De zaterdag van tuinontwerper Jeroen Provoost: een zelfbereide flat white op zijn tuinterras, fietsen naar Noordzee en horizontaal zonder rituelen.
Jeroen Provoost (35)
- Ingenieur-architect en tuinontwerper.
- Projecten van Antwerpen tot Milaan.
‘Zaterdag is voor mij meestal een werkdag. Dan doe ik aanplantingen bij klanten of bezoek ik kwekerijen.’ Na zijn tuinontwerp voor het hoofdkwartier van het luxehuis Bottega Veneta in Milaan is Jeroen Provoost (35) alweer volop bezig met een landschapstuin op Pantelleria, een eiland tussen Tunesië en Sicilië. Hij is opgeleid als ingenieur-architect, maar al sinds zijn derde gepassioneerd door planten. ‘Er bestaan foto’s waarop ik als klein manneke in de aarde van mijn opa’s tuin wroet. Dat gevoel is nooit meer weggegaan.’
Voor het Salone del Mobile in Milaan vorige maand ontwierp hij samen met de architecten van Office Kersten Geers David Van Severen het paviljoen voor meubelfabrikant Knoll. ‘Het grootste geluk put ik uit planten die het naar hun zin hebben en zich vermenigvuldigen. Dat maakt me nederig.’
7.30 uur – ‘Mijn leven dwingt me vroeger op te staan dan ik zou willen. Maar dat is niet erg. Ik hou van de ochtendstond, een mooi moment waaraan je tijdens de week voorbijgaat. Op zaterdag doe ik alles twee versnellingen trager.’
7.45 uur – ‘Op mijn tuinterras maak ik een toertje langs de planten. Ik eet een abbracci, een Italiaans koekje, en geniet van een zelfgemaakte flat white. Bij de zoektocht naar een woning was een dakterras een must. Ik heb mijn micro-oase op zes hoog, met meer dan zevenhonderd soorten planten waarmee ik volop kan experimenteren. Mijn terras geeft me meer return dan ik er moet insteken. Het hoogste goed? Op een zwoele zomeravond de planten water geven.’
9.30 uur – ‘Ik spring de fiets op voor een tocht langs mijn favoriete speciaalzaken in het centrum van Brussel. Als kaasfan trek ik naar Fromagerie Catherine in de Zuidstraat, daar voel ik me instant thuis. Daarna fiets ik naar Noordzee, voor een stukje zwaardvis, en ten slotte naar Mok Coffee.’
12 uur – ‘Tijd voor een uitgebreide lunch thuis. Mijn lief kan met weinig ingrediënten iets heel lekkers op tafel toveren. Dat is voor mij zaterdag. Ik pers vruchtensap, daar heb ik in de week geen tijd voor.’
14 uur – ‘Ik zoek graag het groen op: Brussel biedt wat dat betreft veel verscheidenheid. Het Tenboschpark in Elsene, bijvoorbeeld, heeft een grote diversiteit aan planten. Of ik ga naar de Guinguettes, tuinpaviljoentjes ontworpen door Piovenefabi waar je iets kunt eten en drinken. Al fiets ik evengoed richting Pajottenland. Langs het kanaal in Anderlecht heb ik de tuin ontworpen van Brussels Beer Project, ook die vormt geregeld mijn eindbestemming.’
17 uur – ‘Zaterdag is een dag voor vrienden. Idealiter doen we een apero op ons terras, waarna we samen koken. Vanavond wordt het zwaardvis met kapperkruiden die we van onze reizen hebben meegebracht. Vrienden vragen me weleens raad voor hun tuin. Dat mag best: over planten praten is geen opgave.’
22 uur – ‘Ik heb het geluk dat veel vrienden gepassioneerd bezig zijn met muziek. Enkelen organiseerden zopas nog het Horst Arts and Music Festival: op hen kan ik vertrouwen voor een goeie deejayset. Maar omdat ik mijn zondagochtend niet graag mis, ga ik alleen naar feesten als het écht de moeite is. Vanavond trekken we naar Decoratelier in Sint-Jans-Molenbeek.’
4 uur – ‘Ik ben een brave feestvierder: later dan 4 uur wordt het nooit. Ga ik niet partyen, dan ga ik om 1 uur naar bed. Zodra ik horizontaal lig, val ik in slaap. Ik heb echt geen slaaprituelen nodig.’