Kunstenaar Arne Quinze | ‘Hoe meer kunst in de publieke ruimtes, hoe meer verdraagzaamheid’
De Saoedische zaterdag van kunstenaar Arne Quinze: bakken, bouwen en de biologische ontregeling bekampen.
De Saoedische zaterdag van kunstenaar Arne Quinze: bakken, bouwen en de biologische ontregeling bekampen.
In ‘Mijn Sabato’ delen bekende en minder bekende personen wat hun zaterdag bijzonder maakt.
‘Elke dag is zaterdag. Of maandag. Ik heb allang geen daggevoel meer. Zeventig procent van de tijd reis ik de wereld rond. Elke dag ben ik verwonderd, waar ik ook ben.’ Sinds begin oktober bouwde Arne Quinze (50) ‘Oasis’, een kunstwerk van veertig meter lang en zestien meter hoog voor het Noor Light Festival in Saoedi-Arabië: een tour in en rond Riyad langs lichtinstallaties van zo’n tachtig kunstenaars, onder wie Daniel Buren, Sabine Marcelis en Jean-Michel Othoniel.
Quinze, die voor dit festival werd uitgenodigd door Hervé Mikaeloff, ook de hoofdcurator van luxekoning Bernard Arnault, begon zijn carrière in de jaren 80 als graffitikunstenaar. Zijn installaties staan vandaag overal ter wereld, met als terugkerende thema’s interactie, diversiteit en verstedelijking. Hij strijdt ook voor herbebossing en mensenrechten in Brazilië, waardoor hij clashte met ex-president Bolsonaro. In zijn schilderijen spelen bloemen de hoofdrol.
Het festival in Riyad duurt tot en met 19 november, maar wellicht blijft Quinzes ‘Oasis’ staan. ‘Een oase is de plaats waar kleur en diversiteit zitten. Saoedi-Arabië kan controversieel zijn, maar heel wat vrouwen lopen hier intussen ongesluierd rond. Meehelpen aan die ontwikkeling is onze plicht: hoe meer kunst in de publieke ruimtes, hoe meer verdraagzaamheid.’
09:00 – ‘Mijn systeem is in de war. Tot gisteren stonden we drie weken lang op om 04:00 uur. Toen we een uur later naar de woestijn vertrokken, zagen we de zon boven de duinen opkomen. Magisch. Vandaag wisselt het ritme. Het beeld is klaar, we beginnen nu met de lichtinstallatie. Daardoor schuift ons ritme enkele uren naar voren. Zoals altijd is er in het hotel een zeer uitgebreid oosters ontbijt.’
09:30 – ‘Bijna overal waar ik ben, probeer ik vijf keer per week te sporten. Ook hier – niet in de woestijn, maar in de gym van het hotel. Ik eet ook gezond, rook niet, drink hooguit vier glazen alcohol per maand. Energie heb ik voor tien.’
10:30 – ‘Overleg. De complexe sculptuur – een levendige en kleurrijke metalen structuur met vormen die ontleend zijn aan de natuur – vergde zes maanden voorbereidend werk met ingenieurs. Nu bespreken we wat er nog moet gebeuren. De ploeg bestaat uit 25 medewerkers uit België en 25 van hier. We hebben drie kranen die driehonderd ton kunnen heffen. Alles moet tot op de millimeter kloppen. Sommigen praten Engels, anderen alleen Arabisch. Toch verstaan we elkaar. De culturen laten samenwerken is een avontuur op zich.’
‘Ik reis constant de wereld rond. Zonder ecologische voetafdruk kun je niets doen. Vraag is: wat geef je terug aan de planeet?’Arne Quinze
11:00 – ‘We stappen in de jeeps en rijden naar het beeld. In de woestijn is er niks. Alles moeten we meebrengen. Álles, van water tot generatoren en kranen.’
12:30 – ‘Na de lunch trekken we verder kabels en beginnen de techniek te installeren. Er zitten kilometers en kilometers kabel en leds in het beeld.’
16:00 – ‘Arbeid doet je motor draaien: we moeten hem geregeld voeden. Maar we worden uitstekend verzorgd en eten elke dag superlekker. Veel groenten, fruit, rijst, soms wat kip. Intussen zijn we zelf gebakken. Al drie weken werken we bij 45 °C tot 50 °C, zonder schaduw. Dat doet iets met een mens. Maar in de woestijn kunnen bouwen genereert een van die unieke momenten in mijn leven.’
18:00 – ‘In vijf minuten gaat de zon onder en is het pikdonker: spectaculair! Tot gisteren stopten we nu met werken. Vanaf vandaag zullen we het licht testen – sterktes, kleuren enzovoort. De oase zien oplichten in het landschap wordt ronduit maf.’
23:00 – ‘De vermoeidheid hakt op ons in, maar we moeten voortdoen. In een hels tempo: de deadline nadert. Het is moordend. Ik doe alles om het team te ondersteunen.’
03:00 – ‘We rijden terug naar het hotel. Ik ben pompaf en zit compleet onder kleverig stof.’
04:30 – ‘Na een douche en nog een snelle hap ga ik slapen. Ik slaap graag en goed, maar vier à vijf uur zijn voldoende. Eén keer per maand neem ik een nacht van acht uur. Dan ben ik weer helemaal opgeladen.’