik creëer, is wie ik ben. Alles moet steek houden, alles moet zijn wat het lijkt, zonder pose. Mijn creaties zijn altijd op de een of andere manier gelinkt aan mijn leven, als waren ze een dagboek. Een kroniek van mijn leven, ja. Origineel zijn is fundamenteel voor een modeontwerper. Die notie van volledigheid, creatieve integriteit, die heb ik altijd als een verplichting tegenover mezelf ervaren. Misschien is het dat wat de mensen voelen. Ach, eigenlijk weet ik het niet, aan u om te zeggen wat het is.’
De eerste haute-parfumerieboetiek van Celine opent eind oktober, rue Saint-Honoré 390, Parijs.