De zaterdag van zangeres Tutu Puoane: bidden tot de bomen, calorieën wegstrijken en langzaam diep vooroverbuigen.
Tutu Puoane (44)
- Zuid-Afrikaanse zangeres en dansperformer.
- Heeft haar tiende album uit.
- Woont en werkt in België.
‘De hele week beeld ik me in hoe het weekendconcert er zal uitzien, en wat ik zal dragen’, zegt Tutu Puoane (44). Op 15 maart verschijnt ‘Wrapped In Rhythm’, geïnspireerd op de poëzie van haar landgenote Lebogang Mashile. De plaat, haar tiende, is geproducet door Larry Klein, die ook al werkte met Joni Mitchell, Herbie Hancock en Tracy Chapman. Vanuit een township in Pretoria ging ze in 2002 in Den Haag studeren. Sinds 2004 woont ze in Antwerpen. Ze had ook rollen in dansproducties van Wim Vandekeybus en in de KVS-voorstelling ‘Dear Winnie’.
9 uur | ‘Het eerste wat ik voel als ik ontwaak, is dankbaarheid, onder meer omdat ik een nagenoeg normaal leven kon opbouwen met mijn talenten. Daarna bereid ik het ontbijt voor mijn man Ewout, onze zoon van tien en dochter van zestien. Zelf sla ik dat ontbijt over.’
10 uur | ‘Ik ga touwtjespringen, vaak in het Valaarpark hier in Wilrijk. Ik heb fancy touwen met gewichten die zijn verbonden met een app. Er zijn dagen dat ik duizend sprongen doe. Dat helpt tegen alles, zelfs mijn stem warmt mee op. Touwtjespringen is ook bidtijd. Dat doe ik door tegen de bomen en de vogels te praten. Een gepersonifieerde God vind ik de oorzaak van veel ellende in de wereld. Ik geloof veeleer in karma.’
11 uur | ‘Ik breng de jongste naar de pianoles en trek daarna naar de markt. Voor groenten en fruit, en als er centen over zijn voor bloemen. Dat laatste vond ik vroeger verspilling: ze stierven toch. Tijdens de coronapandemie brachten bloemen en planten sfeer in huis, en ik leerde ervoor te zorgen. Op mijn gemberplant was ik zeer trots. Nu sterven ze weer sneller. Ik geloof dat de toestand van de planten mijn gemoed weerspiegelt. Ik voel me vaak gebroken. Ook financieel is het moeilijk.’
‘Toen ik muziek ging studeren, vond mijn bezorgde grootvader dat ik een diploma nodig had om op terug te vallen. Zou nooit hoeven, zei ik, want ik had talent. Nu is het lastig om een extra job te vinden. Daar worstel ik mee, ook al heeft Ewout een goede job als leraar.’
13 uur | ‘Mijn eerste maaltijd nuttig ik nu pas – een soort onbewuste intermittent fasting. Ook als ik ‘s avonds concerteer, kook ik vooraf voor de kinderen. Mijn zoon eet alleen komkommer, pasta pesto en mijn legendarische kip. Die marineer ik 24 uur in volle yoghurt met kruiden.’
14 uur | ‘Op Netflix ben ik ‘One Day’ aan het bingewatchen, een hartverscheurend verhaal over twee jonge mensen aan de universiteit van Edinburgh. In essentie gaat het over vriendschap en liefde – vriendschap ís liefde. Intussen strijk ik, om me niet schuldig te voelen. Ik las dat je er massa’s calorieën bij verliest.’
‘Dat helpt, al voel ik mij soms de meid in huis. Kleren strijken en opvouwen is een uiting van liefde, maar de kinderen zien dat niet. Ze vragen waarom ik het doe. Ik ben trots als ze er netjes uitzien, al kan hen dat niet schelen.’
16 uur | ‘We vertrekken naar de concertplek, doen een soundcheck en eten iets.’
19 uur | ‘Ik heb tijd alleen nodig. De hele week heb ik me ingebeeld hoe de show eruit zal zien, wat ik zal dragen. Nu ben ik doodnerveus. Wat helpt, is zeer traag diep vooroverbuigen. Dan voel ik het bloed naar mijn hoofd stromen. Uiterst traag kom ik weer recht en masseer ik m’n hals.’
20 uur | ‘Ik sla mezelf op de wang en ga op. Ik ben het slachtoffer van de energie die ik van het publiek krijg: hoe meer ik krijg, hoe meer ik geef. Zwak, ik moet in de eerste plaats zelf geven.’
21.30 uur | ‘Het is een cliché: muziek is een medicijn. Ik kan depri zijn of woorden hebben met Ewout, maar na een concert – hij is ook mijn pianist – zijn we vergeten waarover het ging. Misschien heeft de muziek ons als stel wel gered.’
22 uur | ‘Ik probeer cd’s te verkopen. Sinds Spotify is dat lastig. Tien stuks is al een succes.’
0.15 uur | ‘Ewout en ik geven elkaar nog een knuffel. Ik sta niet alleen op in dankbaarheid, ik ga er ook mee slapen. En sinds mijn veertigste doorgaans op tijd.’