In september ligt de eerste collectie van Meryll Rogge – ex-Dries Van Noten en ex-Marc Jacobs – in de boetieks. Wij liepen de voorbije tumultueuze maanden in haar spoor.
Over doemscenario’s probeert ze niet te veel na te denken. Dit moest hét jaar van Meryll Rogge worden. Maar 2020 is vooral het jaar van covid geworden.
Flashback naar de Parijse Fashion Week. Toen in Italië de ziekenhuizen al volliepen met coronapatiënten, was er in Frankrijk nog geen vuiltje aan de lucht. In Parijs vonden begin maart de modeshows als vanouds plaats. Ook Meryll Rogge stelde daar haar debuutcollectie voor.
In haar kleine showroom hing een opgewekte sfeer: een die uitstekend paste bij de zonneschijn die, tussen de plensbuien door, royaal door de grote ramen naar binnengleed. Lijkt vrolijke drukte vandaag ongemakkelijk, dan was het toen een goed teken om te zien hoe de smalle ruimte volstroomde met mogelijke inkopers, op zoek naar ‘the next big thing’.
Negentien luxekleppers – onder meer Net-A-Porter, Bergdorf Goodman, Nordstrom en het Japanse Beams – waren onder de indruk van Rogges debuut en vulden bestelbonnen in. Rogge was talk of the town in Parijs. Ook ex-collega’s, vrienden en ex-werkgevers druppelden binnen. In een hoekje van de zaal, naast de espressomachine, maar op morsvrije afstand van de collectie, pronkte een stijlvolle ruiker: gelukwensen van Dries Van Noten, die eerder die week was komen kijken en zag dat het goed was.
Van Marc Jacobs naar Dries Van Noten
Toen Meryll Rogge in 2008 als jonge twintiger uit Deinze was afgezwaaid aan de Modeacademie van Antwerpen, droomde ze van drie werkgevers: Marc Jacobs, Dries Van Noten of Miuccia Prada. Het geluk stond aan haar kant: diezelfde zomer ging Marc Jacobs in op haar stageaanvraag en werd ze deel van zijn kernteam. Tegen 2012 was ze ‘designer womenswear’ van de catwalkcollectie, zijn meest luxueuze lijn.
Ze was er vast langer dan zeven jaar gebleven – ‘leuk team, goeie uitdagingen’ – ware het niet van dat telefoontje van de Godefriduskaai in Antwerpen. ‘Dries Van Noten was de enige die mij had kunnen overtuigen om New York voor Antwerpen om te ruilen.’ Ze voegde de daad bij het woord, en bleef vijf jaar voor de Belg werken.
‘Hoe zou ik ooit in de mode kunnen werken? Komende uit Deinze leek het onmogelijk.’Meryll Rogge
Nochtans was een carrière in de mode geen evidentie. Rogge komt uit een eerder academische familie: vader is ondernemer, haar broers zijn dokter en econoom. Dus sloot ze thuis een pact: na twee jaar rechten mocht ze naar de academie. Wel met alle twijfels van dien als je als eerste een andere weg inslaat.
‘Heb ik hier wel de capaciteiten voor? Heb ik het recht wel om dit te doen, vroeg ik me af. Iedereen in de creatieve sector stelt die vraag, maar ik heb er lang mee geworsteld. Hoe zou ik in godsnaam in de mode kunnen werken, vanuit Deinze, vanuit een niet-creatieve omgeving? Het leek onmogelijk om erin te infiltreren.’
Eigen label
‘Voor Marc Jacobs en Dries Van Noten werken was een eer en een goeie training. Het was niet dat ik mijn ding daar niet kon doen, integendeel. Maar van jongs af galmde hetzelfde riedeltje op repeat in mijn hoofd: een eigen label, een eigen label’, vertelt Rogge.
‘Het aanbod van Marc Jacobs was financieel interessant. Toch heb ik neen gezegd.'Meryll Rogge
‘Misschien moet ik in actie schieten, dacht ik toen ik dertig werd. En dan ben je 33 en denk je: nu is het toch wel écht tijd.’ Om een spaarpotje te vullen ging ze vanaf 2018 freelancen, wat meer opbrengt, omdat je voor meer opdrachtgevers kunt werken. Rogge combineerde de ontwerpopdrachten voor Dries Van Noten met die voor een Spaans knitwearlabel en ging weer aan de slag bij Marc Jacobs.
Toen in het voorjaar van 2019 opnieuw een telefoontje van Jacobs kwam met de vraag of ze ‘volgend seizoen niet naar hem terugkwam’, twijfelde ze even: ‘Het aanbod was financieel interessant, maar dan zou ik wéér de stoffenbeurs missen, wéér mijn plannen moeten uitstellen. Het was een moeilijke beslissing – ik hou van het team en van Marc, leerde er altijd veel bij. Toch heb ik neen gezegd. Want nu moet ik het doen, dacht ik. This is it.’
Eerste collectie
Haar stijl is onconventioneel: denk aan ellebooglange handschoenen die je als een boasjaal het liefst over een naakte rug drapeert. Workwearjassen met minirokjes. Met Swarovski-kristallen bezette hemden. Maar je merkt het ook aan haar ingrediënten. ‘Meer nog dan om de stoffen gaat het vaak om hoe je ze gebruikt.’
Nobele materialen als ‘double faced baby lama’, waarmee de zachte winterjassen van Max Mara een iconische status verwierven, vormen voor Rogge de basis van een harige jurk met grote glimmende ballen – ‘jewel straps’ – als schouderbandjes. Een
ruwe oversized kabeltrui voelt comfortabel aan op de blote huid dankzij een voering uit kasjmier.
‘Dat soort details zijn prioritair als je in de luxesector wilt meedraaien, anders kun je evengoed voor H&M werken’, zegt Rogge. ‘Waarom zou je veel geld betalen voor iets waarover niet is nagedacht, voor iets waarvan de stoffen niet kloppen? Alles kan en mag in elkaar overlopen in haar collectie: zoals de nacht in de dag, wanneer je na het ochtendgloren thuiskwam van een feestje dat te lang duurde en toch te snel eindigde. ‘Alles gaat bij mij om dressing down en dressing up.’
Tussen de felle prints, rokken en mantels laat Rogge ook voldoende ruimte voor de minder exuberante klant. Zolang het creatieve maar de hoofdrol krijgt in de collectie. ‘Ik wil me niet laten verleiden door ‘commerce’: alles wat in een winkel belandt, moet een reflectie zijn van mijn creativiteit, waarden en ambities.’
Financiële strategie
Rogge dempt snel de hiphopmuziek die nog door de luidsprekers schalt als onze Skypesessie begint. ‘Ik was naar een livestream van Kiosk Radio aan het luisteren, een toffe Brusselse radiozender waar een vriend mee zijn schouders onder heeft gezet.’ Sinds het freelancen verhuisde de modeontwerpster van Antwerpen naar Deinze. Weer naar haar ouders.
De voormalige schuur in de tuin werd omgebouwd en doet nu dienst als woning en atelier voor zowel Rogge als haar vriend Clement Van Vyve, een grafisch ontwerper én handige harry die de metershoge stoffenrekken en de schildersezels timmerde voor Rogges imposante moodboards.
Zo stedelijk de beats, zo ruraal de achtergrond. Als de stilte hier niet wordt opgeschrikt door Rogges hiphopmuziek, dan is het door de voorbijtjokkende tractor van haar buurman. In tijden van lockdown waren er ergere quarantaineplaatsen. ‘Toch moeten we niet te idyllisch doen over Deinze’, beklemtoont ze. ‘Dat ik hier zit, is toeval, maar het is goed toeval. En tijdelijk’, zegt ze meermaals.
Dit is hotel mama niet, maar een financiële strategie: ‘We zitten hier, omdat we hier geen huur moeten betalen, niet om te slapen, niet voor ons kantoor’, zegt Rogge. Haar startkapitaal bouwde ze helemaal zelf op. ‘Al twee jaar betaal ik mezelf geen loon uit. Alles wat ik heb, gaat in het bedrijf.’ Bij de opstart van een eigen modemerk komt niet alleen veel werk kijken, maar ook veel tijd en – als je het wilt doen zoals de crème de la crème van de luxe – veel geld.
Familiebedrijf
Een eigen label oprichten is een geschifte onemanshow waarbij je je handen mag kussen als familie en vrienden er enkele kunnen toesteken. ‘Ontwerpen is maar 5 procent van het werk’, zal elke beginnende ontwerper je zeggen. Rogge bevestigt: elke knoop, draad en stof moet bekeken en aangevraagd worden. Voor elke koerier moet een levering worden gepland. Voor elke producent moet ze gedetailleerde briefings opstellen.
Haar vorige werkgevers hadden voldoende budget om tot wel zeven proefversies van een kledingstuk te maken. Als je alles in eigen beheer doet, knijpt elke wijziging in je sowieso al kleine portefeuille én in je tijdsbudget. Want, anders dan in de grote huizen, waar je zelfs voor de knopen van de prototypes een ander productieteam hebt, was dit de eerste keer dat ze alles alleen deed.
‘Zelfs een rol stof ontrollen, is moeilijk. Ik heb die grote tafels uit het atelier niet.’ Dus zocht ze hulp waar ze kon: het logo ontwierp haar vriend. De labels in de prototypes naaide haar meter. Vader Rogge reed met de camionette naar Parijs en moeder Rogge overzag de administratie.
Creative director
Als we Rogge begin juli contacteren, is ze volop aan de slag aan haar tweede collectie. En bekijkt ze win-winleningen en overbruggingskredieten om haar prototypes en medewerkers te betalen, omdat het nog wachten is op de inkomsten van haar eerste collectie. Knipsels van dat nieuwe moodboard omringen haar werkplaats. ‘Niets zal er nog hetzelfde uitzien, ik kan mij niet inhouden. Verandering is mijn sterkte.’
Vanaf collectie één een identiteit vastleggen is onmogelijk, vindt ze: ‘Denk je soms dat Dries Van Noten in het begin wist waar hij heen zou gaan? Of dat Raf Simons ervan overtuigd was dat hij ooit vrouwenkleding zou ontwerpen en voor Jil Sander, Dior en Prada aan de slag zou gaan?'
'Je signatuur komt pas na een tijd bovendrijven. Dat vind ik spijtig voor al die jonge ‘creative directors’ bij de grote huizen vandaag: kijk naar die gasten bij het Franse modehuis Courrèges: na drie seizoenen is het van: “Ge moogt weg”. Wie kan nu in zo’n korte tijdsspanne een business doen evolueren, een stem vinden?’ Dan is Rogge liever ‘creative director’ van haar eigen merk. ‘Dan hoef je jezelf tenminste niet af te vragen of ze je aan de deur zullen zetten. Als je op jezelf bent, dan doe je het gewoon.’
Coronacrisis
Al is dat ‘gewoon doen’ niet altijd vanzelfsprekend. Zeker niet in een jaar als 2020. Sinds het virus de wereld in de ban houdt, is niets nog gewoon. Producenten sloten hun deuren. Defilés werden gecanceld. ‘Nadat we begin maart onze collectie hadden voorgesteld in Parijs, behaalden we al bij al nog een mooi resultaat’, zegt Rogge. ‘De Europese inkopers waren al wel wat voorzichtiger, maar Amerika voorzag toen nog geen problemen. Nu is het daar natuurlijk een catastrofe.’
Door de lockdown en de sluiting van haar Franse en Italiaanse textielproducenten zal Rogges eerste collectie iets later dan gepland in de winkel liggen. In plaats van een herfst- en wintercollectie die normaal in augustus verschijnt, heet haar debuut ‘Launch Collection’. Die ligt vanaf september in de rekken en zal daar ook langer blijven liggen.
Het komt er meer dan ooit op aan flexibel te reageren, vertelt ze nuchter. En het is niet de eerste keer dat ze voor een zware uitdaging staat. ‘Ik twijfel minder dan toen ik vast in dienst was. Het positieve aan op jezelf beginnen is dat er geen tijd overblijft om over existentiële kwesties te tobben. Je moet er wel voor gaan.’