Een front-row van speciaal overgevlogen kunstverzamelaars. Niet standaard bij een modedebuut, tenzij die debutant tot de meest toonaangevende kunstenaars van deze eeuw wordt gerekend. ‘Dit is mijn bastaardversie van haute couture’, aldus Sterling Ruby.
Er is een enorm kabaal aan de andere kant van de lijn. Een van de medewerkers van Sterling Ruby is de onderdelen van een monumentaal kunstwerk aan elkaar aan het lassen. De kunstenaar stelt voor om terug te bellen vanaf een rustiger plek.
De reden voor ons telefoongesprek? Ruby (47) heeft beslist om de stap naar de modewereld te zetten. Al zat die overstap er wel aan te komen. Als kunstenaar werkte hij al zeer multidisciplinair: Ruby maakt schilderijen, sculpturen, installaties, maar ook keramiek en textiel en alles ertussenin.
Veel stukken bestaan uit textiel, behandeld met verfspatten, bleekmiddel of simpelweg verf. Of er zitten quilts in typisch Amerikaans patchwork aan vast. Voor zijn kunstwerken met spuitbusverf of enigmatische pigmentbeelden betalen verzamelaars een half miljoen euro of meer. Onder die verzamelaars zitten alle grote musea: van het MoMA in New York over Modern Tate in Londen tot het Centre Pompidou in Parijs. En privéverzamelaars zoals de Belgische modeontwerper Raf Simons.
Toen Simons in 2012 creatief directeur werd bij Dior, gebruikte hij in zijn eerste haute-couturecollectie werken van Ruby als print op jurken en jassen. Tot zijn eigen grote tevredenheid. Nog tijdens de pasbeurten stuurde Simons enthousiast een foto van het resultaat naar Ruby.
Twee jaar later werkten ze samen aan een kledinglijn die de twee namen op het label kreeg en erg werd gesmaakt, zowel commercieel als door recensenten.
Samples werden heen en weer gestuurd tussen de verschillende teams, aan beide kanten van de oceaan.
Bij het catwalkdebuut wandelden de modellen tussen Ruby’s kunstwerken - hangende vampiertanden in de kleuren van de Amerikaanse vlag. Na de show stond een meer dan opgetogen Ruby de pers te woord: ‘Iedereen stond juichend recht. Op dat moment dacht ik: “Gedaan met kunstenaar spelen, dit is zo fantastisch.”’
Amish
Hij denkt er nog altijd zo over. Midden juni lanceerde Ruby op de mannenmodebeurs Pitti Uomo in Florence, waar hij als ‘special guest designer’ was uitgenodigd, zijn eigen modelabel: S.R. STUDIO. LA. CA. Mogelijk met dank aan Calvin Klein 205W39NYC, het label dat tot december vorig jaar werd ontworpen door Simons en met wie Ruby samenwerkte voor de aankleding van de showroom en de inmiddels verdwenen boetiek van het merk op Madison Avenue.
Voor Ruby’s eigen eerste runwayshow waren sommige kunstverzamelaars van de kunstbeurs Art Basel speciaal met hun privéjet naar Florence gevlogen. Backstage was multimiljonair Ruby, ondanks zijn renommee en indrukwekkende klantenbestand in de kunstwereld, tot de laatste minuten voor de show in de weer met het juist draperen van de dikke sweaters en het weghalen van de laatste pluisjes op kledingstukken.
Ruby’s collectie is, geheel in lijn met de tijdgeest, genderfluïde. De kunstenaar zelf beschrijft zijn collectie als ‘autobiografisch’. Ze brengt het leven van de artiest in kaart: van zijn jeugd in ruraal Pennsylvania - met veel handgemaakt patchwork en verwijzingen naar de kleding van de amish-gemeenschap - tot zijn tijd in Californië, waar Ruby sinds 2003 woont, met werkkledij in jeansstoffen en beklad met Ruby’s typische spetters en vlekken.
Doorheen de hele collectie lijkt hij zich stelselmatig de vraag te stellen waar Amerika voor staat, precies zoals hij dat doet in zijn kunstwerken.
Bastaardversie
Ruby’s label telt vier lijnen, van een basislijn tot unieke stukken die hij helemaal zelf met de hand maakte. ‘Dit is mijn eigen bastaardversie van haute couture’, lacht Ruby. Het prijskaartje? Dat schommelt van 315 euro voor een T-shirt tot 54.000 euro voor een uniek, handgemaakt stuk. In vergelijking met een schilderij of een beeld nog altijd een koopje. ‘Ik wilde altijd al een manier vinden om een grote hoeveelheid werken met een betaalbare prijs te maken’, zegt Ruby.
Een van de creaties draagt de naam ‘ED.50’, en daarvan werden er maar vijftig gemaakt, zoals dat ook het geval is bij een litho. Een ander stuk kreeg de titel ‘Soto’, naar de straatnaam van Ruby’s studio: het werd met de hand gemaakt in die ruimte, een gebouwencomplex van 1,6 hectare en meer dan 40.000 vierkante meter binnenruimte.
De productie van de stukken gebeurde zowel in Los Angeles als in Italië, Japan en Hongkong. Ze zijn te koop via de onlineshops ssense.com en srstudio.com. En de creaties zelf? Van het interessantste en opwindendste dat we in lange tijd te zien kregen.
Luchtmachtbasis
Ruby woont en werkt in Vernon, op 7 kilometer van Los Angeles. Hij spreekt met een zachte, licht Californische tongval en heeft de looks van een surfer. Hij oogt jonger dan hij is en lijkt niet echt op een kunstenaar. Hij was eerst in de bouwsector aan de slag vooraleer hij een kunstdiploma behaalde. Maar lang voor dat alles bezat hij al een naaimachine.
Ruby werd geboren toen zijn Nederlandse moeder en Amerikaanse vader gestationeerd waren in Bitburg, een luchtmachtbasis in Duitsland. Ze verhuisden naar de States toen hij nog een kind was. Eerst naar Baltimore, dan naar New Freedom, een dorp in Pennsylvania. Zijn hippie-ouders konden daar evenwel niet aarden: de lokale amish-gemeenschap beschouwde het gezin als buitenstaanders.
Zijn moeder gaf hem een naaimachine toen hij dertien was. Ruby gebruikte ze om zijn eigen kleren te maken, waardoor hij zichzelf nog meer buiten de kudde plaatste. ‘Ik ondervond al snel dat mensen in mijn omgeving op hun hoede waren voor alles wat anders was en voor iedereen die zich anders gedroeg. Als tiener was dat heel provocatief en krachtig.’
Ruby’s kunstwerken verwijzen geregeld naar dat verleden, iets waar hij soms wat schaamte over voelt. ‘Ik wist hoe ik een quilt moest maken lang voor ik wist wie kunstenaar Ellsworth Kelly was’, zegt hij. Ongeveer tien jaar geleden begon hij opnieuw kleren te maken. ‘Ik begon stukken stof opzij te houden om een eenvoudige outfit voor mezelf te maken.’
Deze ‘gekannibaliseerde’ stukken werden een onofficieel uniform voor Ruby. ‘De voorbije zes jaar droeg ik bijna uitsluitend zelfgemaakte kleren’, zegt hij. Hij liet zelfs speciaal gemerkte ritssluitingen en labels vervaardigen. De draagbare creaties waren niet bedoeld als kunst, maar werden in 2016 toch tentoongesteld in de Sprüth Magers-galerie in Londen. Voor Ruby is zijn recentste modelabel vooral een natuurlijke extensie van zijn persoonlijke leven en zijn persoonlijke interesses.
Niet happy
Kunst en mode beleven de jongste tijd een succesvolle cross-over, maar meestal komt het enthousiasme vanuit de modewereld richting kunst. Het lijkt wel een manier om de inspanningen van designers en de soms buitensporige prijskaartjes te legitimeren. Ruby’s enthousiasme voor de modewereld is in dat opzicht bijna uniek.
‘Toen Raf en ik onze eerste projecten opzetten, was er veel tegenstand van de mensen met wie ik al samenwerkte. De galerieën, sommige verzamelaars, ga zo maar door. Ze smeekten me om het niet te doen. Maar kijk, ik deed het toch’, lacht Ruby op een pretentieloze en voor een kunstenaar atypische manier. ‘Ze waren er echt niet happy mee, maar mettertijd merkte ik dat er een jongere generatie is die daar niet over struikelt. Muziek, film, kunst, mode: voor hen is het allemaal gelijkwaardig, en dat vind ik fantastisch. Ze zijn zo op hun gemak met de vervaging tussen de genres, de werkgebieden en de culturen dat ze niet eens het verschil merken. Daar hou ik van.’
Creatief directeur zijn, het lijkt Ruby wel wat. Tot op zekere hoogte is zijn werk, dat hij zelf als zeer oprecht beschouwt, een antwoord op de zeer afgeborstelde waarden en filosofieën van artiesten zoals Jeff Koons. ‘De meeste kunst uit die periode was ironisch, zelfs cynisch of theoretisch’, vertelt Ruby over creaties die tegelijkertijd heel diep maar ook oppervlakkig kunnen zijn en meestal werden gemaakt door een legertje medewerkers.
Ruby heeft natuurlijk ook zelf assistenten, zoals zijn lasser. ‘Ik kan wel een stukje lassen, maar echt goed ben ik niet. Ik kan helemaal alleen een sculptuur maken, maar dan lopen we het risico dat we het beeld ergens opstellen en dat het omvervalt.’ Maar hij houdt er wel van om zelf aan zijn stukken te werken, creaties waarvan de vorm en imperfectie zijn hand laten vermoeden.
Stoutmoedig
‘Ik wilde altijd al een manier vinden om een grote hoeveelheid werken met een betaalbaar prijskaartje te maken. Niet de prijs van een schilderij of een sculptuur.’
Ruby’s kunst is complex en simpel, groot en stoutmoedig. Zijn mode is daar een verlengstuk van. ‘Ik wil nooit mijn onafhankelijkheid als kunstenaar opgeven’, stelt hij. ‘Nu ik twintig jaar aan het hoofd van mijn studio sta, weet ik dat er sommige zaken zijn die ik aan niemand anders wil toevertrouwen. Soms ga ik door een fase waarin ik helemaal alleen wil werken. Maar ik hou ook van teamwork. Voor mode lijkt het me zelfs beter om met een team te werken, samen te creëren, te produceren en dan een hele lijn de wijde wereld in te sturen.’
Ruby refereerde in het verleden aan Bauhaus, gevraagd naar invloeden op zijn werk en de manier waarop verschillende kunstvormen zonder onderlinge hiërarchie door elkaar worden gebruikt. ‘Voor mij maakt het niet uit of ik met een stuk stof een sculptuur, een broek, een jas, een grote vlag of een theaterdoek maak.’