De wereld van de collectioneurs is er een van dromen, bezitten, en (ja, af en toe ook) bezeten zijn. In deze aflevering: de Delvaux-verzamelwoede van Stefanie Weckx.
In het stationnetje van Oplinter stap je een Delvaux-walhalla binnen. Niet dat van de surrealistische schilder Paul Delvaux – al zou dat gezien zijn treinenfascinatie niet zo vreemd zijn – maar van ‘s werelds oudste luxelederhuis. Wat voor Stefanie Weckx twee jaar geleden begon als een hobby, groeide uit tot een privéverzameling met meer dan dertig exclusieve handtassen én werd ook haar beroep. Met Atelier Mémé koopt en restaureert ze Delvaux-handtassen om ze daarna te verkopen via haar website. Een succes: elk jaar vinden duizend Delvaux-tassen via haar een nieuwe eigenaar, terwijl haar zeskoppige team ook nog eens 300 à 400 exemplaren restaureert.
De fascinatie voor Delvaux begon twee jaar geleden, tijdens haar zwangerschapsverlof. ‘Ik las een boek over de Fire-beleggingsbeweging en daarin ging een hoofdstuk over beleggen in luxehandtassen. Ik kende er niets van, maar ben me erin gaan verdiepen. Al snel viel me iets op: er zijn twee stromingen in de tweedehandsverkoop. Aan de ene kant heb je de luxetweedehandsboetieks, aan de andere kant de particulieren, die vaak oude modellen in minder goede staat zelf online aanbieden.’
Het kriebelde bij de jonge moeder om zelf de sprong te wagen. ‘Ik kocht online mijn eerste Delvaux: een Borsalino voor 200 euro. Het plan? Doorverkopen met winst. Ik maakte professionele foto’s, stelde een duidelijke beschrijving op en zette de tas op een veilingsite voor 350 euro. Nog voor ik het goed en wel besefte, was ze verkocht.’
Doctoraat
Weckx had de smaak te pakken. ‘Ik zag het als een nieuwe hobby die een klein extraatje opleverde. Ik schuimde rommelmarkten af, dook in Facebook Marketplace en deed mee aan onlineveilingen.’ Tegelijk begon ze zich te verdiepen in het restaureren van de handtassen. ‘Een paar slimme opknapwerkjes kunnen de waarde sterk verhogen. Wat daarbij belangrijk is? De juiste verfkleur vinden om het leder op te frissen.’ Of die kleur zelf samenstellen. ‘Delvaux heeft ongeveer vijf tinten cognac, maar om exact de juiste match te vinden, moet je soms honderd keer opnieuw beginnen. Ik meng al mijn kleuren zelf en heb intussen een uitgebreide inventaris opgebouwd.’
Al snel werd duidelijk dat haar doctoraat in de architectuur combineren met Atelier Mémé niet houdbaar was. ‘Eerst zag ik de handtassen als een pauzemoment, maar al snel was het omgekeerd. Toen wist ik dat ik moest springen.’
Verslaafd aan leer
Dat Weckx bij Delvaux-handtassen terechtkwam, was puur toeval. ‘Ik vond het een mooi Belgisch merk, het oudste handtassenmerk ter wereld ook. De geschiedenis sprak me aan, maar verder wist ik er maar weinig over.’ Wat wél meespeelde: haar verzamelwoede. ‘Als ik iets mooi vind, wil ik het hebben – en het liefst alles ervan. Dat Delvaux zoveel collecties en modellen heeft, speelt dus in mijn voordeel.’
Er zijn in totaal 3.000 verschillende Delvaux-modellen, en ook de kleuren variëren per collectie. ‘Elke dag voelt als sinterklaas. Ik krijg tassen binnen die ik nog nooit of al lange tijd niet meer heb gezien. Ik ben verslaafd aan het leer en de verschillende modellen.’
Niet veel later gaat de deurbel. De postbode staat voor de deur met een stapel pakketjes. ‘Benieuwd wat er nu weer tussen zit’, lacht Weckx. Wat op het eerste gezicht een gewone Vinted-zending lijkt, blijkt een ware schat: een beige Brillant. ‘Nog in perfecte staat. Ik gok op 2006, in de kleur Noisette.’
Moet deze handtas worden gerestaureerd? ‘Ik moet het handvat wat verstevigen en wat losse naden opnieuw stikken. Ook zal ik de hoekjes wat bijkleuren.’ En het prijskaartje? ‘Reken voor deze full set in perfecte staat op 4.000 euro.’
‘Je ziet, ik moet dus zelf niet meer op zoek naar Delvaux-stukken.’ Via haar website bieden tot wel honderd mensen per week hun Delvaux-handtassen aan. ‘Meestal worden ze verkocht uit geldnood, bijvoorbeeld na een scheiding of bij een overlijden. Het zijn vaak niet de leukste verhalen, maar het is mooi om die handtassen een tweede leven te geven.’
Struisvogel en krokodil
Weckx neemt ons mee naar haar dressing, waar haar privécollectie van zo’n dertigtal Delvaux-handtassen in hun bijpassende ‘dust bags’ liggen. ‘Mijn favoriet? Alles uit struisvogelleer. Ik ben verliefd op de structuur en het materiaal.’ Haar lievelingsmodel is dan weer de Tempête. ‘Hier spreekt weer de architect in mij’, lacht ze. ‘De lijnen en de stevigheid zijn buitengewoon. Ook het handvat is slim ontworpen: de platte kant ligt op de tas, waardoor de vorm goed behouden blijft. En ze verouderen prachtig.’
Haar Delvaux-tassen gebruikt Weckx overal. ‘Ik neem mijn Brillant gewoon mee naar de CrossFit’, zegt ze. ‘Al zorg ik er wel voor dat hij altijd op een veilig plekje staat, en niet zomaar op de grond. Ik behandel de handtassen met respect. Ze moeten nog iets opleveren als ik ze ooit zou verkopen.’
En wat verkoopt het beste? ‘De klassiekers. De Brillant blijft het populairste model, een icoon door zijn geschiedenis. De handtas werd ontworpen voor de Expo 58 en is geïnspireerd op het Philips-paviljoen van Le Corbusier. Je ziet de vloeiende, sensuele lijnen en de uitlopende vorm echt terugkomen.’
Weckx toont ook enkele van haar zeldzaamste stuks. ‘Een Brillant in krokodillen- of struisvogelleder is misschien niet extreem zeldzaam, maar wel ontzettend waardevol. Delvaux maakt ze tegenwoordig alleen nog op bestelling. Daarnaast heb ik een zwarte Brillant-mini uit de René Magritte-collectie, met een klein gouden appeltje aan het handvat.’
Of ze overweegt haar zeldzaamste stuk ooit te verkopen? ‘Nooit. Dat blijft voor altijd bij mij of mijn dochter.’ Maar soms verandert de liefde. ‘Af en toe verkoop ik er eentje uit mijn privécollectie. Dan is er weer plek voor een nieuwe.’