Vergeet de bedevaart: duursport is de nieuwe zingeving

Een beetje sportieveling vandaag loopt non-stop 159 kilometer dwars door de Ardennen. 'Albert Camus zei ook al dat we Sisyfus als een gelukkig iemand moeten zien.'

Opvallend bericht, eind vorig jaar, te lezen op 3athlon.be, waar alle nieuws wordt gedeeld over triatlon en duatlon: ‘Dé uitdaging voor 2021: inschrijven voor een wedstrijd’. De uitdaging is kennelijk niet langer gewoon deelnemen aan de race, de uitdaging is kúnnen deelnemen. Daar heeft de wankele coronakalender mee te maken, natuurlijk, maar evenzeer de zeer grote interesse bij een steeds ruimer publiek.

Advertentie
Duursporten zijn populairder dan ooit. ‘Zodra je bent ingeschreven, heb je een doel en richt je je daarop, zowel fysiek als mentaal. Dan is iedere training een vast ritueel.’
Duursporten zijn populairder dan ooit. ‘Zodra je bent ingeschreven, heb je een doel en richt je je daarop, zowel fysiek als mentaal. Dan is iedere training een vast ritueel.’
©Shutterstock

Het bericht staat niet op zichzelf. De triatlonhausse is de pars pro toto van de extreme uithoudingswedstrijden. Of het nu gaat om de Dodentocht (100 km wandelen) die al jaren steeds meer deelnemers verwelkomt, het aantal ultraruns (langer dan een marathon) dat toeneemt, of de Ironmanwedstrijden (3,8 km zwemmen, 180 km fietsen en 42,2 km lopen) die snel uitverkopen, altijd gaat het om sporten die geen technisch talent vereisen, maar wel een bijzondere uithouding.

Advertentie

Extremen zijn het, dat zeker. Extremen die niet voor iedereen geschikt zijn wegens de belasting van het lichaam, maar nu schijnbaar steeds normaler worden. Het lijkt erop dat de mens de zuivere, langdurige en vaak ook uitputtende inspanning omarmt. Heeft de homo ludens het spel ingeruild voor de sport?

Ironman

Bram Goekint is een man met een baard en een fiets. Hij staat aan het hoofd van een bloeiende kinepraktijk in Oostende, waar hij de leeftijd van de duursporters ziet zakken. Waren het vroeger vooral eindtwintigers, dertigers en veertigers, ligt er nu steeds jonger volk op de tafel. Zelf weet hij ook wat verzuring is. Over een paar weken rijdt Goekint met vrienden van Oostende naar Aarlen. Zomaar, omdat het kan. 400 kilometer lang zal hij België aan zich zien voorbijtrekken. En altijd moet hij blijven trappen. Eindeloos. Blijven. Trappen.

Het fascineert me: waarom wil ik dit doen? Waarom wil ik die grens over?
Bram Goekint
Kinesist en duursporter

‘De Cristobal Diagonal is niet eens een wedstrijd’, lacht hij. ‘Het is een tocht, georganiseerd door een kameraad. Toen die zijn plan ontvouwde, was ik al snel getriggerd. Ik word blijkbaar aangetrokken door events waarvan ik niet weet of ik ze wel aankan.’

Duursport is zelden een bevlieging. Jaar na jaar tikt het ene steentje het andere aan, groeit de afstand en stijgt het vormpeil. Het was bij Goekint niet anders. Wat als student begon met een 1/8-triatlon – ‘plezant’ – werd een kwarttriatlon – ‘moet kunnen, toch’ – werd een halve triatlon – ‘tranen in de ogen’ – werd uiteindelijk de Ironman van Nice. Tussendoor nam hij ook deel aan de North C Trail en liep 50 kilometer door het zand.

Advertentie
Advertentie

‘De finish behalen van de Ironman voelt nog altijd als een mijlpaal in mijn leven’, zegt de ex-redder. ‘Het was fantastisch om te zwemmen in de Middellandse Zee, om te lopen op de Promenade des Anglais en te fietsen door het hinterland van de Côte d’Azur. Die connectie met de omgeving is belangrijk. Je gaat op in het groen, focust op het eindpunt en al zie je af, het is ook genieten. Ook in de voorbereiding van zo’n event. Zodra je bent ingeschreven, heb je een doel en richt je je daarop, zowel fysiek als mentaal. Dan is elke training een vast ritueel: eten, aankleden en vertrekken. Dat ritueel maakt deel uit van de ervaring, van het proces waarbij je training na training voelt hoe je lichaam aansterkt en je weerbaarheid groeit.'

©Unsplash / Simon Connellan

'Het fascineert me zelf ook: waarom wil ik dit doen? Waarom zet ik door? Waarom wil ik die grens over? Misschien uit trots, het idee dat je hoofd je lichaam steeds verder brengt. Het gaat me niet om de eindtijd, maar gewoon om de finish. Zodra die bereikt is, krijg je een ongelooflijke boost. Ik denk nog dikwijls terug aan Nice, en evolueer intussen steeds meer richting ‘bikepacken’. Het dagenlange fietsavontuur. Dat is wie ik denk te zijn.’

Santiago de Compostela

‘Het eigen, vege lijf is een vorm van zekerheid geworden in een wispelturige, door technologie gedreven wereld’, zegt Jeroen Scheerder. Ook hij is zo’n duursporter. Jaarlijks neemt Scheerder deel aan de Monstertijdrit in het Nederlandse Almere. Dan fietst hij 138 kilometer op zijn eentje tegen de klok. En tegen zichzelf. Ook hij heeft de triatlon al afgevinkt, maar zijn interesse overstijgt het fysieke: Scheerder is sportsocioloog aan de KU Leuven.

Duursport is een vluchtweg uit de drukke en onvoorspelbare wereld om ons heen.
Jeroen Scheerder
Sportsocioloog en duursporter

‘Duursport is een mogelijke vluchtweg uit de drukke en onvoorspelbare wereld om ons heen’, zegt hij. ‘Een afleiding, het afzien als een vorm van catharsis, als het leegmaken van je hoofd. Noem het ‘slow sport’, in navolging van ‘slow reading’ en ‘slow democracy’. Corona heeft dat alles verder in de hand gewerkt.’

Volgens Scheerder is de focus op uithouding geen recent fenomeen. ‘De mens heeft een lange geschiedenis met ‘endurance’. Kijk naar de bedevaarten naar Santiago de Compostela. Pelgrimage was in het premoderne tijdperk een duidelijke vorm van uithouding: wekenlang, desnoods maandenlang afzien om van overal in Europa toch maar dat ene punt in Spanje te bereiken. Dat idee van de bedevaart zie je nu in de sport, alsof je er een hoger doel mee bereikt.

Het spirituele karakter van die tochten veranderde na de industrialisering wel naar een meetbare wedstrijd. Denk aan de zesdaagses in het baanwielrennen. Het is in die context dat de ‘multiday races’ zijn ontstaan, ook op straat, al lopend. Op den duur ging het niet meer om het ritueel, zoals bij een bedevaart, maar om het record. Paalzitten bijvoorbeeld, wat uiteindelijk ook neerkomt op uithouding.’

De berg van Sisyphus

De ascese staat in onze moderne tijd voor het terugtrekken uit de wereld, voor denken in een stille, afgezonderde omgeving. De oude Grieken dichtten de ‘askesis’ een heel andere betekenis toe. Zij zagen het net als een fysieke training als de sleutel tot zelfontplooiing.

Al lopend of fietsend extreme inspanningen leveren lijkt de nieuwe zingeving. De grenzen van het eigen lijf aftasten bij wijze van moderne bedevaart.
Al lopend of fietsend extreme inspanningen leveren lijkt de nieuwe zingeving. De grenzen van het eigen lijf aftasten bij wijze van moderne bedevaart.
©Shutterstock

‘Die betekenis heeft de Duitse filosoof Peter Sloterdijk opnieuw opgerakeld’, zegt Ron Welters. Ook hij is zowel doener als denker. Welters is sportfilosoof aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en is net terug van een vijfdaagse fietstocht door Nederland. ‘Fysieke training sterkt niet alleen het lichaam, ook het denken. Die cartesiaanse scheiding van lichaam en geest klopt niet. We zijn niet ons brein, we zijn ons lichaam als geheel.’

Welters pleit voor duursport als een soort verplichting tegenover het leven: ‘Wie zijn lichaam herwaardeert en traint, maakt ook zijn geest weerbaar. Albert Camus zei ook al dat we Sisyfus als een gelukkig iemand moeten zien. Het kan geen kwaad de steen de berg op te duwen, zeker in een maatschappij die gericht is op het gemak. Wie een berg over fietst of loopt, leert zich te bewegen in de wereld, kan meer aan. Op den duur kom je als vanzelf uit op het goede leven, naar het beeld van de oude Grieken. Je moet domweg blijven lopen. Blijven trappen.’

Advertentie