De tweelingzussen De Beir met hun kinderen, moeder en oma van 92: allemaal opgegroeid aan dezelfde cabine.
De tweelingzussen De Beir met hun kinderen, moeder en oma van 92: allemaal opgegroeid aan dezelfde cabine.
© Alexander D'Hiet

Vijf Knokse strandcabines met de beste zomerverhalen

Het is maar een wit hok met een zinken zak. Toch kan een strandcabine bron zijn van veel verhalen. Vijf Knokse ‘cabinetards’ over hun zomers aan het kot. 

1. Couteaux en frigobox

Al 60 jaar spenderen de familie Leloup en kleindochters De Beir hun zomers aan hun cabine in Duinbergen.

Advertentie

‘Onze cabine staat al 60 jaar op dezelfde plaats aan het Albertstrand in Duinbergen. Een ideale plek, de ambiance is hier niet blasé en er komen ook niet zoveel dagjestoeristen. De cabine is een generatieding. Onze oma, 92 intussen, kwam hier ’s zomers met haar kinderen. Wij beleefden onze kindertijd met mama aan het strandhok. En wij doen nu hetzelfde met onze kinderen’, zegt Barbara De Beir. ‘Eigenlijk is er nog niet zoveel veranderd. De kinderen zoeken nog steeds couteaux op het strand. En ze maken nog altijd papieren bloemen om te verkopen of te ruilen. Op het strand leren ze business doen’, zegt haar tweelingzus Isabelle De Beir, advocate bij Flow Law. 

Advertentie
Advertentie
© Alexander D'Hiet

Anne-Marie Leloup, hun moeder, hield zo van de zomers aan zee dat ze hier uiteindelijk kwam wonen. ‘Ik zit liever aan de cabine dan in onze tuin’, zegt ze. ‘Er hangen zoveel herinneringen aan vast. Hier in Knokke leerde ik uitgaan, ging ik voor het eerst naar een discotheek en had ik een Limburgs vakantieliefje. Met de kinderen kwam ik hier dikwijls na school. Toen ze nog heel klein waren, deden ze zelfs middagdutjes in de cabine. Ze zijn echt op het strand opgegroeid.

De familiale sfeer rond de cabine is nog dezelfde, maar de catering is verbeterd. Vroeger hadden we een frigobox mee. Nu is zo’n strandcabine bijna een aperobar. Er ligt altijd rosé koel.’ Barbara De Beir: ‘Het is onze vaste ontmoetingsplek voor familie en vrienden. Al ontstond er recent ook een businessidee. Met Angelique Foré heb ik hier twee dagen zitten brainstormen over ons ‘Generation WOW’-project: een platform dat ambitieuze en ondernemende vrouwen helpt groeien. Made in Knokke dus.’

2. Genezing en de zee

Joost Vanhecke investeerde in keukenfrontmaker Firmax en geeft als consultant advies aan Boss Paints over nieuwe collecties en collabs met architecten. Op het strand, aan zijn cabine, vond hij de kracht om tegen kanker te vechten.

‘Heel simpel: ik gebruik mijn strandcabine aan het Van Bunnenplein om er mijn wetsuit in te leggen. Die draag ik als ik in zee ga zwemmen. Ik associeer de zee met de strijd die ik vorig jaar gevoerd heb tegen kanker. Ik ben nu in remissie, maar door de chemo heb ik het gevoel dat ik een ander lichaam kreeg.

Advertentie
Advertentie
Joost Vanhecke vocht een mentale en fysieke strijd tegen kanker.
Joost Vanhecke vocht een mentale en fysieke strijd tegen kanker.
© Alexander D'Hiet

Elke kapotte cel in mijn lijf moest vernieuwd worden. Ik werk keihard om mijn kracht en energie terug te vinden. En de zee is mijn trouwe kameraad in dat traject. De zee ziet er elke dag anders uit door het licht, de wind of het tij. De variëteiten van grijs en groen, de rimpelingen in het zand, de vorm van de golven: ik leerde weer van de schoonheid van de natuur genieten.’

‘Toen ik mijn kankerdiagnose kreeg, dacht ik: ik moet in beweging blijven. Maar de chemo maakte me ook kortademig: ik nam minder zuurstof op. De zee was op dat moment mijn zuurstoffles. De dag na mijn diagnose heb ik de balans gemaakt: ik ben 41 en ik heb kanker. Wil ik nu doodgaan? Of durf ik te geloven in het leven? Ik heb mijn angst aan de kant gezet en ben beginnen te bewegen.

Ik ben erg dankbaar voor de vele vrienden, dokters en familie die me steunden op vele manieren. Samen een strandwandeling doen was er een van. De revalidatie zette me ook aan het denken over mijn professionele toekomst. Ik heb een nieuw lichaam, dat om een nieuwe balans vraagt. De vermoeidheidseffecten van chemo duren lang en laten me niet meer toe voltijds te werken. Ik wil nu focussen op het delen van mijn ervaring uit de interieursector, zowel als investeerder als strategisch. Zonder kanker en de zee had ik die stap wellicht niet gezet.’

3. Nostalgie en pizza

Stephanie Straatman is productontwikkelaar bij het snelgroeiende uitvindersbureau Voxdale, gespecialiseerd in productdesign, prototyping en engineering. Ze herbeleeft haar jeugd in Knokke dankzij het cabineleven.

‘Ik heb heel mijn jeugd ’s zomers in Knokke gesleten. Maar als puber was ik het daar beu, dus kwam ik niet meer. Nu ik zelf jonge kinderen heb, herbeleef ik die magie van het strand weer. Nu snap ik pas waarom we met onze ouders zoveel uren in dat zand spendeerden. We huren altijd een appartement en een cabine in Duinbergen, net zoals mijn moeder, oom en andere familie en vrienden. We zitten tussen de minigolf en de Anemos-zeilclub. Dat getik van de touwen tegen de bootmasten is de sportieve soundtrack van onze zomers.’

‘Beroepsmisvorming misschien, maar ik denk soms dat die hokjes modulairder zouden kunnen’, zegt productontwikkelaar Stephanie Straatman.
‘Beroepsmisvorming misschien, maar ik denk soms dat die hokjes modulairder zouden kunnen’, zegt productontwikkelaar Stephanie Straatman.
© Alexander D'Hiet

‘Onder de volwassenen wordt er in de loop van de dag afgesproken aan welke cabine het aperitieftijd is. Meestal eindigt zo’n avond dan nog met afhaalpizza’s, want die leveren ook aan de cabines. Bevriende cateraars zijn nu The Culinary Shop begonnen aan het casino. Ook hun gerechten zullen we zeker eens bestellen aan ons strandhok.’

‘Als productontwikkelaar ben ik altijd verwonderd over hoe ambachtelijk en ouderwets die cabines zijn. Professionele firma’s meppen met brute kracht die dikke houtpanelen op een kwartier in elkaar, terwijl doe-het-zelvers een hele namiddag aan het timmeren zijn.

Beroepsmisvorming misschien, maar ik denk soms dat die hokjes beter, efficiënter en modulairder zouden kunnen. Ik zou er graag eens mijn tanden in zetten. Maar tegelijk vind ik dat de cabines voor altijd zo moeten blijven: een stukje authenticiteit op een plek waar de tijd als het ware stilstaat.’

4. L’été Indien

Nathalie Van de Walle is projectmanager bij projectontwikkelaar Olste. Haar cabine is een ontmoetingsplek én herinnering aan haar overleden moeder.

‘In de strandbars van het Zoute zul je me niet gauw zien’, zegt Nathalie Van de Walle. ‘Ik zet liever mijn strandzeil op in de duinen tegenover mijn cabine.’
‘In de strandbars van het Zoute zul je me niet gauw zien’, zegt Nathalie Van de Walle. ‘Ik zet liever mijn strandzeil op in de duinen tegenover mijn cabine.’
© Alexander D'Hiet

‘Ik groeide op in Temse, maar spendeerde al mijn vakanties en weekends in Knokke. We hadden vroeger een cabine aan de modernistische Villa Noordhinder-Westhinder van Henry van de Velde. Er waren toen nog geen herkenningspaaltjes op het strand, maar het platte dak was ons oriëntatiepunt. De cirkel is rond: ik studeerde later architectuur aan het Henry van de Velde-instituut en woon nu in een appartement tegenover dat iconische huis.

Intussen heb ik wel een andere cabine, vlak bij de RBSC-zeilclub in het Zoute. In de strandbars van het Zoute zul je me niet gauw zien. Ik zet liever mijn strandzeil op in de duinen tegenover mijn cabine. Mijn cabine is een ontmoetingsplaats: vrienden weten dat ik er vaak zit en dat er altijd bubbels of rosé te vinden is. In de duinen worden vele verhalen verteld, creatieve processen gestart en gedroomd over wat nog komen zal.’

‘In mijn cabine hangt een Indiaanse dromenvanger. Op mijn 19de reisden we naar Venezuela, waar we even bij een indianenstam verbleven. Sindsdien ben ik gefascineerd door indianen. Na mijn studies architectuur kon ik twee jaar in Brazilië verblijven. Mijn moeder is een tijd geleden naar de eeuwige jachtvelden vertrokken, net zoals oudere indianen soms de stam verlieten omdat ‘hun tijd gekomen was’. Dat idee hielp me om mijn verdriet een plaats te geven. Mama en ik zaten bijna dagelijks aan het strand, in de duinen of we maakten lange wandelingen naar de Zwingeul. Als herinnering wilde ik mijn cabine daarom eerst naar haar vernoemen. Maar het wordt wellicht ‘L’été Indien.’

5. Kotvrienden

Sander Bullynck, interieurarchitect bij het Knokse bureau Grain Designoffice, deelt met tien vrienden een strandcabine tussen Duinbergen en Heist. Ze herontwierpen die tot aperobar met koele kelder.

Aan de buitenkant oogt de strandcabine van Sander Bulluynck en zijn vrienden als alle andere. Maar onderin is een koelbox ingebouwd.
Aan de buitenkant oogt de strandcabine van Sander Bulluynck en zijn vrienden als alle andere. Maar onderin is een koelbox ingebouwd.
© Alexander D'Hiet

‘Vier jaar geleden kochten we met tien maten een oude strandcabine. Omdat onze vriendengroep zowel een interieurarchitect, een bouwkundig ingenieur als een schrijnwerker bevat, konden we dat strandkot gemakkelijk zelf bouwen en opfrissen. Aan de buitenkant is het nog steeds een cabine zoals alle andere: twee op twee meter met een zinken dak.

Maar aan de binnenkant is ze ontworpen als een aperobar. Het zotste snufje is onze ‘kelder’: een houten, geïsoleerde bak onder de vloer, waarin we onze drank koel kunnen zetten. Ik weet dat er cabines zijn met een echte koelkast, maar eigenlijk mag dat niet. Dus graven wij altijd eerst een put, als we de cabine in de lente heropbouwen. We maken er altijd een dagje van, afgesloten met een eerste drink.’

‘De cabine staat vlak bij het vroegere evenementenstrand, tussen Duinbergen en Heist. Ze heet C-zicht, omdat een van de vrienden Cee heet. We gebruiken het strandhok als ontmoetingsplaats voor de vrienden: allemaal oude kameraden van op school of van de jeugdbeweging. Al zijn hun aanhangsels ook welkom, natuurlijk. We komen vaak na het werk of in het weekend. Grote strand- of watersporters zijn we niet. Dus in plaats van kites of surfbenodigdheden stockeren we er onze barbecue in. We hebben er zelfs al eens een filmavond georganiseerd. Het voordeel is: iedereen heeft een sleutel, we hoeven niet af te spreken wie wanneer gaat. In de coronaperiode was dat zalig: er zat altijd wel iemand aan onze cabine. De ideale remedie tegen het isolement.’