Alexander McQueen schokte met collecties zoals ‘Highland Rape’ en ‘Jack The Ripper Stalks His Victims’. Wie een inkijk wil in zijn leven en carrière, moet naar Bozar in Brussel.
Zijn verhaal leest bijna als een sprookje. Het begin, althans. Kind uit een Britse arbeidersfamilie die met naald en draad een stijl voor een generatie bepaalde en later tot in Buckingham Palace en Hollywood gesmaakt zou worden.
Maar McQueens leven verliep niet als een sprookje. Met onuitgegeven interviews van hem en nieuwe gesprekken met intimi schetsen Ian Bonhôte en Peter Ettedgui in ‘McQueen’ een genuanceerd portret, maar ook het verhaal van een onvermijdelijke neergang.
Er is Alexander, de ingenieuze ontwerper die opklom tot in de hoogste Parijse modekringen. Maar er is ook Lee - zijn eerste naam en degene waarmee hij door het leven ging vóór hij bekend werd - het schuchtere jongetje voor wie het allemaal te veel werd. ‘Zelfs op het hoogtepunt van zijn carrière was hij bang dat de mensen hem zouden ridiculiseren’, zegt zijn oudere zus Janet. In 2010 maakte McQueen een einde aan zijn leven.
Nieuwe docu over Alexander McQueen
‘Al het geld van de bijstand ging op aan stoffen’, zegt een jonge Lee Alexander McQueen in de documentaire. Hij heette toen nog gewoon ‘Lee’ en was even daarvoor een jongen die vooral opviel omdat hij uit de toon viel. Een zoon van een Oost-Londense taxichauffeur die de brui had gegeven aan zijn middelbare-schoolstudies - ‘Ik tekende toch alleen maar jurken tijdens de biologieles’ - en op aanraden van zijn moeder ging aankloppen bij de ateliers van Savile Row. Hij leert er het metier van de beste kleermakers, om daarna via een punklabel bij Romeo Gigli in Milaan te belanden.
Terug in Londen bemachtigt de Eastender in 1990 - hij is dan twintig - een plaatsje aan het vooraanstaande Central Saint Martins College of Art and Design. Het is zijn spaarzame tante Renee die het dure lesgeld betaalt.
Met zijn afstudeercollectie ‘Jack The Ripper Stalks His Victims’ zet hij meteen zijn signatuur neer. Daar sijpelt McQueens fascinatie voor het occulte, het verderf en de dood en zijn hang naar woestenij en fetisjisme voor het eerst door. Vanaf dan zal het schokken alleen nog in stijgende lijn gaan.
Het gespaarde bijstandsgeld was voor ‘Highland Rape’, zijn controversiële wintercollectie uit 1995 met verweesde modellen in Schotse ruiten en gescheurd brokaat. Ze is nog steeds prachtig én luguber: zijn geweldige baljurken die doen denken aan horrorfilms als ‘Birds’ en ‘Silence of the Lambs’.
Met broeklijnen tot ver onder de schaamstreek geeft hij mee vorm aan de ‘trashy’ mode van de nineties. De Cool Britannia zoals die toen heette. Hij is meer performer dan ontwerper: modellen stappen met wolven de catwalk op, of dansen gemaskerde rituelen. Topmodel Kate Moss wordt een hologram en robots bespuiten zijn jurken op de catwalk.
Gebruind en gebleacht
Wanneer McQueen 27 is, volgt een belangrijke episode: hij mag het iconische Givenchy leiden en trekt in 1996 naar Parijs. Hij is nu de allergrootste, met een enorm atelier tot zijn beschikking, een astronomisch hoog loon en al even astronomisch bekende fans als Björk en Lady Gaga. De modewereld overlaadt hem met superlatieven. Het enfant terrible is nu een ster. Maar met de roem komt ook de druk.
Groette McQueen het publiek na zijn eerste Parijse show nog als een rasechte Eastender - in baggy pants en met een blikje bier in de hand - de jaren erna transformeert hij geleidelijk tot een gebruinde en gebleachte designer die steeds strakker komt te staan: door liposuctie én overmatig druggebruik.
Terwijl de wereld aan zijn voeten ligt in Parijs, sijpelt zijn echte leven in Londen door zijn vingers. Zijn beste vriendin, grootste fan en muze Isabella Blow, de excentrieke Britse moderedactrice die hem als eerste spotte, pleegt zelfmoord in 2007. Intussen is McQueen seropositief, hoort hij stemmen en overleefde hij al verscheidene overdosissen. Wanneer in februari 2010 zijn moeder sterft, wordt het hem allemaal te veel. Enkele dagen later wordt McQueens levenloze lichaam gevonden in zijn huis in Parijs.
Waarom kijken?
‘Het verhaal van Lee is zoveel groter dan mode’, zegt regisseur Peter Ettedgui. ‘Hij verlegde de grenzen van wat mode kan zijn. Net zoals Mozart de symfonie transformeerde of Picasso de richting van moderne kunst veranderde.’
De documentaire schetst de onvermijdelijke neergang. Het verhaal van de leegte en werkdruk in de modewereld, de eenzaamheid aan de top, het drugsgebruik en de zelfdestructie. Zonder echter in de gevaarlijke val van de simpele verklaringen te trappen.
‘McQueen’ gaat op 28 oktober in première in Bozar in Brussel. De docu maakt deel uit van het ‘We Are Fashion’-festival van de mode- en designorganisatie MAD in de hoofdstad. mad.brussels. Vanaf 7 november is McQueen te zien in de rest van het land.