Geschikt voor grind, gras, zand en bosgrond, maar tegelijk ook comfortabel én behoorlijk snel op de verharde wegen. De gravelbike is het nieuwste speeltje voor fietsers met zin voor avontuur.
Als er één sector is die de coronapandemie voorlopig goed lijkt door te komen, moet het wel die van de fietsen zijn. Gedwongen binnenblijven heeft bewegen in de buitenlucht aantrekkelijker dan ooit gemaakt. En als sporten zowat de enige toegelaten, niet-essentiële verplaatsing is, zorg je maar beter dat je fiets duidelijk uitstraalt dat het je met dat sporten ook menens is. Neen, op een full carbon Eddy Merckx draag je geen mondkapje.
Op een gravelbike is genieten belangrijker dan goed presteren.
Dat hebben we niet alleen in België, maar wereldwijd begrepen. Even was er zelfs sprake van schaarste. De vraag naar fietsen explodeerde, wachttijden liepen op tot weken, maanden – tot ná die voor het fietsen zo aantrekkelijke zomer, dus. En dat, terwijl velen thuis ongeduldig zaten te wachten om eropuit te kunnen trekken, met een nieuwe blik de eigen streek of de Ardennen in.
Gravelbikes in de lift
Het is precies waarvoor de gravelbike zo vreselijk geschikt is: om nieuwe paden op te zoeken, niet alleen ‘met uitzicht op’, maar echt ‘in’ de natuur. Gravelbikes zijn de fietsen die de etalages van de fietsenwinkels overal te lande sieren en sinds de lockdown wellicht bij een van de buren in de gang staan. Ze zien eruit als racefietsen, vooral door het gekromde stuur, maar hebben dikkere banden en een wat minder aerodynamisch, iets comfortabeler design.
Liefhebbers noemen het een fiets die het beste van twee werelden verenigt – en ja, daar zit iets in. De ene wereld is in dat geval die van de racefiets, ontworpen voor een hoge snelheid op asfalt. Wat in de praktijk algauw betekent: toeterende auto’s, eindeloze steenwegen of overvolle jachtpaden.
De andere wereld is die van de mountainbike: uitgerust voor herderspaden, steile afdalingen, knoestige boomwortels en hoekige rotsen, maar daarmee algauw een overgekwalificeerde machine voor het soort routes dat in België te vinden is.
Zo presenteert de gravelbike zich inderdaad als een verleidelijke middenweg. Geschikt voor grind, gras, zand en bosgrond, maar tegelijk ook comfortabel én behoorlijk snel op de verharde wegen. De gedroomde tweewieler, met andere woorden, voor de actieve rust- en stiltezoeker. Zeker in deze vreemde tijden geldt: mijn gravelbike, mijn vrijheid.
Eerste gravel ride
Niet dat de gravelbike met covid uit de lucht is komen vallen. Maar heel ver hoef je ook niet terug om de wortels ervan te ontdekken.
De allereerste officiële ‘gravel ride’ in België (de Dirty Boar, want je wordt er vuil ‘tussen de everzwijnen’) vindt in 2017 plaats in de Hoge Venen, op initiatief van drie vrienden uit Leuven die in Engeland aan de Dirty Reiver hebben deelgenomen. Daar is het gravelen op zijn beurt uit Amerika komen overwaaien, waar ‘gravel trails’ vooral in de Midwest al meer dan tien jaar populair zijn.
De gravelbike is de ideale fiets om nieuwe paden op te zoeken, niet alleen ‘met uitzicht op’, maar echt ‘in’ de natuur.
De eerste ‘echte’ gravelbike die op de markt komt, in 2013, komt rechtstreeks voort uit de nood aan beter materieel om zulke tochten af te leggen, en wordt getest en geperfectioneerd op de stoffige wegen van de Dirty Kanza in de Flint Hills rond Emporia in Kansas.
Daarna gaat het razendsnel: de grote merken volgen met een eigen gravelserie, de fietser blijkt eenvoudig overtuigd. Bij Wheelpalace in Oudenaarde, in het hart van de Vlaamse Ardennen, verkoopt zaakvoerder Lieven voor het eerst een gravelbike in 2018. Vandaag, twee jaar later, maken gravelbikes zo’n vierde van het gamma en de omzet van zijn winkel uit.
Van outsider tot hype
Gravelen is ouder dan de fiets die er zijn naam aan heeft verbonden. Uiteindelijk beantwoordt het offroad gaan aan een instinctieve neiging om van drukke, platgetreden paden af te wijken. De ene deed of doet het met de racefiets (met hier en daar een lekke band), de ander met de (traag bollende) mountainbike, nog een ander met de crossfiets – het type, overigens, dat misschien nog het meest lijkt op de gravelbike, maar meer ontworpen is voor snelheid, explosiviteit en korte afstanden.
Het is daarom ook, onvermijdelijk, een tikkeltje ironisch dat het avontuurlijke, alternatieve gravelen zich in geen tijd heeft ontpopt als hype én geldmachine. Als markt om te veroveren vormen de gravelbikes een motor voor de nieuwste technologische ontwikkelingen in de fietsindustrie.
De prijzen voor de consument variëren tussen 1000 en 10.000 euro. Al kan het op termijn misschien wel wat goedkoper. Want meer nog dan een hype lijken de gravelbikes, ook volgens fietsenmaker Lieven, absoluut een blijver.
Wielertoerisme
Het hoeft ook niet noodzakelijk spectaculair te zijn op het vlak van materieel, of nog: prestaties op de Strava-app. Rond gravelbiken hangt wel degelijk een cultuur die enigszins verschilt van die van het ‘klassieke’ wielertoerisme. Genieten is belangrijker dan goed presteren, schoonheid meer van tel dan efficiëntie. Veruit de meeste ‘gravel events’ zijn geen wedstrijden, maar tochten om in groep te sporten in het groen.
Sommige gravelpioniers lijken best trots op die identiteit van bucolische meerwaardezoekers: op blogs getuigen ze van de verstilde landschappen en de rustieke, landelijke maaltijden (lees: droge worst en bier) die ze na de arbeid tot zich nemen.
Heel anders, schemert daarin door, dan de sportdranken en proteïnebars van wie zich uitslooft op de wegfiets (maar nu toch ook weer niet zo verschillend, zou je denken, van de doorsnee caféploeg hier bij ons).
Bikepacking
Wat de gravelbike ten slotte nog een streepje voor heeft om de wijde wereld te verkennen, is dat hij zich leent tot nog een andere trend. Bikepacken. Daarbij trek je op meerdaagse met (zo min mogelijk) bagage, die je echter niet in grote fietstassen als ballast achterop draagt, maar met behulp van riempjes en systemen allerhande ook vooraan en aan de buizen van het kader vastmaakt.
Profwielrenners Thomas De Gendt en Tim Wellens reden vorig jaar na afloop van hun laatste wedstrijd van Italië naar huis, ‘bikepackend’ op een gravelbike. Steeds meer hobbyisten doen hen dat soort reizen na. Over trage, voorlopig soms nog onontdekte wegen. Het wordt zaak om die te blijven vinden.
Gravelbike versus racefiets
Een wat langere wielbasis: iets minder explosief, maar meer stabiliteit.
Stuur iets dichter: minder gebogen, meer comfortabele positie (in het jargon: een kortere ‘reach’).
Stuur iets hoger: minder gebogen, meer comfortabele positie (een hogere ‘stack’).
Dikkere banden: variërend van 30 tot 50 mm.
Bijna altijd schijfremmen: meer remkracht en precisie.
Een groot bereik: veel versnellingen.