Hebben we adem nodig om onder water te bewegen? We denken van wel, vrijduikers vinden van niet. Onze journaliste verlegde haar grenzen, vocht tegen haar instincten en schakelde haar paniekreflex uit. ‘Als je boven water weer ademt, is die eerste teug er een van euforie. Het lichaam juicht.’
‘A sense of belonging’, zo omschreef Natalia Molchanova freediving in 2014 in een interview voor The New York Times. De Russische vrijduikster heeft het wereldrecord ‘static apnea’ op haar naam staan: ze bleef negen minuten en twee seconden onder water met slechts één ademteug. Freediving draait niet om wat je ziet, dixit Molchanova, maar wat je voelt. ‘A sense of belonging’, zoals ze het zo paradoxaal omschrijft. Want hoe kunnen we thuishoren in een wereld waar we wetenschappelijk gezien niet kunnen overleven?
Vrijduiken, freediving of apneuduiken is onder water ‘zijn’ zonder zuurstof. Je daalt niet – zoals klassieke duikers – af met flessen perslucht op je rug. Je moet het doen op eigen kracht, de grenzen van je lichaam aftasten en verleggen. Freedivers zijn zeemeerminnen: ze nemen boven water een ademteug en glijden vervolgens schijnbaar moeiteloos naar een andere wereld. Ze voelen zich gewichtloos en schakelen alle spanningen in hun lichaam uit. Deconcentratie, lage hartslag, superheldenmodus.
Ballon met lucht
‘Freediving is niet zomaar diep inademen en zo lang mogelijk onder water blijven’, zegt Eddy Lootens, overdag manager bij een softwarebedrijf en in zijn vrije tijd instructeur freediving bij de Gentse vrijduikclub Salacia, genoemd naar de Romeinse zeegodin. ‘Ik ging vroeger veel scubaduiken (met zuurstofflessen, nvdr.), maar sinds ik het vrijduiken ontdekte, ben ik verslaafd.’ Aan wat exact? ‘Moeilijk onder woorden te brengen. Het is een gevoel, alsof je een blauwgekleurd universum binnendrijft, zonder zweverig te willen klinken.’
Hij geeft lessen in Transfo, een duiktank 15 meter diep in het West-Vlaamse - geheel toeval - Zwevegem. Er staan drie van die duiktanks in België. De indrukwekkendste is Nemo33 in Ukkel, 33 meter diep en gevuld met tropisch water (33 °C). Bij Todi in Beringen duik je dan weer tussen echte zoetwatervissen.
Tijdens een introductieles toont Lootens de basics. ‘Het komt eropaan je lichaam te vullen als een ballon met lucht. Buik, borst en schouders helemaal opblazen’, zegt de instructeur. De lessen beginnen met static freediving: op je buik stilliggen, met je hoofd in het water, zo lang mogelijk proberen te ‘overleven’ zonder naar adem te happen. Molchanova achterna.
Instructeur Lootens timet mijn eerste poging: één minuut. ‘Niet slecht’, zegt hij, ‘maar ik heb ook klanten die meteen vier minuten haalden. Al hadden die misschien stiekem geoefend.’
Tijd uitschakelen
Want freediving kun je leren. Via ademhalings- en relaxatietechnieken houden freedivers hun lichaam en hoofd ultrarustig. ‘Het gebrek aan zuurstof zal automatisch een ademhalingsreflex geven, we zijn zo geprogrammeerd. Maar stress of paniekmomenten vreten energie, en hoe meer energie je verbruikt, hoe sneller je zuurstofpeil zakt. Dus moet je paniek leren uitschakelen’, legt Lootens uit. Freedivers trainen hun lichaam om te functioneren met zo weinig mogelijk zuurstof. Zen/zijn, die twee cirkelen rond elkaar. Het draait om mentale kracht, eerder dan fysieke of conditionele paraatheid. ‘Anti-instinctief gedrag. Ons lichaam signaleert, klopt, stuiptrekt en schreeuwt ‘er klopt iets niet’ en dat gevoel wil je overwinnen.’ De superheldenmodus.
Bij een tweede poging static freediving haal ik anderhalve minuut op de timer. ‘Voel je al contracties?’, vraagt Lootens. ‘Als je denkt ‘nu is de lucht op’, is het tijd om je grenzen te verleggen. Op het moment van de contracties kun je nog lange tijd verder zonder lucht. De eerste contracties komen er al op 40 à 50 procent van je eindtijd.’
Truc met de neus
Na het static freediven verhuizen we voor deel twee van de lessen naar het midden van de tank. Daar hangt een touw waarlangs freedivers zich naar beneden trekken. ‘Het allerbelangrijkste is de druk in onze oren ‘klaren’’, zegt Lootens. Elke meter je neus dichtknijpen en de oren laten ploffen, zoals in het vliegtuig. Makkelijk, zeg ik. Lukt me zeker.
De eerste poging mislukt. Het neustrucje werkt niet. De tweede poging mislukt ook, de derde idem. ‘Eén op de drie beginners kan niet klaren als ze met hun hoofd naar beneden duiken’, klinkt het. Klaren of ‘equalizing’ blijkt een moeilijke techniek die je niet een-twee-drie leert. ‘Probeer eens naar beneden te gaan zonder je lichaam om te draaien’, zegt hij. ‘Met je voeten naar beneden is het makkelijker, omdat de doorgang tussen mond en neus dan minder blokkeert.’ Hij heeft gelijk: nu lukt het wel en kan ik afdalen in het blauwe universum.
Via de grote glazen van de snorkelbril dwarrelt de verwondering binnen. Zo’n duiktank is net echt: duikers oefenen er tussen verzonken sculpturen. Behalve opwinding passeren ook angstflitsen en een kloppend hart schreeuwt om mijn aandacht. Hoeveel lucht heb ik nodig om weer boven te raken, probeer ik snel te calculeren. ‘Beginnersfout natuurlijk’, zegt de instructeur als ik dolfijngewijs boven water kom happen naar lucht. Niet denken, maar dromen. Probeer de deur te openen naar een wereld waar gedachten niet bestaan.
Ik duik opnieuw en raak ongeveer zes meter diep. De fameuze deur heb ik niet gevonden, maar plots is daar wel de ‘sense of belonging’ waarover Molchanova vertelt. Noem het een waterknuffel: de blauwe massa omarmt en geeft prikkels van geluk. Pas als ik zes meter onder water hang te bengelen aan een touw, in een groen zeemeerminpakje, begrijp ik wat ze bedoelde.
Verdwenen van de zeebodem
Want freediven heeft wel degelijk een donker kantje, even zwart als de diepzee. Grenzen verleggen en naar adem happen loopt al eens fout: dit is een van de gevaarlijkste sporten ter wereld. Black-outs, gesprongen trommelvliezen, desoriëntatie, longtrauma’s, stikstofnarcose… de ongelukkige lijst van overleden freedivers is lang.
Zo stierf ook Natalia Molchanova, ’s werelds meest getalenteerde freediver. Ze had er een ongelooflijke aanleg voor, vertelt Lootens. Ze begon pas op haar veertigste te vrijduiken, brak record na record en de media noemden haar ‘The Machine’. Maar in 2015 verdween ze van de zeebodem toen ze ging duiken op Formentera. Ze kwam nooit meer boven water. Kimmo Lahtinen, grote baas van de freedivingassociatie AIDA, vertelde later aan The New York Times: ‘Ze leek onoverwinnelijk, maar we spelen in de oceaan. En als je met de oceaan speelt, weet je wie de sterkste is van de twee.’
Lsd-trip
Gelukkig zit ik voor mijn eerste kennismaking niet in de oceaan, maar in een tank. Ik wil mezelf op sleeptouw laten nemen naar een wereld waar ik de tikkende klok kan uitschakelen. ‘Als we erin slagen om onder water niet te denken, kunnen we één worden’, legde Molchanova in The New York Times uit. ‘Als we wél denken, blijven we gescheiden. Soms hebben we in het leven nood aan een mentale reset. Freediving kan daarbij helpen.’
De cocktail van mentale zen, adrenaline en gevaar geeft de sport een grote aantrekkingskracht én cultstatus. Want freedivers zijn vandaag supersterren. Madison Stewart – meer dan 230.000 volgers op haar Instagrampagina @sharkgirlmadison – duikt tussen haaien en haar filmpjes bezorgen elke kijker kippenvel. Collega-influencer Kimi Werner - @kimi_swimmy – is een ‘underwater huntress’ en jaagt met een harpoen op vissen voor het avondmaal. Het was trouwens door het speervissen dat de surfende kok Willem Hiele op exotische locaties interesse kreeg in vrijduiken, om zo onder water op jacht te gaan naar zijn eigen ‘catch of the day’.
Vrijduiken is vandaag populair op sociale media, al gaat de geschiedenis meer dan tweeduizend jaar terug. Japanse ‘zeevrouwen’ doken twee millennia geleden al op zoek naar parels of zeevruchten.
Boeken vol zijn er intussen over gepend, filmbibs gevuld. ‘Freedivers ervaren een ‘chemical high’’, schrijft journalist Adam Skolnick in zijn boek ‘One breath, the quest to shatter human limits’. ‘Ze bewegen zich op een mysterieuze plaats waar mensen niet verondersteld worden te zijn en voelen opwinding vergelijkbaar met een lsd-trip. Als je boven water weer ademt, is die eerste teug er een van euforie. Het lichaam juicht.’
Ik kan hem alleen maar gelijk geven. Al kan ik me nauwelijks inbeelden hoe het moet voelen om 50 meter of dieper te duiken. Wervelend in een blauwe wereld, 360 graden omgeven door water, op het snijvlak tussen stilte, angst en intens geluk.