Al dertig jaar verzamelt Solange Thierry bijous die nauwer aanleunen bij draagbare kunstwerken dan bij chique haute joaillerie. De creaties in touw, rubber en zelfs afval toont ze vanaf woensdag 5 september in Bozar en nu in Sabato.
‘Zonder juwelen voel ik me naakt. Zelfs als ik alleen thuis ben of snel even naar de winkel moet, draag ik ze. Mijn kledingstijl is er zelfs op aangepast. Ik draag alleen neutrale outfits zonder prints, zodat de juwelen alle aandacht krijgen.’ Solange Thierry, Française in Brussel, cultuurconsultant én verzamelaarster van hedendaagse juwelen, vertelt het terwijl ze ons meeloodst naar haar slaapkamer.
Daar liet ze een wandvullend meubel maken om haar collectie in op te bergen en tentoon te stellen. Als ze de deurtjes en lades opent, valt op hoe vol het zit. ‘Ik weet het, ik heb een tweede kast nodig. Er blijven maar stukken bij komen’, lacht ze. Sommige juwelen zijn zelfs te groot om erin te passen. Her en der in haar Ukkelse villa staan nog bustes of piëdestals met grote sieraden. Maar haar meubel boven is de échte schatkist. Uit elk laatje diept Thierry iets prachtigs op. Het een nog spectaculairder dan het ander: een ring met papieren vogelveren, een halssnoer van oude schroeven en zelfs een ketting zó lang dat ze tot onder haar knieën reikt. Opvallend: alle stukken die ze toont, doet ze ook aan. Of het nu een ketting is gemaakt van afval of een ring van een halve kilo. ‘Ik draag alles’, zegt ze trots. ‘Natuurlijk ga ik niet naar de bakker met zo’n extreem stuk. Maar als ik uitga, draag ik dat zonder problemen. Wat voor anderen extreem is, vind ik perfect draagbaar.’
Bouwmaterialen
Haar passie begon in de jaren tachtig. Ze was toen hoofdredactrice van het Franse kunstblad L’Oeil en ontdekte zo een nieuwe generatie juweelmakers die heel andere, minder edele materialen gebruikten. Denk aan ijzer, koper, veren, schelpen, touw, (plexi)glas, oude conservenblikjes en zelfs bouwmaterialen zoals cement. Al gebruiken sommigen ook (half)edelstenen en edelmetalen zoals goud en zilver. Bovendien zijn deze artiesten tegelijk ontwerper én maker. ‘Tot die tijd kende ik alleen klassieke juwelen en dat interesseerde me totaal niet’, herinnert Thierry zich. ‘Plots ging er een hele wereld voor me open. Al gauw kocht ik mijn eerste stuk, een ketting in keramiek.’
Toen een eyeopener voor haar, maar als je het item vergelijkt met wat ze nu in haar collectie heeft, is het nogal braaf. ‘Met de jaren begon ik extremer te kopen. Ook omdat mijn zelfvertrouwen groeide en ik steeds gewaagdere stukken durfde te dragen. De vreemde blikken die ik daardoor krijg, trek ik me niet aan. Opvallend: overal reageren mensen anders. In Parijs kijken mensen vooral vreemd zonder iets te zeggen. Belgen trekken ook hoge wenkbrauwen, maar vragen wel wat het is en zijn echt geïnteresseerd in het verhaal erachter. En als ik in mijn buitenverblijf aan de Baskische kust ben, vragen mensen op straat al grappend wat ik nu weer gekocht heb.’
Vakantiehuis als ring
De omvang van haar collectie schat ze op een duizendtal stukken. ‘Hoeveel ik er precies heb, weet ik eigenlijk niet.’ Veel van die juwelen zijn speciaal voor haar gemaakt. Artiesten maken voor het galeriecircuit vaak kleinere - lees: gemakkelijker verkoopbare - stukken. Maar daarin is Thierry niet geïnteresseerd. ‘Ik hou van alles wat ongewoon is, weg van de platgetreden paden. Dus vraag ik aan juweelmakers om iets speciaal voor mij te maken. Ik geef ze echt carte blanche en moedig ze vaak zelfs aan om nóg radicaler te zijn dan ze initieel van plan waren. Het is fijn om hen zo als kunstenaar te ondersteunen.’
De Frans-Algerijnse juweelmaker Jean Boggio maakte twee heel bijzondere ringen voor haar, met een perfecte miniatuur van haar vakantiehuis ‘Maison Pikotzea’ aan de Baskische kust in Frankrijk. Eentje is volledig in edelmetaal, het andere is ook bezet met edelstenen. Het terras is bestraat met 156 stukjes grossulariet, een bruingroen mineraal. De 18 bomen in de tuin maakte hij van toermalijn, amethist, turkoois, jade, chrysopraas en groen agaat. In het huis zit nog een schetsboekje verstopt.
Een andere artiest verwerkte een geërfde ring van haar moeder - een ring die ze helemaal niet graag zag - tot een nieuw ontwerp en noemde die ‘Mémoire de Nadine’.
Miskende artiesten
Goed nieuws voor wie houdt van haar uitbundige juwelen. Voor het eerst in haar verzamelaarsbestaan zal Thierry haar collectie exposeren. Naar aanleiding van Design September - de jaarlijkse designmaand in Brussel - programmeert Bozar vanaf woensdag een gratis tentoonstelling met een ruime selectie van haar sieraden. Die zullen niet gewoon droog aan de muur hangen, maar gepresenteerd worden in een scenografie van Piovenefabi, een Brussels-Milanees architectenbureau.
Ik hou van alles wat ongewoon is, weg van de platgetreden paden. Ik moedig juweelmakers aan om nóg radicaler te zijn dan ze initieel van plan waren.
Thierry had eerder al het plan opgevat om een boek te publiceren over haar collectie, om zo ‘haar’ juweelmakers te ondersteunen. Sophie Lauwers, hoofd tentoonstellingen bij Bozar, kreeg lucht van die plannen en vroeg Thierry of ze haar collectie eens mocht zien. Dat maakte blijkbaar indruk, getuige daarvan de expo. ‘Het zijn allemaal unieke stukken, gemaakt door de artiest zelf. Bovendien geven ze uitdrukking aan hun heel persoonlijke vormentaal en filosofie. Voor mij is dat een volwaardige kunstvorm, net zoals een schilderij, beeldhouwwerk, installatie of performance dus. Er zit een boodschap in’, pleit de Brusselse. ‘Ik doe dit echt voor de artiesten. Zij worden nog te vaak miskend en ik hoop dat zo’n boek samen met de tentoonstelling ze zal helpen.’
‘Neem nu Alina Alamorean, van wie ik veel werk heb. Als Roemeense vluchtte ze voor de communistische leider Nicolae Ceausescu, en die heftige achtergrond zie je in haar juwelen. Ze hebben altijd iets agressiefs. Typisch voor haar is ook dat ze veel trouvailles verwerkt die ze vindt op rommelmarkten of zolders.’
Geen kerstboom
De cataloog die bij de Bozar-expo hoort, telt zomaar even 350 pagina’s en 450 foto’s die het werk van ruim 180 hedendaagse juweelmakers bevat. ‘Een titanenklus’, zucht Thierry wanneer ze terugdenkt aan de samenstelling ervan. Als wij door het boek bladeren, valt op dat ze vooral halssnoeren en ringen koopt. ‘Oorbellen draag ik inderdaad nooit. Daarmee voel ik me een beetje een kerstboom. En ook broches heb ik amper, want die kan je niet combineren met kettingen. Het is of-of en dan verkies ik kettingen’, analyseert ze.
Ontdekte ze zelf nog een rode draad doorheen haar verzameling? ‘De enige constante ben ikzelf. Wat ik koop, is heel gevarieerd. Het is zeker niet mijn doel een bepaald domein te collectioneren. Het zijn stuk voor stuk coups de foudre. Mijn oog valt erop, ik koop ze en ik draag ze.’
De expo ‘Objets Ambigus: Hedendaagse juwelen, een passie’ opent dinsdagavond 4 september om 19 uur en is van 5 september tot 14 oktober gratis te bezoeken in Bozar. De catalogus kost 49 euro en verscheen bij Editions du Regard. bozar.be, designseptember.be
Dit artikel verschijnt in Sabato Magazine op 1 september 2018.