De wereldvermaarde psychotherapeute Esther Perel is gul met advies over moderne relatieperikelen. Op eenvoudig verzoek doet ze dat zelfs in sappig plat Antwerps. Maar haar grootste talent? Toegeven dat ze iets niet weet.
‘Does that make sense?’, vraagt Esther Perel op het einde van ons Zoom-interview. ‘Dat klinkt als het impostorsyndroom’, plaag ik.Zou zij er echt nog aan twijfelen of ze zinnige dingen verkondigt? Dit is de auteur van twee wereldwijde bestsellers die in dertig talen zijn verschenen. Een vrouw die een plekje kreeg op de sofa bij Oprah Winfrey, op het podium van het SXSW-festival, en in de Forbes-lijst van meest invloedrijke vrouwen boven vijftig. De teller voor haar populairste Ted-talk staat op 19 miljoen views. Als Perel praat over de valkuilen van moderne relaties, in haar populaire podcastreeks of op een podium eender waar ter wereld, dan wordt er geluisterd. Op een lezing in Londen voor The School of Life kondigde filosoof/schrijver Alain de Botton haar aan als ‘one of the greatest people alive on earth right now’. Om maar te zeggen: de hyperbooltjes worden niet gespaard als haar fans de lof zingen van de beroemdste psychotherapeute ter wereld.
Die Esther Perel dus vraagt of ik het wel een beetje zinvol vind wat ze vertelt. Ze lacht er zelf om. ‘Ik wil vaak heel veel observaties en analyses in één antwoord proppen, en zodra ik op dreef ben, kan ik nogal uitvoerig zijn in mijn uiteenzettingen. We willen zo graag dat de ander begrijpt wat we écht willen zeggen, toch?’ Ja, toch. Perel studeerde taalkunde, literatuur en psychologie. De morsigheid van onze ziel en onze zinnen zijn haar vakgebied. In haar populaire podcastreeks hoor je haar genadeloos door woordbubbels heen prikken: ‘Oké, je zegt X, maar wat bedoel je nu echt?’
In België geboren
Om haar boodschap kracht bij te zetten, springt Perel in de loop van ons gesprek van Engels naar Nederlands en weer terug. Perel woont en werkt in New York, studeerde in Jeruzalem en Boston, maar groeide op in Antwerpen, de stad waar haar Joods-Poolse ouders na de Tweede Wereldoorlog een nieuw leven opbouwden. ‘Ik hou er ontzettend van om Nederlands te praten, maar ik verlies het snel. Als ik enkele dagen in België op bezoek ben, komt het er snel wat ‘vlotteriger’ uit.’
Perel spreekt negen talen. Net als ik bedenk dat het die Franse r is die in zowel haar Nederlands als Engels doorschemert, die haar uitspraken een extra air van mysterie en wijsheid meegeeft, zegt ze heerlijk plat: ‘Aantwaarps is veul gemakkelijker’. Tien talen, dus.
In juni komt Perel naar België, en dat is meteen de aanleiding voor ons gesprek. Ze is de headliner op een conferentie in Oostende van Generation Wow, een netwerkplatform dat ondernemende vrouwen wil samenbrengen. Perel krijgt honderden aanvragen uit de hele wereld, maar over deze twijfelde ze niet. ‘Het prikkelt tegenwoordig om vaker iets in België te doen, uit professionele maar ook persoonlijke nieuwsgierigheid. Ik heb nog familie en vrienden in België die ik graag opzoek, en dankzij die connecties voelt mijn geboorteland nog heel vertrouwd. Maar ik woon er al heel lang niet meer en ik wil me opnieuw wat vaker onderdompelen in die cultuur die bekend aanvoelt, maar me toch vreemd is. Het is een mooie mix, België betekent voor mij: take me home and give me adventure.’
Dat is meteen de kern waar je vaak op terugkomt in je werk: we streven naar geborgenheid en avontuur, naar veiligheid én vrijheid?
Esther Perel. ‘Precies, en die twee fundamentele noden van de mens worden voor mij vervuld met een trip naar België. (lacht) Het voelt elke keer vertrouwd én nieuw.’
‘Ik was er ook echt van overtuigd dat mijn werk in België niet bekend was. In Nederland heb ik mijn bekendheid vooral te danken aan het programma ‘Zomergasten’, maar in België had ik tot vorig jaar nog nooit een lezing gegeven. Niemand kent mij hier, dacht ik. Dat bleek heel anders.’
Toen je hier vorig jaar te gast was, werd je als een rockster onthaald op het podium van een uitverkochte Stadsschouwburg in Antwerpen. Als fans aanschuiven voor een handtekening en een selfie, is dat dan een vreemde ervaring voor een therapeut?
Perel. ‘In het begin wel, ja. Maar voor mij hebben die reacties niets met roem of bekendheid te maken. Sinds mijn podcasts (‘Where Should We Begin?’ over relaties en ‘How’s Work’ over conflicten op de werkvloer) merk ik dat een deel van het publiek een heel sterke band met mij heeft opgebouwd zonder dat ik het zelf wist. Mensen hebben urenlang naar mijn stem geluisterd en ze hebben het gevoel dat we elkaar écht kennen en begrijpen, omdat we heel persoonlijke, intieme momenten hebben gedeeld. Dat maakt live ontmoetingen en optredens voor een publiek extra intens.’
Je komt naar Oostende om te praten over de kracht van een sterk netwerk. Wat spreekt jou aan in dat thema?
Perel. ‘Ik hou er sowieso van om kennis te delen met vrouwelijke ondernemers, en die kans krijg ik niet zo vaak. Zodra ik in de corporate wereld begon te werken, kwam ik op een mannendomein.’
‘Wie een eigen zaak uitbouwt, omringt zich doorgaans met mensen die expertise of kennis hebben over een bepaald domein, over data of wetgeving of IT, of wat dan ook. Maar er zijn zoveel persoonlijke vraagstukken waarmee we bij niemand terechtkunnen: hoe communiceer je met je medewerkers, hoe ga je om met conflicten, hoe reageer je op een tegenslag? Terwijl dat de competenties zijn die heel bepalend zijn voor je welzijn en voor het slagen van je onderneming. Daarom moet je op een netwerk kunnen steunen dat je inspireert en motiveert.’
De kwaliteit van onze relaties bepaalt de kwaliteit van onze levens, zeg je. Maar bij het woord ‘relaties’ denken we in de eerste plaats aan onze band met een partner of naaste familie.
Perel. ‘Exact, terwijl de relaties met onze baas, collega’s, zakenpartners ook allemaal een enorme impact hebben op ons leven. Toen ik in dit vakgebied begon, werden menselijke relaties gezien als een ‘soft skill’, iets waar alleen vrouwen mee bezig waren, en dus irrelevant in een professionele context. Die bewustwording is stilaan aan het veranderen.’
‘Toen ik begon met de podcast ‘How’s Work’, kreeg ik daar veel reacties op. Wat heeft een relatietherapeut te zoeken op de werkplek? Terwijl ik het net heel belangrijk vind om aan te tonen dat ‘relationele intelligentie’, zoals ik ze noem, niet alleen belangrijk is thuis met je partner, maar ook op het werk, op school, in je contact met vrienden, buren... overal.’
‘Ik vind het net interessant om mijn blik te richten op alle verschillende relaties die mensen in hun leven aangaan. Als koppels bij mij in therapie komen, gaat het onvermijdelijk ook over werkproblemen die ze mee naar huis nemen, en vice versa. Die scheidingslijn is al lang vervaagd.’
‘Ook op de werkvloer komt alles neer op relaties tussen mensen. Wie helpt mij en wie saboteert mij? Wie heeft het voor me opgenomen toen ik het moeilijk had? Het is nog altijd de speelplaats op de lagere school. It’s basic human stuff.’Esther Perel
‘Ik ben geen businesscoach, ik blijf een relatietherapeut. Maar veel problemen die zich op het werk manifesteren, zijn geen ‘werkproblemen’. Bij elk conflict tussen mensen, in eender welke context, is het belangrijk om je af te vragen: waar gaat dit écht over? Je kunt bij wijze van spreken ruziemaken over een potlood dat op een bureau ligt. Is dat potlood zo belangrijk? Of ben je bezorgd over wie er aan dat bureau is geweest, en waarom jij daar niet bij was? Oké, vergeet het potlood dan, en laten we spreken over gevoelens van uitsluiting, vertrouwen, afwijzing, waardering. We denken op het werk vaak niet in die termen, we grijpen naar een ‘rationele’ uitleg, terwijl al die emoties natuurlijk een rol spelen. Ik merk in mijn gesprekken met topmensen uit het bedrijfsleven dat ze de symptomen herkennen, maar gewoon het vocabulaire niet hebben om die onderliggende dynamieken bespreekbaar te maken. Ze missen vaak een basisalfabet van relationele vaardigheden. Alles komt neer op relaties tussen mensen: wie helpt mij en wie saboteert mij, wie heeft het voor me opgenomen toen ik het moeilijk had, wie steunt me als ik een risico neem, wie gaat er met de waardering voor mijn werk lopen? Het is nog altijd de speelplaats op de lagere school, hoor. It’s basic human stuff.’
Er zijn ook mensen die het net prettig vinden om hun professionele en persoonlijke leven te scheiden, en niet te veel emoties willen meeslepen naar de werkvloer. Of is dat een illusie?
Perel. ‘Je brengt altijd je volledige ‘ik’ naar het werk. Iedereen heeft een relatieresumé: alle ervaringen uit je leven sturen - vaak onbewust - je omgang met anderen. Zie je je medemens als een steun of als een bedreiging? Dat is een heel fundamentele attitude die je uit je opvoeding meekrijgt, en je gedrag mee zal bepalen.’
‘Maar deels gaat het inderdaad om een meer bewuste keuze: hoeveel van je persoonlijke verhaal wil je delen op het werk? Vertel je bijvoorbeeld aan je collega’s dat je met een vruchtbaarheidsbehandeling bezig bent of een miskraam hebt gehad? En wat verwacht je als reactie? Op dat vlak zie ik een duidelijke generatieshift. Vroeger praatte men over het algemeen veel minder over emoties of persoonlijke zaken, behalve met een handvol goede vrienden en familieleden. Maar vandaag delen we massaal ons privéleven op sociale media. Er is een hele culturele omslag, door mensen als Oprah Winfrey of Brené Brown, die ons net aanmoedigen om onze kwetsbaarheid te tonen en problemen en conflicten bespreekbaar te maken. Die evolutie draaien we niet meer terug. Het is een menselijke noodzaak om ons isolement en onze eenzaamheid op die manier te doorbreken. Connecties zijn een basisbehoefte voor de mens. En meer en meer zoeken we die ook op het werk.’
Een van jouw stellingen is dat we onszelf de das omdoen doordat we te hoge eisen stellen in een relatie. Maar ook als het over carrière gaat, liggen onze verwachtingen torenhoog.
Perel. ‘Ja, omdat de betekenis van een job in ons leven helemaal is veranderd. We zoeken in ons werk persoonlijke groei, zingeving, connectie, sociaal contact. Als we het over burn-outs hebben, bijvoorbeeld, zit daar de kern. Ik denk niet dat mensen ziek worden van te hard werken. Natuurlijk moet je soms wat rust inbouwen, of een betere balans vinden. Maar ik vind het te gek hoe we mensen als ziek bestempelen, terwijl het de wereld is die ziek is. Kijk naar de ruime context waarin we moeten functioneren: de pandemie is nog niet achter de rug of er barst al een oorlog uit in Europa; er is de klimaatcrisis; en elke dag is er wel iets nieuws om angstig over te zijn. Dus vragen mensen zich af: waar doe ik dit voor? In een wereld met zoveel politieke en economische onzekerheid zoeken we in ons werk structuur en houvast, maar we willen vooral het idee hebben dat we iets zinvols doen, dat we ergens bij horen. Purpose en belonging, daar gaat het om.’
‘We zijn geëvolueerd van een productie- en diensteneconomie naar een identiteitseconomie: relaties, hobby’s, studies, werk zijn nu allemaal pijlers van de grote zoektocht naar persoonlijk geluk. Het probleem van die torenhoge verwachtingen is dat mensen nog moeilijk kunnen verdragen dat er onvermijdelijk aspecten zijn aan eender welke job die vervelend of eentonig zijn. Ik merk in gesprekken dat de eisen hoog liggen en de tolerantie heel laag is. Maar het is net hetzelfde als in een langdurige relatie: ook als je een fantastisch leven deelt met je soulmate, is er soms alledaagsheid en verveling. En iemand moet de afwas doen.’
‘Ook als je een fantastisch leven deelt met je soulmate, is er soms alledaagsheid en verveling. En iemand moet de afwas doen.’Esther Perel
In afwachting van je lezing in juni, welk advies zou je aan jonge ondernemers meegeven?
Perel. ‘Ik beklemtoon graag het belang van goede mentors. Vaak is onze innerlijke stem veel te streng, en dan is het heilzaam als iemand van buitenaf jouw zelfvertrouwen opkrikt. Je hebt altijd iemand nodig die net één stapje verder staat in het leven, en in jou gelooft en je ruggensteun geeft.’
‘Van jongs af aan was ik heel leergierig, maar mijn vader was analfabeet. Dus dacht ik: wie kan mij intellectueel voeden? Wie zal me boeken aanraden? Ik heb veel in mijn carrière te danken aan de goede mentors die ik heb opgezocht.’Esther Perel
‘Ik heb het nooit moeilijk gevonden om hulp te vragen, en ik heb veel in mijn carrière te danken aan de goede leermeesters die ik heb opgezocht. Van jongs af aan was ik heel leergierig, maar mijn vader was zo goed als analfabeet. Dus dacht ik: wie kan mij intellectueel voeden? Wie zal me boeken aanraden? Ik was nooit bang om mezelf in die positie van eeuwige leerling te plaatsen. Als ik iets niet weet of niet kan, dan vind ik het helemaal oké om dat toe te geven, terwijl velen het blijkbaar moeilijk vinden om zich afhankelijk of kwetsbaar of zwak te tonen. Er is niets zo krachtig als zeggen: “ik begrijp dit niet, leg het me uit” of “ik kan dit niet, toon me hoe het moet”. Volgens mij valt dat terug te leiden naar mijn schooljaren, omdat ik heel slecht was in wiskunde. Ik had altijd toevallig liefjes die een wiskundeknobbel hadden.’ (lacht)