Pierre Degand | ‘Kleding is de eerste vorm van respect, voor jezelf en voor je gezelschap’
Pierre Degand, bezieler van de luxemannenmodezaak Maison Degand in Brussel, over het leven op het puntje van zijn vintage designstoel.
Pierre Degand, bezieler van de luxemannenmodezaak Maison Degand in Brussel, over het leven op het puntje van zijn vintage designstoel.
‘Bij een antiquair vond ik deze twee vintage designfauteuils van Flexform. Ze waren in erbarmelijke staat, maar ik vond het model prachtig. Dus liet ik ze opnieuw stofferen in goudgeel textiel. Dat heeft me meer gekost dan die zetels zelf, maar ik heb het ervoor over. Ik hou ervan om niet alleen mensen, maar ook meubels aan te kleden.’
‘Zeker en vast voor Steve McQueen, omdat hij zo’n complete acteur was. In gelijk welke rol die hij speelde, was hij weergaloos. In de jaren 70 liep hij rond in chukka boots, met een beige chino en een wit T-shirt: een look die nog altijd hedendaags is. Andere charismatische, goedgeklede acteurs als Humphrey Bogart, Cary Grant of Gary Cooper zijn ook welkom op het diner. Net als Winston Churchill, Hergé en Ian Fleming, de Britse schrijver van ‘James Bond’. In een documentaire over Sean Connery hoorde de Schotse acteur vertellen over de ontstaansgeschiedenis van de filmreeks. Fleming bleek al even elegant als het hoofdpersonage dat hij bedacht.’
‘Een goeie vriend nodigde me uit op een autopresentatie in Villa d’Este, Italië. Ik had een tafeltje gereserveerd in het restaurant van het hotel, met uitzicht op de fantastische tuin. Ik was gekleed in een elegante blazer met pochette, maar iemand van het personeel kwam me tegemoet met een plateau vol stropdassen. Ik dacht dat het een grap was, want het waren oude en gebruikte modellen. Ze stonden me niet aan, want ze pasten totaal niet bij mijn tenue. Ik meldde de directie dat het me stoorde dat ik iets lelijks moest dragen dat ik niet zelf gekozen had. Hadden ze me een mooie, passende das met het logo van Villa d’Este gegeven, dan was het prima geweest. Ik wilde die zelfs betalen.’
‘Ik heb wel een bureau, maar op mijn bureaustoel zit ik echt nooit. Ik ben de hele tijd in de weer. De stoel waar ik nog het liefst op zit, is die van mijn Aston Martin. Ik beschouw mijn oldtimer als een kunstwerk. Als het mooi weer is, ga ik graag een ritje maken in de Ardennen. Op mijn verjaardag nam ik deel aan een rally van Télévie, zowat de Franstalige Kom op tegen Kanker. Met een paar jonge kinderen kon ik een ritje maken in mijn Aston Martin. Het deed me deugd dat ze zoveel plezier hadden.’
‘Op die van generaal Dwight Eisenhower of de Amerikaanse president John Fitzgerald Kennedy: mensen die hun stempel hebben gedrukt op de twintigste-eeuwse wereldgeschiedenis. JFK is van de categorie Steve McQueen. Getalenteerd politicus, bakken charisma én altijd elegant gekleed. Zelfs in zijn vrije tijd op zijn boot, waar hij altijd de perfecte bermuda, de juiste polo, goedgekozen schoenen en een bijpassend horloge droeg. Stijl was hem aangeboren, hij had daar geen adviseurs voor nodig.’
De Milanese ontwerper Franz T. Sartori (1927-2000) – voluit Teodoro Antonio Franz Sartori – tekende deze fauteuil voor Flexform in de jaren 70. Het is een relatief zeldzaam model, maar wel het courantste van zijn hand. Behalve spiegels vind je nauwelijks iets van Sartori op de vintagemarkt.
Dit model is uit productie, maar voor een koppel vintage eenzits betaal je – afhankelijk van de staat en het materiaal – al snel 6.000 euro. In dezelfde serie bestaan ook tweezits en driezits.
Sartori was niet alleen een bekroond productdesigner, maar ook lokaal bekend als beeldhouwer. In publieke Italiaanse parken staan hier en daar nog sculpturen van hem.
‘Het gebrek aan originaliteit en klasse bij mensen. Mensen tonen mij soms een foto op hun smartphone en vragen om exact zo gekleed te worden. Terwijl ze helemaal niet dezelfde fysiek of uitstraling hebben. In plaats van iemands look te kopiëren, raad ik altijd aan: kleed je in proportie met je lichaamsbouw en draag iets wat bij je past. Kleding is de eerste vorm van respect. Zowel voor jezelf als voor je gezelschap. Als een man wil trouwen op baskets en in een wit T-shirt, is dat niet respectvol tegenover zijn vrouw, die net wél heel elegant gekleed wil zijn.’
‘Evolueer eens mee met je tijd, zeggen mensen me soms. Maar daarmee ga ik niet akkoord. Weinig mensen kleden zich nog op, zelfs niet als ze naar de opera of het theater gaan. Ik vind dat respectloos. Deze zomer was ik nog op het Domaine Les Crayères in Reims, in de tweesterrenzaak Le Parc van chef Philippe Mille. Aan de tafel naast mij zat een mooi geklede dame, maar haar partner was in bermuda, T-shirt en op teenslippers. ’s Anderdaags aan het ontbijt had hij exact dezelfde outfit aan. Aan de directie heb ik gemeld dat het hotel paradijselijk was, maar dat ze een dresscode zouden moeten opleggen voor het restaurant. Uit respect en beleefdheid tegenover de andere klanten. Ik vind dat een kwestie van educatie. Het is zoals ‘dankjewel’ zeggen als een auto of fietser voor je stopt bij het oversteken. Als dat soort elementaire klasse wegvalt, wat blijft er dan nog over?’