Bomen planten is hip bij bedrijven en particulieren. Maar vaak is het niet meer dan wat greenwashing. Deze drie Belgische 'treehuggers' zien het bos nog wel door de bomen.
1. Nicolas de Brabandère: ‘We zijn geen gesubsidieerde activisten’
‘Als je in België de natuur haar gang zou laten gaan, dan werd het vanzelf een woud. Dat proces duurt normaal 200 jaar. Maar zo lang laten we de natuur zelden met rust: we verkavelen, vertrappelen, bewerken en bebouwen dat het een lieve lust is’, zegt Nicolas de Brabandère.
Met zijn bedrijf Urban Forests plant de Waalse bioloog sinds 2016 bossen aan die in 20 jaar tijd het ecosysteem hebben van een dicht woud. Dat doet hij volgens de Japanse Miyawaki-methode.
‘Akira Miyawaki bestudeerde hoe natuur tot bos evolueert. Hij imiteert eigenlijk hoe een bos spontaan groeit. Maar hij versnelt dat proces door de grond goed voor te bereiden en door de juiste soorten dicht bij elkaar te planten. Een bos aanplanten is als een taal spreken: op den duur weet je welke woorden in goede aarde vallen.’
Natuurlijk bos
We ontmoeten elkaar in het Ardense chalet van De Brabandère. ‘Veel mensen denken dat ze hier de ongerepte natuur ervaren. We zijn zo gewend aan aangelegde bossen, dat we denken dat bomen veel plaats nodig hebben. Maar dat klopt niet. Ze groeien van nature heel dicht tegen elkaar.’ Miyawaki-bossen zijn zelfs 30 keer denser dan een klassiek bos. Alles groeit zo dicht op elkaar dat je er als mens bijna niet meer in kunt.
‘We planten alleen inheemse soorten, omdat die aangepast zijn aan de omgeving en de meeste biodiversiteit aantrekken. De struiken en bomen zijn aangeplant in drie lagen. Ze vormen een ecosysteem vol onderlinge connecties. Ze beschermen elkaar tegen ziekte of droogte’, weet De Brabandère.
‘Mensen denken dikwijls dat we alles zo dens aanplanten, omdat we vrezen dat veel struiken of bomen zullen sterven. Maar na 20 jaar overleeft tot 90 procent. Natuurlijk zijn de bomen dan nog geen woudreuzen. Maar zo’n Miyawaki-bos heeft wel al de complexiteit en biodiversiteit van een woud van 200 jaar oud.’
'Na twintig jaar heeft een Miyawaki-bos al de complexiteit en biodiversiteit van een woud van 200 jaar oud.’Nicolas de Brabandère
De naam ‘Urban Forests’ is ogenschijnlijk misleidend. Urban betekent niet per definitie: in de stad. Maar veeleer: in je buurt. ‘We zijn de connectie met het bos verloren, zeker in de dichtbebouwde gebieden met veel woningen of industrie. Grote groenzones zijn zeldzaam geworden. Maar zelfs op kleine percelen, ter grootte van een tennisveld, kunnen wij een Urban Forest realiseren. De voordelen zijn legio: zo’n strookje natuur dempt het lawaai, zuivert de lucht, neemt CO2 op, doet de temperatuur dalen en stabiliseert de grond. En er is nauwelijks onderhoud aan.’
CO2-uitstoot
Nicolas de Brabandère plantte al Urban Forests voor particulieren, overheden, scholen en bedrijven zoals Carrefour, Goodman, GSE, Equilis, chocolatier NAO en Campfire. ‘Ik benader bedrijven nooit zelf, zij vinden mij. Vaak stellen ze me een terrein ter beschikking dat ze willen herbebossen. De projectprijs varieert van 3000 euro tot 100.000 euro, afhankelijk van de oppervlakte en de staat van de ondergrond. Reken op gemiddeld 25 tot 50 euro per vierkante meter. We verkopen niet per boom. En ook niet per verminderde CO2-uitstoot.'
'Als je de CO2-uitstoot wilt indammen, dan moet je stoppen met er te produceren. Als je een waterlek hebt, draai je toch ook eerst de kraan dicht en dweil je dan pas? CO₂ compenseren door bomen te planten is een verkeerde redenering. Urban Forests doet niet mee aan dat soort van greenwashing. We zijn realistisch: we hebben niet de ambitie om de wereld te redden of de klimaatopwarming te remmen. Dat is een neveneffect van ons doel: mensen herconnecteren met de natuur van bij ons’, zegt hij.
Miyawaki-methode
Aan natuur geen gebrek, toen Nicolas de Brabandère 26 jaar lang in Afrika woonde en werkte. Hij was in dienst van safarilodges in Zambia, Madagaskar en Gabon. ‘Ik kwam naar België terug voor een job bij Artsen Zonder Grenzen in Brussel. Maar ik miste het contact met de natuur en verhuisde van mijn Brusselse appartement zonder tuin naar een chalet in de Ardense bossen. Die baatte ik ook uit als chambre d’hôtes’, vertelt hij.
‘Mijn leven veranderde toen ik in 2015 een inspirerende TED-talk zag van Shubhendu Sharma, de Indiër die met zijn bedrijf Afforestt bossen aanlegt volgens de Miyawaki-methode. Ik was zo begeesterd dat ik een maand naar India trok om bij hem de techniek te leren. In 2016 richtte ik mijn eigen bedrijf op, Urban Forests, om bossen aan te planten volgens die methode.’
Zijn allereerste Miyawaki-bos was in Ath. ‘Ik dacht dat het mijn eerste en laatste project zou worden. Tot een Frans gemeentebestuur belde om samen te werken voor een Urban Forest. En daarna ook een Brusselse landschapsarchitect, die voor een privéklant zo’n bos wou. Het duurde twee jaar voor ik van Urban Forests kon leven. En het kostte me drie jaar om tien Miyawaki-bossen aan te leggen. Nu plant ik er tien op een maand.’
Ecologische marketing
Urban Forests is geen organisatie, maar een bedrijf. En dat is een belangrijke nuance. ‘We zijn geen gesubsidieerde activisten, geëngageerde boyscouts noch dromers, we willen ook gewoon jobs creëren’, zegt De Brabandère. ‘Momenteel zijn we een bedrijfje met één voltijdse kracht en drie parttime zelfstandigen. Dat we zelf een bedrijf zijn, stelt andere firma’s ook gerust om met ons samen te werken. We behoren tot de reële economie.’
'Een bedrijf dat er alleen op uit is winst te maximaliseren, creëert wel welvaart, maar helpt de samenleving niet genoeg vooruit.'Nicolas de Brabandère
In die ‘reële economie’ ziet hij steeds meer bedrijven die ecologische inspanningen doen. ‘Ze zoeken naar zingeving. Een bedrijf dat er alleen op uit is winst te maximaliseren, creëert wel welvaart, maar helpt de samenleving niet genoeg vooruit. Dat besef dringt meer en meer door. Mensen die nu solliciteren, polsen vaak naar de ecologische inspanningen van hun toekomstige werkgever.'
'En klanten willen geen ecologische marketing, wel concrete daden. Geen holle woorden, wel iets met reële impact. Vandaar dat ik ook alleen maar lokaal werk. Ik stel me soms vragen bij bedrijven die zomaar poneren dat ze 1 miljoen bomen gaan planten. Ik weet hoe moeilijk het al was om er 38.000 te planten. Hoe concreet zijn al die projecten? Waar staan al die bomen?’
2. Rene Rousseau: ‘Bolsonaro is een natuurramp voor Brazilië’
Bomen planten is een familietraditie bij Rene Rousseau, patrimoniumbeheerder en Taschen-boekenverzamelaar uit Lanaken. ‘Bij de geboorte van mijn kinderen plantte ik er een op de placenta. Toen mijn ouders 50 jaar getrouwd waren, plantten we voor hen een boom’, zegt hij.
‘Helaas vernamen we vier maanden geleden dat mijn moeder ongeneeslijk ziek is. Gelukkig gaat ze er heel positief mee om. Haar moed inspireert me om ook iets positiefs te doen: ik wil bomen aanplanten ter nagedachtenis van haar.'
'Ik betrok er fotograaf Sebastião Salgado bij, een vriend. Hij heeft Instituto Terra, een natuurgebied aan de Braziliaanse westkust, dat hij sinds 1998 aan het herbebossen is. Hij was heel lovend over het boomproject voor mijn moeder en bood me een mooi perceel aan in zijn Instituto. Lang wil mijn moeder niet wachten met het aanplanten: ze wil graag de start nog meemaken.’
Boompje voor Boja
‘Het boominitiatief doopte ik ‘Boompje voor Boja’, omdat mijn oudste zoon zijn bomma vroeger ‘Boja’ noemde. Ik moet zeggen: het project is een ijsbreker voor mensen die met haar niet goed over de dood durven te praten. Nu er een bos komt, is de dood omgebogen tot iets levends. Via de website van ‘Boompje voor Boja’ kunnen ook andere mensen geld doneren om bomen te planten. Ter herinnering aan iemand. Als cadeau voor een huwelijk of geboorte. Ter gelegenheid van een bedrijfsjubileum. Of gewoon zomaar, als geste voor de natuur.’
Rene Rousseau heeft zelf bijzonder groene vingers. Hij kweekt niet alleen zijn eigen groenten, in zijn parktuin doet hij ook actief aan vogel- en natuurbescherming. ‘Mijn vrouw en ik hebben al meer dan 2000 bomen geplant in België en Portugal, een favoriet vakantieland van ons. Ik voel me betrokken bij de natuur. Vooral hoe we ze zullen achterlaten voor onze kinderen en kleinkinderen’, zegt hij.
Sebastião Salgado
Het is een bezorgdheid die hij deelt met de bevriende Braziliaanse fotograaf Sebastião Salgado. ‘Salgado werd beroemd met onder meer zijn fotoprojecten over de hongersnood in de Sahel en de genocide in Rwanda. In 1997 werd hij letterlijk ziek van alle ellende die hij had gezien. Op doktersvoorschrift deed hij het rustiger aan en ging hij terug naar de veeboerderij van zijn vader in Brazilië.
Maar ook daar trof hij een schrijnende situatie aan. Van het oorspronkelijke regenwoud van 900 hectare was 95 procent gekapt voor extensieve veeteelt. Wat restte, was kale, verdroogde en vertrappelde grond, die snel erodeerde’, vertelt Rousseau.
‘Om dat stuk van het Atlantisch woud te herstellen, besloten hij en zijn vrouw Lélia om bomen aan te planten. In het begin stierven er veel. Maar samen met boomspecialisten en internationale wetenschappers slaagden ze er intussen in om 300 inheemse soorten weer te introduceren in de Mata Atlântica, de regenwoudgordel langs de Atlantische kust.’
6 miljoen bomen
Dat begon bescheiden in 1998 met het herbebossen van het familie-eigendom. De Salgado’s besloten om een ngo op te richten, Instituto Terra, die het ecosysteem herstelt in de omliggende valleien van de Rio Doce.
Heel dat gebied kampte met dezelfde problemen: droogte, erosie, bodemverzakking. De natuurlijke bronnen waren daar zelfs opgedroogd, omdat het vee ze dichtgetrappeld had.
Nu Instituto Terra massa’s bomen aangeplant heeft, herstellen die bronnen zich van nature. Het grondwater dat de bomen opnemen, verdampt via de bladeren. Die waterdamp zorgt indirect voor regen. En dat is essentieel om het ecosysteem daar weer in evenwicht te brengen.
‘Intussen heeft Instituto Terra al meer dan 6 miljoen bomen aangeplant, op in totaal 7000 hectare. Dat lijkt een ver-van-mijn-bed-show. Maar bomen nemen CO2 op en produceren zuurstof en waterdamp. En dat belangt ons allemaal aan: lucht en regen.’
Koning Boudewijnstichting
Rousseau leerde Salgado persoonlijk kennen, toen de fotograaf drie jaar geleden in België was voor een signeersessie bij Taschen in Brussel. Als fervente boekenverzamelaar kon Rousseau hem toen uitgebreid spreken. Het klikte en ze hielden contact. Hij nodigde Salgado uit in Lanaken voor een privéboekpresentatie en lezing. Dat event was succesvol: het leverde 100.000 euro op voor Instituto Terra.
'Ik wil bomen aanplanten ter nagedachtenis van mijn moeder.'Rene Rousseau
‘Daar kun je best veel bomen mee planten’, dacht Rousseau eerst. Maar toen Sebastião en Lélia Salgado enkele weken later opnieuw in Lanaken waren, borrelde een ander plan op. ‘Aan onze keukentafel vertelden zij hoe bezorgd ze waren over het voortbestaan van hun Instituto Terra, omdat ze een dagje ouder werden. Waarop de Salgado’s het idee opperden om met deze 100.000 euro de opstart, inleg en organisatie te dekken van de Foundation. Mijn vrouw en ik zagen meteen de meerwaarde hiervan in.'
'Een half jaar geleden was de deal rond met de Koning Boudewijnstichting. Marlène Taschen, de nieuwe CEO van Taschen, is voorzitter. Logisch, want Taschen geeft Salgado’s boeken uit en verdubbelt al jaren de compensatie voor hun uitstoot met donaties aan Instituto Terra. Ook ik zetel in de raad van bestuur, al ben ik maar een radertje in het geheel. Dat gesprek aan onze keukentafel was de katalysator.'
'Door corona zitten al onze plannen even in de koelkast.'Rene Rousseau
'Het belangrijkste is: nu hangt Instituto Terra niet alleen meer af van het engagement van Sebastião en zijn vrouw. Wel van een heleboel mensen, onder wie Marlène en ikzelf. We hebben veel ideeën voor fundraising, partnerships en events. Maar door corona zitten die allemaal even in de koelkast.’
Natuurramp
Het is zelfs een piste om Instituto Terra uit te breiden naar andere regio’s of continenten, die ook te kampen hebben met ontbossing of droogte. De organisatie draait nu op giften van particulieren, bedrijven en overheden. Wie geld geeft, sponsort bomen of adopteert een bron.
‘Inmiddels is Instituto Terra het grootste particuliere herbebossingsproject van Brazilië. Ze hebben zelfs een eigen kwekerij, waar ze alleen inheemse soorten telen. Het beschermd natuurgebied is intussen ook een nationaal park, dat te bezoeken is. Dus je kunt er niet zomaar kappen, zoals in het Amazonewoud. Ontbossing blijft helaas een gigantisch probleem in Brazilië. Salgado noemt president Jair Bolsonaro niet voor niets ‘de grootste natuurramp die Brazilië ooit gehad heeft’.
3. Elise van Middelem: ‘Ik wil iets terugdoen voor de natuur’
‘Rewild our planet’ is de oproep van Sir David Attenborough in zijn jongste documentaire ‘A life on our planet’. Het is precies wat Elise Van Middelem wil doen met haar start-up SUGi: een onlineplatform, waarop particulieren en bedrijven geld kunnen doneren om bossen mee aan te planten. ‘Zowel eenmalige bijdrages als maandelijkse giften zijn mogelijk’, zegt ze.
Die herbebossingsprojecten documenteert ze nauwgezet op de website en app. Met aantrekkelijke foto’s, video’s, cijfers en een kaart, want de storytelling is bijzonder belangrijk.
‘Onze boodschap is: iedereen kan bijdragen aan de biodiversiteit in onze steden. Met onze app en website maken we die impact concreet. Zo voelen mensen zich betrokken. En zo worden ze deel van de rewilding generation.’
Monocultuur
Elise Van Middelem werkte jarenlang in de luxesector, als Europees eventmanager voor Louis Vuitton. Met haar eigen bedrijf EVM was ze vanuit San Francisco creatief strateeg voor luxemerken, kunstenaars, galeries en verzamelaars. Op papier topjobs, maar na enkele jaren miste ze de ‘touch’ met de natuur. ‘Ik ben opgegroeid op het platteland in de polders rond Oudenburg’, vertelt ze. ‘Ik wilde iets terugdoen voor de natuur.’
Aanvankelijk zou Van Middelem investeren in een organisatie die herbebost. Maar al die projecten misten voor haar één ding: transparantie. ‘Bomen planten is tegenwoordig sexy voor bedrijven. Ze schermen graag met slogans als ‘one dollar, one tree’. En ze gooien met beloftes om duizenden bomen te planten. Maar hoe concreet is dat allemaal?'
'Heb je gelezen dat ze in Ethiopië 353 miljoen bomen geplant hebben in 12 uur tijd? Goed voor een wereldrecord en heel veel pers. Prachtig initiatief. Maar waar staan die bomen? Kun je daar foto’s van zien? Is dat monocultuur? Hoe streekeigen zijn de aangeplante soorten? Hoe evolueert dat bos? Wordt het onderhouden? Wat is de overlevingsgraad? Ik mis transparantie in veel van die goedbedoelde initiatieven. Dus richtte ik in mei 2019 een eigen bedrijf op: SUGi. Een ngo of een vzw wilde ik niet beginnen. Ik wil sociaal ondernemen.’
'We herbebossen van Chili tot Australië, van India tot Kameroen, van Beiroet tot Sint-Niklaas.'Elise Van Middelem
SUGi plant de bomen niet zelf: de start-up werkt momenteel samen met 19 bosbouwers over de hele wereld. ‘De jongste drie partners komen uit Chili, Jordanië en Kenia’, zegt Van Middelem. ‘Ze volgen allen de Miyawaki-methode: een manier om dichtbegroeide bossen aan te planten, die zo gestructureerd zijn dat ze het ecosysteem van oerbossen imiteren.’
'We selecteren ze op ervaring en opleiding in de Miyawaki-techniek. Binnenkort lanceren we een fellowship om de volgende generatie bosbouwers op te leiden. We vinden niet overal goeie mensen, in Italië hebben we momenteel niemand.’ By the way: Nicolas de Brabandère mocht zowel een bos in Sint-Niklaas als een SUGi-project in Charleroi aanplanten.
SUGi-bossen
Van Middelem runt SUGi vanuit Zürich. Tachtig procent van haar inkomsten gaat naar de bosbouwers, 20 procent naar de dagelijkse werking. Momenteel is SUGi nog verlieslatend. Er werken al drie voltijdse en twee parttime krachten. Van Middelem is de enige oprichter, milieuactivist David de Rothschild is de stille partner.
‘Wij contacteerden hem niet, hij stapte naar ons omdat hij zo in het project gelooft,’ zegt ze. ‘We zijn nog maar 20 maanden oud. En intussen hebben we al meer dan 300.000 euro opgehaald. We realiseerden 70 projecten, goed voor 27.260 vierkante meter hersteld ecosysteem en 85.000 bomen. We herbebossen van Chili tot Australië, van India tot Kameroen, van Beiroet tot Sint-Niklaas. Zelfs in mijn bakermat Oudenburg komen dit najaar twee SUGi-bossen. Toen ik met kerst even in België was, heb ik die deal kunnen sluiten’, lacht ze.
World Economic Forum
Eén realisatie was het World Economic Forum ook opgevallen: het ‘Healing Forest’ in Washington State, aangelegd bij een gesloten instelling van de Yakama-indianen. Het horlogemerk Breitling sponsorde 5000 bomen en struiken van dit bos.
'We willen niet het geweten van bedrijven sussen. Wel ecosystemen herstellen.'Elise Van Middelem
‘Op het World Economic Forum in Davos is in 2020 de One Trillion Trees Challenge gelanceerd. SUGi werd geselecteerd bij de eerste lichting van innovatieve bedrijven die tegen 2030 1 biljoen bomen zal helpen planten. We maken ook deel uit van de UN Decade on Ecosystem Restoration. Allemaal mooie labels, die goed zijn voor onze credibiliteit.'
'SUGi is geen bedrijf dat de CO2-uitstoot helpt te becijferen en compenseren met certificaten. Dat is momenteel een enorme business met veel wildgroei. Onze benadering is veel holistischer. We willen niet het geweten van bedrijven sussen. Wel ecosystemen herstellen. En zoveel mogelijk mensen weer in contact brengen met de natuur.’