‘Je moet al een dwaas zijn om daar niet op in te gaan’, zegt Bruno V. Roels. De Gentse kunstenaar werkte samen met het modelabel Saint Laurent aan een soloshow én een capsulecollectie. Portret van een laatbloeier met een palmboomfetisj. ‘Alles wat me nu overkomt, is extra time.’
Het is België boven bij het Franse modehuis Saint Laurent. Italo-Belg Anthony Vaccarello is er creatief directeur sinds 2016. En deze week wordt een capsulecollectie gelanceerd met foto’s van Bruno V. Roels. De Gentse kunstenaar toont tegelijk nieuw werk in de twee flagshipstores van Saint Laurent in Parijs en Los Angeles. Ideale timing, met het Californische festival Coachella dat dit weekend van start gaat. Al is de line-up van de Saint Laurent-boetiek ook niet mis: vóór hem stelden ze er al Jean-Michel Basquiat, Ettore Sottsass en Robert Mapplethorpe tentoon. ‘Kunst zit in het DNA van Saint Laurent. Vooral in dat van François-Henri Pinault, de CEO van het luxeconcern Kering waartoe Saint Laurent behoort’, zegt Roels’ galeriehouder Roger Szmulewicz. ‘Pinault is een enorme kunstverzamelaar. Hij heeft ook al werk van Bruno.’
De capsulecollectie met Bruno V. Roels’ beelden telt zo’n twintig producten. Onder meer hoody’s, T-shirts, sjaals, schoenen en zelfs een zwemshort. Ze zijn exclusief te koop in de twee flagshipstores en – in beperkte mate – online. ‘Natuurlijk is een print van mijn werk op een hoody anders dan het origineel’, zegt Roels. ‘Toch vind ik dit geen gimmick. De samenwerking met Saint Laurent is voor mij vooral een bevestiging dat mijn werk universeel resoneert.’
Jazz met palmbomen
Dat werk ziet Roels (46) als één grote ‘zoektocht naar het paradijs’. Met als perfecte metafoor: palmbomen. ‘Een symbool van exotiek, maar ook van glamour, avontuur, massatoerisme, luxevakanties, kolonialisme en het paradijs’, zegt hij. ‘Iedereen interpreteert de palmboom anders. Palmbomen zijn van alle tijden en komen in heel veel culturen of religies voor. Denk maar aan Palmzondag. Zelf heb ik een verzameling met objecten over dat thema. Daar zit veel kitsch bij, ja. Maar onlangs kocht ik op Catawiki een Romeinse munt met een palmboom als afbeelding. Een juwelier maakte er een ring van, voor mijn vrouw Eva, die mijn verzameldrang al jaren duldt.’
Palmbomen komen terug in veel werken van Roels. Hij maakt sequenties van fotografische afdrukken, strak geordend in een ritme. Noem het een grafische partituur, een beeldrijm of conceptuele variaties op een semantisch thema. Feit is: Roels’ seriële palmboomcomposities spreken mensen op verschillende niveaus aan. ‘Alles vertrekt vanuit foto’s, zowel eigen beelden als archiefmateriaal. Mijn werk speelt zich vooral af in de donkere kamer. Belichtingstijd, temperatuur, ontwikkelingsduur, papiersoort, chemicaliën: veel fotografen willen alle parameters perfect controleren, omdat ze naar het perfecte beeld streven. Het resultaat is helaas vaak nogal steriel. Ik laat liever het toeval toe. Als er een dopje van een waterfles rondslingert in de donkere kamer, kan dat zomaar een element worden van mijn fotogram. Die ingevingen van het moment kun je vergelijken met een jazzimprovisatie. Soms gebeuren er fouten en die laat ik ook toe. Daarom zou ik mijn proces nooit digitaal kunnen nabootsen. Alles vertrekt vanuit dat fysieke experiment.’
In zijn unieke werken heeft Roels de eindcontrole over de compositie, drukkwaliteit en papiersoort. Hoe Saint Laurent zijn werken afbeeldt, kan hij niet sturen. ‘Panikeer je daarover, dan moet je nooit zo’n collab toezeggen’, zegt hij. ‘Als zo’n kans passeert, moet je al een dwaas zijn om het niet te overwegen. Hoe groot is de kans dat zo’n merk mijn werk oppikt tussen dat van honderdduizenden anderen?’
Mysterie
‘We krijgen best wat aanvragen binnen voor allerhande collabs. Maar als het louter is om een beeld van onze kunstenaars op een T-shirt te drukken, weigeren we consequent’, zegt Szmulewicz, bezieler van de Antwerpse Gallery Fifty One, die Roels wereldwijd vertegenwoordigt.
‘Een talentscout vroeg me via Instagram of ik met een groot merk wilde samenwerken. Ze loste eerst niet wie. Maar gratis beelden leveren in ruil voor zogenaamde exposure doe ik sowieso niet’, zegt Roels. Tot de naam Saint Laurent viel. ‘Er zijn maar een handvol modemerken waarmee ik een samenwerking zou zien zitten. En dat was er een van. Ik ben gek op oude Franse modelabels met een traditie van craftsmanship én vernieuwing.’
Even inspirerend is natuurlijk de figuur Yves Saint Laurent (1936-2008) zelf. Die man was behalve modeontwerper ook een belezen kunstliefhebber met een enorme passie voor literatuur – net als Roels. En hij hield – net als Roels - van exotiek en palmbomen.
‘Kun je geloven dat ik zijn palmbomen en cactussen in zijn Jardin Majorelle in Marrakech nog nooit in het echt gezien heb? Ik vind het aangenaam om een jongen uit Gent te blijven die via de palmbomen in zijn werk heel de wereld kan bereiken.’
Paradijselijke belofte
Als kunstenaar is Bruno V. Roels een laatbloeier. Kunstacademie volgde hij niet, zijn academische achtergrond ligt in literatuur en linguïstiek. ‘Aan de universiteit voelde ik voor het eerst dat er een kunstenaar in me zat. Maar ik maakte toen nog geen vrij werk, alleen foto’s van mijn dagelijks leven’, zegt Roels. ‘Magnum-fotograaf Harry Gruyaert zei me ooit: “Ik vind het zeer arrogant als fotografen zichzelf kunstenaar noemen.” Ik snap hem wel: er mankeert inderdaad niks aan ‘gewoon’ fotograaf zijn. Al kun je je de vraag stellen: ben ik een fotograaf omdat ik toevallig een camera gebruik? Of ben ik een kunstenaar die een fotografisch procedé beheerst?’
Succes met leeg cv
Die maturiteit verklaart misschien waarom Roels’ carrière zo jaloersmakend snel gelanceerd raakte. ‘Ik heb inderdaad het gevoel dat ik een paar stappen heb overgeslagen’, geeft hij toe. ‘Als kunstenaar toon je normaal eerst je werk in kleinere groepstentoonstellingen, in de hoop dat een kunsthandelaar jou daar ontdekt. Arrogant misschien, maar ik had geen zin in dat voortraject. Ik wilde rechtstreeks bij galeries binnenraken. Aan mijn vrienden had ik al lachend gezegd: “Over een jaar wil ik werk verkopen dat jullie niet meer kunnen betalen.” Grappig vonden ze dat niet, maar het draaide wel zo uit. Ik kon mijn eigen werk zelfs niet meer betalen toen het in november 2014 voor het eerst op Paris Photo hing.’
En dan te zeggen dat Roels pas een half jaar ervoor bij kunsthandelaar Roger Szmulewicz aanklopte. Met welgeteld één werk onder de arm. ‘Eigenlijk wilde ik hem vragen welke galerie er eventueel in mijn werk geïnteresseerd zou zijn. Ik ging er niet van uit dat hij dat zou zijn’, lacht Roels. Na een gesprek van twee uur besloot Szmulewicz om Roels in september al te tonen op Unseen in Amsterdam, een kunstbeurs voor nieuw talent. De reacties waren zo goed dat hij Roels in november al meenam naar Paris Photo, de belangrijkste fotografiebeurs ter wereld. ‘De series met palmbomen bleken heel aantrekkelijk. En Bruno’s werk in de donkere kamer sprak tot de verbeelding’, zegt Szmulewicz. ‘We verkochten er heel goed, ook al was Bruno’s cv leeg. Zelfs grote Amerikaanse en Franse instituten hadden meteen interesse. Terwijl dat bij de meeste ‘nieuwe’ kunstenaars toch een pak langer duurt. Simon Baker, de toenmalige fotocurator van Tate Modern, kwam geregeld naar onze stand om mensen Bruno’s werk te tonen. Dat was voor mij een belangrijk signaal.’
Toen Roels voor het eerst met zijn werk naar buiten kwam, in 2014, was hij al 38 jaar. ‘Ik had toen al zoveel kunst gezien en zoveel gelezen over antropologie, psychologie en filosofie dat mijn intellectuele rugzak groter was dan die van de gemiddelde 18-jarige kunststudent. Twintig jaar lang heb ik geobserveerd en bijgeleerd. Pas dan voelde ik dat ik iets te vertellen had. Toen ik naar buiten kwam als kunstenaar had ik niet veel werk klaar. Maar in mijn hoofd zat wel een catalogus van ideeën waaruit ik vrij kon plukken. Dankzij mijn achtergrond in de letteren wist ik dat liefde en dood - eros en thanatos - de grootste thema’s in de literatuur zijn. Maar ook in veel andere kunstvormen. In mijn werk komt de dood niet expliciet terug, maar ‘het ontsnappen aan de dood’ wel. Want daar gaat mijn fantasie over ‘het paradijs’ natuurlijk over. Schoonheid, palmbomen, geld, rust, luxe, vakantie, niet hoeven te werken… dat is de belofte. Die grote luxemerken spelen daarop in.’
‘Tegen mijn vrienden had ik al lachend gezegd: “Over een jaar wil ik werk verkopen dat jullie niet meer kunnen betalen.” Grappig vonden ze dat niet, maar het draaide wel zo uit.’Bruno V. Roels
Toen Roels bij Szmulewicz aanklopte in 2014, werkte hij nog fulltime in een softwarebedrijf. De voorbije acht jaar kreeg hij drie soloshows in de Antwerpse Gallery Fifty One en een bij Howard Greenberg Gallery in New York. Maar ondanks het succes is hij - vreemd genoeg - nog steeds geen fulltime kunstenaar. Hij werkt nog halftijds als marketingcontentmanager bij Kongsberg Precision Cutting Systems, een Gentse producent van snijtafels. ‘Ik heb liever twee inkomens dan een waarover ik geen garantie heb’, zegt hij. ‘Ik wil me geen zorgen moeten maken als ik eens wat minder werk verkoop. In deze onzekere tijden vind ik het te tricky om volledig over te schakelen op het artiestenbestaan, dat trouwens best eenzaam is. Nog altijd heerst dat romantische idee dat een kunstenaar fulltime moet werken en moet afzien om te overleven. Ik zie dat niet zitten. Ik streef naar wat de oude Grieken ‘ataraxia’ noemen: mentaal vrij zijn van zorgen.’
‘Misschien ligt het aan mijn rationele kijk, maar ik heb een masterplan voor mijn carrière als kunstenaar. De kunstenaars die ik interessant vind - John Baldessari, Ed Ruscha, On Kawara - hebben bepaalde mijlpalen bereikt in hun leven. Die streef ik ook na. Een samenwerking met een modelabel stond niet in het masterplan, maar is mooi meegenomen. Een solo in een belangrijk museum wel. Mijn oeuvre is daar nog niet rijp genoeg voor. Maar ik sta al heel ver en dat besef ik niet altijd goed. Dat is het voordeel van een laat debuut: alles wat me nu overkomt, is extra time.’