Eigenaar luxeschoenmerk Fratelli Rossetti | ‘Klanten zijn je belangrijkste activa’

In de rubriek ‘Kennis van maken’ geven we het woord aan makers die het gemaakt hebben. In deze aflevering: Diego Rossetti van het Italiaanse luxeschoenmerk Fratelli Rossetti.

Hoe maakt u het?

‘Met de hand, maar vooral met passie en toewijding. Schoenen zijn vreselijk moeilijk om te maken. Voor een paar klassieke mannenschoenen zijn zo’n 150 handelingen nodig. Bovendien heb je van één model dertien verschillende maten, plus een linker- én een rechtervoet. Dat zijn dus 26 verschillende schoenen per model. En elk seizoen ontwerpen we zo’n 600 modellen.’

Advertentie

‘In ons atelier maken 150 ambachtslui dagelijks ongeveer 300 paar schoenen. De productie gebeurt nog grotendeels zoals vijftig jaar geleden: met veel handwerk en oude machines die niemand anders nog gebruikt. We maken zelfs schoenen van ongekleurd leder dat we achteraf met de hand schilderen, zodat je de penseelstreken ziet.’

Advertentie
Dario en Diego Rossetti in het atelier. Elke klassieke mannenschoen van Fratelli Rossetti vraagt 150 handelingen. Bij sommige modellen wordt het leder zelfs nog met de hand geschilderd.
Dario en Diego Rossetti in het atelier. Elke klassieke mannenschoen van Fratelli Rossetti vraagt 150 handelingen. Bij sommige modellen wordt het leder zelfs nog met de hand geschilderd.
©Eva Beeusaert

Wat maakt je dag goed?

‘Ik hou van opera. Al vijftig jaar heb ik een abonnement op Teatro alla Scala, altijd in dezelfde loge. Maar ik geniet ook van tuinieren. Ik woon niet meer in Milaan, maar vlak bij ons hoofdkwartier in Parabiago, in een huis met een grote tuin waar ik mijn eigen groenten kweek. Ik ben 68, maar aan mijn pensioen denk ik nog niet. Het bedrijf run ik nog altijd met mijn twee jongere broers Dario en Luca. Al kom ik tegenwoordig alleen ‘s ochtends naar kantoor. In de namiddag maak ik tijd voor andere dingen.’

Waar maak je een halszaak van?

‘Topkwaliteit bieden tegen de best mogelijke prijs. Dat was de filosofie van mijn vader toen hij het bedrijf oprichtte in 1953. Hij was heel bescheiden, bijna een calvinist in Italië. Die visie heeft hij erin gestampt: materiaal, tijd en geld verspil je niet – niet van jezelf, en niet van een ander. Ons merk is een business, geen filantropie. Het gaat om eerlijkheid. Onze schoenen zijn niet goedkoop, maar de kwaliteit rechtvaardigt de prijs. Sommige modemerken vragen drie keer zoveel voor hun schoenen, zonder dat ze drie keer beter zijn. Dat is gewoon pure marketing. Daarom haat ik het woord luxe. Wij zijn niet bezig met luxe, maar met kwaliteit.’

Diego Rossetti: ‘De productie gebeurt nog grotendeels zoals vijftig jaar geleden: met veel handwerk en oude machines die niemand anders nog gebruikt. We maken zelfs schoenen van ongekleurd leder dat we achteraf met de hand schilderen, zodat je de penseelstreken ziet.’
Diego Rossetti: ‘De productie gebeurt nog grotendeels zoals vijftig jaar geleden: met veel handwerk en oude machines die niemand anders nog gebruikt. We maken zelfs schoenen van ongekleurd leder dat we achteraf met de hand schilderen, zodat je de penseelstreken ziet.’
©Eva Beeusaert
Advertentie

Heb je ooit van je hart een steen moeten maken?

‘Toen ik in 1978 in het bedrijf stapte, waren de meeste schoenmerken nog familiebedrijven met een eigen fabriek. Dat veranderde rond 2000, toen luxegroepen begonnen te shoppen en onder meer Sergio Rossi, Bruno Magli en Pollini opkochten. Vaak met slechte afloop, omdat ze zich mispakten aan de complexiteit van schoenen. Ook wij kregen meerdere aanbiedingen, maar we hebben ze allemaal afgewezen. Geen gemakkelijke keuze, want in diezelfde periode begonnen veel modemerken plots ook schoenen te maken. Ik heb in die jaren vaak wakker gelegen. De concurrentiestrijd voelde als David tegen Goliath, maar uiteindelijk is het goed uitgedraaid. We hebben onze niche gevonden: klanten die kwaliteit zoeken. Dat we een eigen fabriek hebben waar we alleen schoenen maken – geen kleren, parfum of zonnebrillen – geeft hen het vertrouwen dat ze iets goeds kopen.’

Hoe maak je het verschil?

‘Je klanten zijn je belangrijkste activa. Ik peper ons winkelpersoneel altijd in: “I don’t care if you lose a sale, but néver lose a client.” Het was mijn vader die het potentieel van een eigen winkelnetwerk zag. In 1971 opende hij onze eerste boetiek in de Via Montenapoleone in Milaan. Dat was ongezien. Geen enkel schoenmerk verkocht toen rechtstreeks aan de eindklant, alles liep via multimerkenwinkels.’

Advertentie
Advertentie
Belgische Saffraan uit Morkhoven | Seppe Nobels is fan

‘Ik rolde het winkelnetwerk verder uit. In 1979 openden we op Madison Avenue in New York, als allereerste Italiaanse modemerk. Wij waren ook pioniers in e-commerce, al in 2013. Dat maakte van ons een sterke onlinespeler. Onze webshop is nu een belangrijke bron van omzet en maakt ook deel uit van onze fysieke winkels. Zonder e-commerce bestond Fratelli Rossetti misschien niet meer.’

‘We hebben de strijd tegen de luxegroepen overleefd door trouw te blijven aan onze niche’, aldus Diego Rossetti.
‘We hebben de strijd tegen de luxegroepen overleefd door trouw te blijven aan onze niche’, aldus Diego Rossetti.
©Eva Beeusaert

Waar maak je je druk over?

‘Twee jaar geleden verloren we – na 50 jaar – onze flagshipstore op de hoek van de Via Montenapoleone. De panden in die chique winkelstraat zijn allemaal in handen van grote luxegroepen, waardoor onafhankelijke modemerken worden weggeduwd. Hetzelfde overkwam ons in Parijs en Florence, om precies dezelfde reden. Jammer, want zo beginnen chique winkelstraten overal ter wereld op elkaar te lijken.’

‘Een geluk bij een ongeluk is dat de stad Milaan ons een pand aanbood in de beroemde Galleria Vittorio Emanuele II. Tot een paar jaar geleden was dat een toeristenval vol ijs­salons en winkels met goedkope souvenirs. Echte Milanezen kwamen er niet meer. Dus besloot de stad Milaan, die eigenaar is, om tabula rasa te maken en de boetieks alleen nog te verhuren aan Italiaanse topmerken.’

Wat maakte er indruk op je?

‘Op mijn zestiende stuurde mijn vader me voor drie maanden naar Amerika. Hij zette me op het vliegtuig in Malpensa met een ticket naar Dallas. Ik sprak geen woord Engels, had nog nooit gevlogen en moest overstappen in New York. Het voelde alsof ik naar Mars ging. De eerste weken waren verschrikkelijk. Ik voelde me totaal geïsoleerd. Ik zat in de middle of nowhere en Italianen hadden toen een heel slechte reputatie. Amerikanen zagen Italië als een onderontwikkeld land vol maffiosi.’

‘Maar halverwege mijn verblijf begon ik ervan te genieten. Het leverde me een grote liefde voor Amerika op. Toen ik terugkwam, had ik niet alleen de Engelse taal opgepikt, maar ook de hippiecultuur. Ik had lang haar en liep overal rond op blote voeten – als zoon van een schoenmaker nota bene. Mijn ouders vonden het verschrikkelijk.’

Rare kwast

Na de Tweede Wereldoorlog begon Renzo Rossetti samen met zijn broers schoenen te maken, maar pas in 1953 lanceerden ze officieel hun merk. In de beginjaren lag de focus vooral op sportschoenen, maar in de sixties verschoof het accent naar klassiekere modellen. In 1968 bracht Renzo Rossetti de ‘Brera’ op de markt: een loafer met frivole kwastjes. Aanvankelijk vond het mannelijke publiek ze wat fancy, maar intussen is Renzo’s uitvinding een icoon dat elk seizoen opnieuw in de collectie zit – in allerhande kleuren en ledersoorten. Het model wordt ook veelvuldig gekopieerd.

Advertentie