In deze rubriek geven we het woord aan makers die het gemaakt hebben. In deze aflevering: textielkunstenaar Adeline Halot over moestuinieren in Italië, plan B en interessante paddenstoelen.
Hoe maakt u het?
‘Prima, de dynamiek zit goed op dit moment. Er liggen veel nieuwe projecten en uitdagingen te wachten, onder meer begin november een groepstentoonstelling over kunstenaars die hedendaagse wandtapijten maken, bij Salon 94 in New York. Ik werk heel hard, maar ik amuseer me. Ik ben graag in het atelier bezig, maar ik doe ook graag research op basis van vondsten tijdens wandelingen. Bijvoorbeeld een interessante paddenstoel, boomschors of steen. Als ik zoiets vind, zie ik lijnen, structuren, texturen of oppervlakken. De emotie die dat oproept, tracht ik uit te drukken in mijn textielsculpturen, zonder dat ze een rechtstreekse imitatie van de natuur zijn. Ik beschouw mijn weefsels als een levend wezen; samen vormen de draden een nieuw soort lichaam.’
Hoe maak je het verschil?
‘Voor mijn sculpturen creëer ik zelf materiaal, een combinatie van dunnere en dikkere draden, afwisselend in linnen en metaal. Met dat weefsel ga ik aan de slag als een beeldhouwer. Het linnen laat mijn sculpturen vloeien, terwijl de metaaldraad structuur en dynamiek aan mijn werk geeft. Zo’n weefwerk evolueert voortdurend, afhankelijk van de lichtinval of de ruimte waarin het hangt.’
Waar maakte je al een potje van?
‘Ik studeerde eerst interieurarchitectuur en schreef me pas later in voor de opleiding textieldesign. Omdat ik meteen in het tweede jaar kon beginnen, heb ik niet alle technische basis meegekregen. Dat is geen ramp; de beste leerschool is nog altijd de praktijk. Door intensief onderzoek te doen, vind ik voor elk ‘probleem’ altijd wel een oplossing. Er is geen goed of fout in mijn vak, altijd een plan B. Soms heb ik het gevoel dat bepaalde weefsels mislukt zijn, maar dan leg ik ze een tijdje opzij in het atelier. Ik neem wat afstand en pik de draad later weer op. Iets wat eerst fout of kapot leek, kan later het startpunt zijn van iets helemaal nieuws.’
Waar moet je dringend werk van maken?
‘Ik moet ruimte leren maken voor de leegte. Dat is essentieel, zowel in mijn leven als in mijn werk. Wanneer ik sculpturen maak, creëer ik reliëfs, maar ik moet die bewegingen ook afwisselen met ‘kalmere’ zones zonder al te veel reliëf. Af en toe moet ik een stapje achteruitzetten om te zien welk aspect ik meer moet benadrukken. Dat geldt ook voor mijn leven. Ik werk veel en graag, maar ik zou wat meer recul moeten nemen. Spontaan zou je denken: een break is puur tijdverlies. Maar het is een belangrijk onderdeel van het creatieve proces en vooral noodzakelijk om nieuwe energie te vinden. Mijn omgeving herinnert me eraan dat ik meer tijd voor mezelf moet nemen.’
Met wie wil je graag kennismaken?
‘Ik hou vooral van spontane ontmoetingen. Onlangs was ik in het sublieme Noguchi Museum in New York, een heel emotionele ervaring. Iemand sprak me aan en vroeg meteen: bent u beeldhouwer? Dat leidde tot een bijzondere conversatie waar ik totaal niet op had gerekend. De man bleek architect en auteur van talloze boeken. De mooiste ontmoetingen zijn die die je zelf niet verwacht. Dat kan met een persoon zijn, maar evengoed met een mooie paddenstoel of een boom.’
Wat maakt je dag goed?
‘We zijn onlangs gestart met een nieuw familieproject in De Marken, een weinig bekende streek in Italië, ter hoogte van Toscane, maar dan aan de Adriatische Zee. We renoveren er een oude boerderij met hangars tot een plek om te wonen en werken. Op het terrein staan al zo’n veertig olijfbomen, maar we willen er ook sinaasappels en citroenen telen. Het idee is om er enkele maanden per jaar te verblijven. Als ik in Brussel ben, geniet ik nauwelijks van de stadsdynamiek, omdat ik heel veel tijd in mijn atelier in Zaventem doorbreng. Ik ben nooit thuis; ik zou evengoed ergens anders kunnen wonen waar mijn atelier is. Italië moet een plek worden om te creëren, maar ook om even te ontspannen. Er zal werk zijn in de fruitboomgaard en met de olijfbomen. In Italië willen we meer leven in functie van de natuurelementen. Ik ben zelf op het platteland opgegroeid en ik voel dat ik dat contact met de aarde meer nodig heb.’
Doorbraak in New York
‘Ik ben uitgenodigd om vanaf 8 november mijn werk te tonen bij Salon 94 in New York, een instituut voor mij. Voor de expo ‘The Lady and the Unicorn’, over hedendaagse wandtapijtkunst, werk ik aan verschillende stukken, waaronder twee monumentale creaties. Een daarvan wordt een sculptuur van drie bij drieënhalve meter’, vertelt Adeline Halot. ‘Ik sta te popelen om de ruimte te ontdekken waar mijn werken zullen terechtkomen: een klassiek herenhuis met hoge plafonds tussen de wolkenkrabbers in Upper East Side. Wat me het meest raakt aan deze expo, is dat ik mag tentoonstellen met artiesten van over de hele wereld, die allemaal rond het thema wandtapijten werken. Of ik ooit met andere materialen zal werken? Ik heb het gevoel dat ik nog maar aan het begin sta van wat mogelijk is.’
‘The Lady and the Unicorn: New Tapestry’
| Wanneer | Van 8 november tot en met 21 december
| Waar | In Salon 94, New York
| Website | salon94.com
Heb je het gevoel dat je het gemaakt hebt?
‘Naarmate ik als artiest verder evolueer, krijg ik steeds meer creatieve vrijheid. Meestal maak ik sculpturen in mijn atelier, maar af en toe creëer ik ook installaties, in dialoog met een opdrachtgever of de ruimte zelf. Als ik dat werk dan ga installeren, pas ik het altijd ter plekke nog aan. Mensen weten dus nooit van tevoren hoe mijn werk er uiteindelijk zal uitzien. Ik toon wel een basisidee, maar maak nooit een ontwerpschets. Gelukkig zeggen opdrachtgevers me steeds vaker: we respecteren je visie, laat je maar gaan.’
| Website | adelinehalot.com