Otobong Nkanga is hot. De Nigeriaanse kunstenares die haar hart aan Antwerpen verloor, rijgt de prijzen aaneen. Haar agenda gleed zo vol met werk en expo’s dat ze het Travel Book dat ze Louis Vuitton over Shanghai had beloofd, bijna verticaal klasseerde.
‘Poor Louis Vuitton. Wat hebben ze afgezien met mij’, lacht Otobong Nkanga. De Nigeriaans-Belgische kunstenares over haar ‘Travel Book Shanghai’ dat dan toch eindelijk op de markt komt, dimsum die in de mond ontploffen en ergerlijke taxichauffeurs. ‘Ik gilde van “Stop!” en trok aan zijn haar.’
Zeker als er een groot modehuis mee gemoeid is, is een interview als dit doorgaans onderhevig aan een waterdichte planning. Hooguit een uur aan de praat, snel foto’s en klaar. Dat is buiten Otobong Nkanga gerekend. Deze Nigeriaanse kunstenares werkte jarenlang zonder galerie, zelfverzekerd en in haar eigen tempo, aan een breed scala multidisciplinaire werken die vragen vervlechten over cultuur, geopolitiek, geschiedenis, kolonialisme en wereldwijde connecties. In haar werk duik je in diep gelaagde universums, ook nu ze voor Louis Vuitton een geïllustreerd reisverslag in de vorm van een Travel Book over Shanghai maakte. En ook het interview met haar is navenant.
Zo komt het dat de fotostudio en onze plaats van afspraak aan Park Spoor Noord in Antwerpen al uren achter ons liggen als de opname-app eindelijk kan aanfloepen. Omdat een interview thuis gemakkelijker is dan in de make-upstoel, belanden we in het Antwerpse Zuid, waar Nkanga al meer dan tien jaar een licht hoekhuis betrekt met haar Nederlandse man Wim van Dongen. Sinds zijn pensioen is hij haar businessmanager.
Beneden is nog even haar atelier, maar dat verhuist in mei naar een veel grotere ruimte aan Park Spoor Noord. Interviewen doen we in de keuken. Omdat je niet kunt nadenken met een lege maag, schuift Nkanga nog snel een quiche van haar favoriete keurslager in de oven die ze even later met een fijn gedecoreerd slaatje afwerkt.
Als kunst haar zuurstof is, dan is koken haar water. Opgegroeid in een gezin met een alleenstaande moeder in Nigeria, verdiepten Nkanga en haar zus zich al snel in de keuken. ‘Vanaf mijn twaalfde kwam mijn moeder er niet meer binnen. Was een gerecht niet naar haar zin, dan stuurde ze me terug zonder te zeggen wat er scheelde. Pas als ik de smaken juist had, mocht ik eruit, omdat je pas echt kunt koken als je begrijpt wat je doet.’ Eerder dan een detail is dat willen begrijpen in haar wereld een gemoedstoestand.
Belgisch onderonsje
Haar Senegalese deux-pièces is op maat gemaakt in een jacquardstof die ze op de stocksale van Dries Van Noten uitpikte, maar eigenlijk zegt mode haar niets. De namedropping toch niet. Dat Otobong Nkanga nu met Louis Vuitton samenwerkt, is een kunstgerelateerde aangelegenheid. Nkanga is de eerstvolgende artieste die op 15 mei in opdracht van het Franse luxehuis een Travel Book publiceert.
Naar analogie van de luxueuze reiskoffers waarmee Louis Vuitton-klanten van oudsher de wereld rondtrekken, stuurt het huis sinds 2013 zowel gevestigde als opkomende kunstenaars de wereld rond. Opdracht voor een Travel Book? Terugkomen met een geïllustreerd reisrelaas dat globetrotters iets om te aspireren geeft. Met illustrator Ever Meulen als andere artiest – hij maakte een reisrelaas over Brussel dat op dezelfde dag uitkomt – zijn de Travel Books van Louis Vuitton dit jaar in zekere zin een Belgisch onderonsje.
Bij het grote publiek is haar naam voorlopig onbekend, in de internationale kunstwereld is Otobong Nkanga een rijzende ster. Musea als Tate Modern in Londen, het Centre Pompidou in Parijs en het Muhka in Antwerpen hebben haar kunstwerken in hun permanente collecties. Groeps- en soloshows verspreidden haar tekeningen, tapijten, sculpturen, foto’s, poëzie en performances wereldwijd: van Zuid-Korea over Amerika tot Brazilië.
De prijzen doen haar weinig, ‘omdat die herinneringen niet blijven plakken’. Toch illustreren ze haar recent toegenomen erkenning. In 2017 won Nkanga al de Belgian Art Prize en nam ze deel aan Documenta, de kunsthoogmis in Kassel en Athene. Maar vooral 2019 was een topjaar. ‘Veins Aligned’, een 26 meter lange sculptuur in marmer en muranoglas die bezoekers aan pollutie herinnerde, kreeg een speciale vermelding van de jury tijdens de Biënnale van Venetië.
Op de Sharjah Biënnale in de Verenigde Arabische Emiraten schoot Nkanga de hoofdprijs af: ze haalde de Duitse Peter-Weiss-Preis binnen en werd de eerste winnaar van de Noorse Lise Wilhelmsen Art Award. De Ultima voor Visual Arts die ook de Vlaamse overheid haar uitreikte, lijkt bijna een anekdote.
In het atelier wacht een metersgroot tapijt op afwerking. Op welke expo ze dat werk zal presenteren, staat nog niet vast, keuze is er alvast genoeg. In 2021 staan vier solo- en acht groepstentoonstellingen op de planning. ‘Mijn agenda is al tot 2023 ingepland!’
Poor Louis Vuitton!
Je zult het als kunst-headhunter bij Louis Vuitton maar meemaken, dat de opkomende artiest die je naar voren schoof het bijna te goed doet. Frédéric Bortolotti, de grafische duizendpoot van de Parijse studio Lords of Design en creatief adviseur van de Travel Books, was Nkanga al op het spoor sinds ze in 2002 in Nantes exposeerde. Dertien jaar later, in 2015, belandde ze via zijn aanbeveling op het Parijse Louis Vuitton-hoofdkantoor in de rue Pont du Neuf 2, waar ze de opdracht toezegde. Ware het niet dat het door de vele nominaties en expo’s geen haar had gescheeld of het Franse luxehuis kon fluiten naar haar Shanghai Travel Book.
‘Poor Louis Vuitton. Wat hebben ze afgezien’, schaterlacht Nkanga het spleetje tussen haar tanden bloot. ‘In 2016 trok ik naar Shanghai. De bedoeling was om het boek in 2018 af te ronden, maar er was gewoon te veel werk om die bijna honderd tekeningen ertussen te krijgen. Kon ik het geld niet gewoon teruggeven en het voor bekeken houden, vroeg ik Louis Vuitton, toen het me duidelijk werd dat ik ons contract onmogelijk kon naleven. “Don’t worry, take your time”, reageerden ze geduldig. Vier jaar werkte ik af en toe aan de tekeningen. De coronalockdown heeft goed geholpen, eindelijk was er tijd om me te concentreren.’
Zo werd het Travel Book Shanghai alsnog het relaas van drie weken in oktober en november 2016 waarin Otobong Nkanga en haar man in China de drukste haven ter wereld en met meer dan 25 miljoen inwoners de derde grootste metropool ter wereld bezochten. ‘Vanaf de eerste seconden dat je in de luchthaven landt, ben je in een andere wereld. De maglev, de snelste trein op aarde, zoeft je in een oogwenk richting Shanghai tegen een landschap van groen en gebouwen.’ Shanghai barst van de associaties, en die verwerkte de kunstenares in haar tekeningen.
‘Het heeft zowel wat van het Oosten als wat van het Westen, maar evengoed van het Zuiden. De Fransen waren er, de Britten waren er ook. Je voelt zowel technologie als verval. Gebouwen zijn gedrenkt in die typische vlekken die een zacht en warm klimaat op de stad achterlaat. Net Nigeria, dacht ik soms, maar net Europa ook.’
Oppassen voor de ziel
Volgestouwd met wolkenkrabbers, verkeer, lichtreclame en drommen mensen was dit niet bepaald een oord van rust. Hun met trekpleisters, musea, restaurants en gemiddeld drie ontmoetingen per dag gevulde planning was dat ook niet. Toch kristalliseerde de kunstenares uit de meer dan tienduizend foto’s die zij en haar man er namen, een sereen boek.
Otobong Nkanga werkte jarenlang zonder galerie, zelfverzekerd en in haar eigen tempo, aan een breed scala multidisciplinaire werken.
‘Ondanks de drukte en de constante aanwezigheid van mensen om me was er ook veel kalmte. Momenten waardoor de rest verdwijnt, zijn er altijd’, zegt ze. In de fijne acryltekeningen en warme kleurenpaletten glijd je mee op het ritme van Nkanga’s aandacht. Weg zijn de nationalistische Chinese vlaggen, de drukte en het geraas, in plaats daarvan onthield zij in kleuren, geuren en lichtschakeringen de details die een ander vast zouden ontgaan.
‘Alles wat ik tekende, heeft een verhaal. Een vrouw die haar telefoon bekijkt op een fiets, volgestouwd met bloemen zoals je nergens anders ter wereld zou zien. Een eenzame jongen aan de rand van de straat: steekt hij over of blijft hij staan? Zulke dingen probeerde ik te vangen, ontdaan van plaats en het idee van de volle stad, om ze individualiteit te geven. Al fotografeer ik mensen nooit frontaal en herkenbaar, daarmee ben ik voorzichtig. Waarschijnlijk omdat een Nigeriaans gezegde waarschuwt dat je met een foto ook iemands ziel neemt. Wat is het dat je van me afneemt en wat wil je ermee, reageerden mensen in het pre-smartphonetijdperk als je een foto nam.’
Nee nee nee
Nkanga is een wereldburger. Hoewel ze geboren is in Kano, in het noorden van Nigeria, groeide ze als kind op in Lagos, in zuidelijk Nigeria. Haar tienerjaren dan weer bracht ze door in Parijs, door de jobs van haar moeder, die diplomaat voor Unesco en leerkracht Frans was. Hoewel ze vandaag ook performances, tapijten, foto’s en poëzie maakt, is tekenen al van kindsbeen ‘een manier om te ontsnappen naar een imaginaire wereld waarin je je gedachten op een rijtje kunt zetten’. Dat ze in een land als Nigeria – waar status voor (bijna) alles gaat – toch kunstenaar werd, dankt ze aan haar moeder, die ook met kunst en cultuur was begaan.
Tegen haar 15de was het gezin weer in Lagos, en moest Nkanga een opleiding kiezen. ‘Ik weet nog hoe ik mijn moeder zei dat ik architectuur in plaats van kunst zou studeren, daarmee zou ik tenminste een job vinden die zou opbrengen. Nee nee nee, keek ze me aan: “Je weet toch dat je in de kunstrichting ook over architectuur kunt leren. Kies waar je echt, maar dan ook echt van houdt, en maak je over geld geen zorgen. Als je iets doet waar je van houdt, waarin je tijd en passie investeert, komt het geld later wel.'
'Zo koos ik toch voor kunst. Dat ik er sindsdien nooit mee ben gestopt, is volgens mij omdat ik nog steeds zo gepassioneerd ben. Het is als ademen voor me. Mijn interesses komen erin samen en, mijn moeder had gelijk, ik werk vandaag nog steeds met architecten, botanisten en iedereen die ik wil.’
Haar moeder maakte echter nooit mee hoe ze na de kunststudies aan de Obafemi Awolowo University in Ile-Ife vervolgens naar de École Nationale Supérieur des
Beaux-Arts in Parijs zou trekken. Hoe ze ‘artist in residence’ zou worden, zowel van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam als bij DAAD en Martin-Gropius-Bau in Berlijn. Als ze 17 is, verliest ze haar moeder in een auto-ongeval. Van haar vader moest ze als kind al afscheidnemen. Via haar voormalige kunstleerkracht aan de British School of Paris belandde ze weer in de Franse hoofdstad, waardoor ze haar kunstparcours in Europa uitbouwde.
Kabila in maopak
In haar kunsttaal werden onderlinge afhankelijkheid, relaties en vragen over de betekenis van grondstoffen en de natuur de rode draad. ‘Carved to Flow’, een project dat als een kunstwerk op Documenta in Kassel en Athene begon, is het perfecte voorbeeld van die symbiose, en evolueerde intussen tot een levensproject. Het is zowel een performance, een onderneming die zwarte zeep met ingrediënten van over de hele mediterrane wereld verkoopt, een kunstgalerie in Athene als een stichting in Uyo, haar Nigeriaanse heimat.
Sinds dit jaar buigen zelfs wetenschappers van het Massachusetts Institute of Technology, de wereldvermaarde tech-universiteit, zich onder de noemer van dit project over de vraag hoe je kennis van dergelijke lokale technieken in een digitale wereld kunt bewaren. Het project is maar een van de vele wervelwinden waaraan ze werkt.
Ook in het Travel Book Shanghai zitten zulke wervelwinden van grote vragen, denkpistes, associaties en diepere lagen verborgen, zij het in een light versie. De wolkenkrabbers van het financieel district die ze vanuit haar hotelkamer op de 24ste verdieping van het Hyatt-hotel zag, kregen in het boek versieringen als sterrenstelsels, omdat de wolkenkrabbers in overeenstemming met het feng shui werden gebouwd. ‘Dat bracht me bij de Chinese astrologie en de verhouding van de sterren.’ Connecties als zo’n oude culturele overblijfselen in een nieuwe moderne context zijn ook typische vraagstukken in haar kunstoeuvre.
Nkanga mocht kiezen uit twee bestemmingen, Zuid-Korea of China. Dat ze resoluut voor China koos, is ook door een persoonlijke connectie gemotiveerd, nu China steeds opvallender aanwezig is op het Afrikaanse continent. ‘In 2002 in Kinshasa zag ik al hoe China heel wat opdrachten voor publieke kunstwerken binnenhaalt: er staat een standbeeld van Kabila in een maopak. Terwijl vroeger de Duitsers van het bedrijf Julius Berger de Nigeriaanse wegen en bruggen bouwden, werden ze intussen door het Chinese CCCC opzijgeschoven.
In Dakar, Senegal, zijn de monumentale wolkenkrabbers van Chinese makelij. Zelfs Dutch Wax (dat typisch West-Afrikaans geprint textiel) is nu ‘made in China’. Hoe komt het dat de Chinezen met zoveel zelfvertrouwen hun ding op het Afrikaanse continent kunnen doen, wilde ik onderzoeken.’
In Shanghai maakte ik kennis met de Chinese directheid. In de taxi wreef een chauffeur stevig over mijn been.Otobong Nkanga
In Shanghai maakte ze kennis met de Chinese directheid. ‘Vrouwen benaderden me om mijn vlechtjes aan te raken, die ze vervolgens in het Chinees bediscussieerden alsof ik er niet bij was. In de taxi wreef een chauffeur stevig over mijn been: zou de kleur eraf komen? Ik gilde van ‘Stop!’ en trok aan zijn haar, dat viel er toch ook niet uit?! Een heel rare situatie, en toch was niemand beledigd.’
‘Ik kan het moeilijk uitleggen, maar door die directheid begreep ik het. Afrikanen hebben een vergelijkbare directheid. Daar kun je iemand zo toeroepen dat ze hun mond moeten houden. Hoe durf je me dat te zeggen, kaatst die dan terug. Snap snap snap!’
Gutsend sap
Maar of ze de Chinezen nu echt begrepen heeft? Over hun (lichaams)taal en uitdrukkingen schudt ze van niet, maar de culinaire taal van goed eten is universeel, en de openbaring van de Chinese keuken was er een met grote O. ‘Voor het eerst snapte ik echt wat een dimsum is, en besefte ik wat ik daarvoor nooit besefte: dat het sap losbarst als je erin bijt.’
Nkanga wordt enthousiast: ‘Vergeet de dimsum uit Antwerpen en Parijs, hier in Europa is er geen gutsend sap. Daar was het een orgastische ervaring. Hoe zoiets kan verschillen? Ligt het aan de economische factoren, de intrede in andere culturen, aan de locatie? Zoveel vragen had ik. En gevoelens, ook. Toen die dimsum in mijn mond ontploften, wist ik wat ik zou tekenen, omdat het mijn wereld veranderde. Het bracht me terug naar andere gerechten, naar mijn moeders keuken en hoe ze me de fundamenten van goed koken aanleerde. Van niet zomaar eten bereiden, maar volledig begrijpen wat je doet. Van een belevenis maken die zo geweldig is, dat je dat moment voor altijd herinnert.’