Niet alleen Martin Margiela, ook Dirk Van Saene maakt dit jaar zijn galeriedebuut als kunstenaar. Wij mochten op exclusief atelierbezoek naar aanleiding van zijn eerste soloshow bij Sofie Van de Velde.
De lockdown was de ultieme trigger. Begin maart 2020 presenteerde modeontwerper Dirk Van Saene nog zijn wintercollectie 2020-2021 in Parijs. Twee weken later ging ons land op slot.
‘Ik had alweer een nieuwe collectie ontworpen. En ik was klaar om ze te laten produceren. Maar ik heb alles stopgezet, ook al hadden we de stoffen al ingekocht. Ik had geen zin om die productie en verkoop louter digitaal op te volgen. Daar is echt niks plezants aan’, zegt Dirk Van Saene, een van de ‘Zes van Antwerpen’.
Niet dat hij midden maart plots in een zwart gat viel. De ontwerper, die in zijn tijdloze collecties graag werkt met kleuren en bedrukte stoffen, geeft nog les aan de masterstudenten van de Modeacademie in Antwerpen. Maar er kwam wel veel tijd vrij om zijn geheime project af te werken: ‘Stories of hope and despair’, zijn eerste solotentoonstelling, die vorig weekend opende bij Galerie Sofie Van de Velde in Antwerpen.
'Een beeld van Anna Wintour waar ik dagen aan had gewerkt, is ontploft in de oven.’Dirk Van Saene
‘Ik combineer er voor het eerst mijn drie passies: keramiek, kleding en meubilair’, vertelt hij in zijn thuisatelier in Zandhoven. ‘Omdat klassieke sokkels soms zo banaal zijn, gebruikte ik vintage meubels - zowel erfstukken als kringloopwinkelvondsten - als piëdestal. De keramieken beelden rusten erop.'
Voor sommige beelden ontwierp hij ook outfits. 'Nee, dat zijn geen modesilhouetten uit mijn geannuleerde collectie. Eerder klassieke items, zoals een pak of een wit hemd. Eén sculptuur draagt een kostuum, heeft tafelpoten als benen en draagt schoentjes van keramiek. De meubels en de kleding versterken het karakter van de sculptuur. Het resultaat is soms surrealistisch, soms creepy. Maar elk beeld roept één specifieke emotie op.’
Welke emoties overheersten in jouw 2020?
Dirk Van Saene: ‘In het begin vond ik dat isolement nog iets hebben. Die lege wereld zag er zo verfrissend uit. Walter (Van Beirendonck, Van Saenes partner en tevens modeontwerper, nvdr.) en ik zijn een paar jaar geleden verhuisd naar een 19de-eeuwse notariswoning in Zandhoven. De grote tuin voelde in de lente en zomer als een decadente luxe. Maar in de donkere winterdagen kregen we het toch lastig.'
'We missen niet alleen de mensen rondom ons, maar ook het fysieke contact met kunst. 2020 was een emotionele roetsjbaan. Dat merk je ook aan de beelden. Ook al ziet die witte klei er heel sereen uit, toch hou ik wel van een portie drama en tragiek. Dat kun je aflezen aan mijn personages. Soms zijn dat historische of mythologische figuren, zoals Cupido, soms ook echte mensen.’
De kans is dus groot dat iemand zich in een beeld zal herkennen?
DVS: ‘Ik heb een beeld gemaakt van Raf Simons, ja. En van Walter, natuurlijk. Ook Lump en Jacqueline Roque, de hond en laatste muze van Picasso, komen in de show voor. De rest laat ik over aan de verbeelding.’
En Virgil Abloh? In september 2020 beschuldigde Walter Van Beirendonck de creatief directeur van Louis Vuittons mannencollecties nog van plagiaat?
DVS: ‘Die komt niet voor in mijn show, nee. Ik beeld alleen mensen af die ik respecteer.’
In 1881 deed de Franse schilder Edgar Degas stof opwaaien met zijn sculptuur van Marie van Goethem, een 14-jarige Franse danseres met Belgische roots. Degas had het beeld aangekleed met een echte tutu, balletschoenen en een pruik. Was zij een directe inspiratie voor deze show?
DVS: ‘Jazeker, al zijn er ook in de Afrikaanse kunst veel voorbeelden van maskers of sculpturen met textiel. Walter en ik hebben bijvoorbeeld een collectie Bozo-maskers uit Mali: die kleurrijke marionetten werden indertijd aangekleed voor het poppenspel. Heel inspirerend, vind ik. Al moet je tegenwoordig opletten als je daarvoor uitkomt. Want voor je het weet, ben je ‘cultureel erfgoed aan het toe-eigenen’. Wat een onzin zeg! Mogen wij ons als kunstenaar in België dan alleen maar inspireren op het carnaval van Binche, misschien?’
Hoewel je er nu pas mee naar buitenkomt, ben je al tien jaar bezig met keramiek. Op een moment zelfs dat werken met klei helemaal niet hip was.
DVS: ‘Op reis in Boedapest ontdekten Walter en ik interessante 20ste-eeuwse keramiek. We begonnen toen figuratieve en folkloristische stukken te verzamelen, vooral die van de Hongaarse keramiste Livia Gorka.'
Ik wilde dat ambacht ook graag kunnen, dus volgde ik in avondschool een opleiding aan de academie. Nu is dat een hype, toen was ik daar nagenoeg alleen. Ik moet zeggen, de techniek had ik relatief snel in de vingers, al blijft keramiek natuurlijk een oefening in geduld. Een beeld van Anna Wintour waar ik dagen aan werkte, is ontploft in de oven. Dat is helaas eigen aan het proces.’
Beschouw je de beelden in je show als een defilé van sculpturen? Of heeft jouw expo weinig uitstaans met mode?
DVS: ‘Op een defilé ben ik mijn silhouetten al beu, omdat ik in mijn hoofd al anderhalve collectie verder zit. Bij deze expo is dat toch anders: ik kan blijven kijken naar deze beelden. Met een kledingstuk in je kast doe je dat toch niet snel. Het maakproces is ook helemaal anders: om een modecollectie te realiseren, heb je tientallen mensen nodig. Terwijl je in je eentje een sculptuur kunt creëren uit een blok klei van 10 euro. Iets maken dat je van begin tot einde in eigen handen hebt: daar voel ik me op dit moment goed bij.’
Ben je dan niet meer een kunstenaar dan een modeontwerper? Mode is toch bij uitstek een ploegsport?
DVS: ‘Toen ik me indertijd inschreef aan de academie, heb ik lang getwijfeld tussen de richtingen kunst en mode. Ik heb geen spijt van mijn keuze, want de modeopleiding deed me helemaal openbloeien. En Walter en ik hebben samen fantastische episodes meegemaakt. Als student droomde ik ervan om bij een groot huis als Prada te werken. Maar een creatief team leiden van 250 man lijkt me nu puur masochisme. Het zou me heel ongelukkig maken.'
'Neen, dit is geen afscheid van de mode'Dirk Van Saene
'Pas heel laat heb ik beseft dat ik helemaal geen teamplayer ben. Als ontwerper kan ik niet goed overleggen of delegeren. Het liefst doe ik zoveel mogelijk zelf. Tot en met het inpakken van de bestellingen. Mijn eigen modelabel heb ik ook bewust altijd klein willen houden. Ik wilde niet meestappen in dat opbod van altijd maar meer collecties of verkooppunten. Al is de keerzijde natuurlijk: ik heb nooit veel geld verdiend.’
Het had anders kunnen lopen: toen je in 1983 de Gouden Spoel won, zat Jean-Paul Gaultier in de jury. Hij bood jou meteen een job aan.
DVS: ‘Ik besefte toen niet dat dat een belangrijke springplank kon zijn. Ik had het er niet voor over om in een klein kotje in Parijs te gaan wonen, puur voor die job. Stom misschien, maar ik ben blij met hoe mijn leven is gelopen. Intussen weet ik hoe het er bij zulke grote modelabels soms aan toe gaat. Het is een ballon, die je snel doorprikt.’
Stel dat de expo een groot succes wordt: kan dat jouw afscheid inluiden van de mode?
DVS: ‘Nee, ik maak ooit wel weer collecties. Na een paar seizoenen zal het zeker weer kriebelen. Maar nu even niet. Keramiek is zeker geen plan B in mijn carrière, want mijn verwachtingen liggen niet zo hoog als in de mode. Ik ben al lang blij dat ik dit werk kan exposeren in zo’n gerenommeerde galerie. En dat Sofie Van de Velde me deze kans gaf, zonder dat ze ooit één stuk keramiek uit deze reeks had gezien.'
'Ik voel me echt gedragen door haar. Ik hoef me alleen op het creatieve te focussen. In de 37 jaar dat ik in de mode werk, heb ik nooit zo’n figuur rondom mij gehad. Ik moet altijd lachen met modeontwerpers die zo’n gigantische entourage rond zich hebben. Met allerlei figuren die om ter belangrijkst doen. Doe eens normaal, denk ik dan.’
Zijn je sculpturen een reflectie op die holle modewereld? Gaan ze over de maskers, de valsheid en de uitvergrote emoties in die sector?
DVS: ‘Op een manier wel. Maar misschien is de kunstwereld ook wel zo? Ik ken die nog niet zo goed. Wie weet ben ik over een jaar een desillusie rijker? Tot nu toe voelt het alleszins anders. Sofie Van de Velde is heel menselijk. En totaal niet snobistisch. Dat is ook wel eens verfrissend ten opzichte van veel modemensen.
Dirk Van Saenes soloshow ‘Stories of hope and despair’: tot 20 februari, Gallery Sofie Van de Velde, Léon Stynenstraat 21, Antwerpen.