Tijd is geld, maar wie zegt dat je dat in een groot uurwerk moet stoppen? De minihorloges zijn terug, en al zeker voor vrouwen. Dit zijn onze vijf favorieten.
De wereld van de luxe wordt met een vergrootglas bekeken door trendwatchers – ideaal voor wie niet dagelijks bezig is met mode of accessoires. Zo blijken genderneutrale horloges de nieuwe hit, is vintage opnieuw koning en krijgt opzichtige luxe steeds meer tegenwind. Maar tussen al die trends duikt er ook een op die zowel verfijnd als vrouwelijk is: het minihorloge. En geloof me, niemand die daar rouwig om is. Deze delicate meesterwerkjes geven horlogemakers en juweliers de kans om hun vakmanschap te etaleren, al moeten ze in horloges met een diameter van amper dertig millimeter wel uitpakken met wat creatief talent. Het resultaat? Minihorloges die barsten van kleur én lef – en waarvan de wijzers, slechts een paar millimeter groot, toch leesbaar blijven.
Uit de loopgraven
De horlogemerken hebben nochtans weinig ervaring met kleine uurwerken. Aan het einde van de negentiende eeuw droegen vrouwen hun horloge als een soort broche. Maar tijdens de Eerste Wereldoorlog evolueerde het horloge van een sieraad naar een praktisch instrument. In de loopgraven bevestigden de soldaten hun horloge aan een lederen bandje: het polshorloge was geboren. Die militaire en zeer mannelijke oorsprong zou lange tijd een rem zetten op de ontwikkeling van kleine, verfijnde dameshorloges.
Pas in 1969, met de komst van het kwartsuurwerk, begonnen vrouwenhorloges door te breken. Kwartsuurwerken waren twee keer kleiner dan de mechanische variant en maakten het mogelijk om horloges te creëren die de pols van vrouwen sierden. Het ging doorgaans om modellen van 25 tot 35 millimeter, versierd met edelstenen, gouden armbanden en parelmoeren wijzerplaten. Dameshorloges werden steeds meer juwelen: de traditionele polshorloges werden vaak vervangen door iets wat meer weg had van een armband met een piepklein uurwerk in.
101-revolutie
De populariteit van het minihorloge is de voorbije vijftig jaar nooit afgenomen. Aanvankelijk waren het de traditionele horlogemakers zoals Jaeger-LeCoultre die de markt domineerden, maar al snel kwamen ook juweliers als Bulgari, Cartier en Van Cleef & Arpels in beeld, gevolgd door modehuizen zoals Chanel en Hermès. Ook vandaag komt het aanbod uit die drie segmenten.
Vooral Jaeger-LeCoultre pionierde met het minihorloge. In 1929 introduceerde het merk het mechanisch kaliber 101: een gangwerk van amper een centimeter groot. Daarmee kon het huis heel kleine horloges creëren, zoals de beroemde ‘geheimhorloges’ waarbij de wijzerplaat verborgen zit in een juweel. In een tijd waar het voor vrouwen not done was om in het openbaar naar een horloge te kijken, konden ze op die manier toch zien hoe laat het was: het volstond om hun juweel even aan te raken. Het huidige model 101 Secrets is een ode aan de vrouwelijkheid en toont het vakmanschap van Jaeger-LeCoultre.
Badkuip
Toen ook de juweliers het minihorloge ontdekten, gaven ze er hun eigen draai aan. Cartier, beroemd om zijn gewaagde stijl en knappe beheersing van vormen, koos voor een sculpturale benadering. Het Baignoire-model, exact 24 millimeter hoog, heeft de vorm van een badkuip en vormt zo een zachte, sensuele ellips. De kast lijkt wel een door de golven gepolijste kiezelsteen, terwijl de twee fijne wijzers zich laten aandrijven door een kwartsgangwerk. Het horloge is verkrijgbaar met een soepele leren band of een halfstijve gouden band, al dan niet bezet met stenen, met of zonder Romeinse cijfers.
Het Italiaanse Bulgari koos dan weer voor de exuberante aanpak. De beroemde Serpenti, geïnspireerd op het mythische beeld van de slang, werd in de jaren 60 heel populair, mee dankzij actrice Elizabeth Taylor. Later ontwikkelde Bulgari de Tubogas, een armband die doet denken aan een flexibele gasleiding. Het resultaat van die barokke combinatie was de Serpenti Tubogas, een horloge dat bij de lancering in 1948 meteen grote indruk maakte. Dat armbandhorloge, waarin de tijd discreet verborgen zit in de kop van de slang, is een speels en uniek model dat tot op vandaag in de collectie zit.
Haute couture
Ook modehuizen gaven hun eigen interpretatie aan de minihorloges. Zo lanceerde Chanel in 1987 de Première, het eerste horloge van het huis, geïnspireerd op de dop van het parfum N°5. Naarmate nieuwe versies volgden, werd het horloge almaar kleiner, tot het uiteindelijk de Première Mini werd. Deze versie omarmt de klassieke Chanel-codes: de kast weerspiegelt de vorm van de dop van N°5, terwijl de armband is geïnspireerd op de ketting van een gewatteerde Chanel-tas: helemaal ‘Paris chic’.
In dezelfde couturegeest lanceerde Dior de Mini D, een horloge met een diameter van slechts negentien millimeter, het kleinste van de mini’s. Met een Milanese-mesh-armband heeft de Mini D in de Satine-versie de uitstraling van een zijden lint.
En dan is er nog de Sweet Alhambra van Van Cleef & Arpels, een model dat bijna een eeuw aan minihorloges samenvat. Het wordt gedragen als een armband en bevat een geheim uurwerk, verborgen in de geometrie van de schakels. De Mini D en Sweet Alhambra zijn niet alleen voorbeelden van vakmanschap, maar ook van een gedurfde en eigentijdse esthetiek, modellen die veel grote modehuizen meteen zouden zien zitten. Om maar te zeggen: het minihorloge, dat ooit als een stijlvol experiment begon, heeft zijn hoogtepunt nog lang niet bereikt.
Onze favorieten
Selectie: Nathalie Warny
1 | Mini Frosted Gold Quartz, Audemars Piguet, vanaf 34.300 euro, audemarspiguet.com
2 | Faubourg Mini 15 mm, Hermès, 7.050 euro, hermes.com
3 | Mini Panthère, Cartier, 35.700 euro, cartier.com
4 | Première Ruban, Chanel, 6.200 euro, chanel.com
5 | Mini DolceVita, Longines, 2.100 euro, longines.com