Nog één keer uit de bollen | Yayoi Kusama’s (93!) nieuwe Louis Vuitton-collectie
Vanuit een rolstoel in een psychiatrische instelling vuurt de Japanse kunstenares Yayoi Kusama nog één keer haar bollen af, in de vorm van een nieuwe collectie met Louis Vuitton.
Yayoi Kusama loopt op haar 93ste een ererondje, en iedereen wil erbij zijn. Het luxehuis Louis Vuitton strooit in Parijs haar beroemde bolletjes (polkadots) over een nieuwe lijn van kledij en accessoires. Deze ‘LV x YK’-collectie ligt sinds enkele dagen in de winkels. Voor Louis Vuitton is dit de tweede samenwerking met Kusama in tien jaar tijd.
Ook Tate Modern in Londen herhaalt een eerdere samenwerking. Het museum heeft twee ‘Infinity Mirror Rooms’ van Yayoi Kusama uit het depot gehaald en opengesteld voor het publiek, tien jaar na de eerste expo. De tentoonstelling had al lang afgelopen moeten zijn, maar is nog eens verlengd tot 2 april, en de tickets blijven maar de deur uitvliegen. Wie nog in de spiegelkamers van Kusama wil rondwandelen, mag zich haasten.
Advertentie
Advertentie
Elders in de wereld is haar werk op dit eigenste moment te zien in Doha, Hongkong, Tokio… Haar ererondje met wereldwijd applaus heeft natuurlijk alles te maken met haar leeftijd. Het is een beetje nu of nooit.
Bollen, overal
Louis Vuitton noemt haar ‘de meest succesvolle levende kunstenares’ en dat klinkt niet overdreven. Kusama is een wereldster, en dat heeft ze te danken aan haar hapklare kunst die weinig inspanning of voorkennis vergt: gewoon gekleurde bollen, overal. Ze schildert ze op jurken voor vrouwen, naakte mannen, paarden en vooral zichzelf.
Kusama is niet toevallig een generatiegenote van Andy Warhol, Roy Lichtenstein en Jackson Pollock. De Kusama-bollen laten zich wereldwijd even gemakkelijk herkennen als het soepblik van Warhol. Ze is de laatste overlevende van de majestueuze generatie van popart en action painting.
En natuurlijk speelt bij de appreciatie van haar werk het Van Gogh-effect: er zit waanzin in haar brein en in haar kunst. Dat ontkent ze ook niet. Haar schizofrene trekken liggen zelfs aan de basis van haar polkadots.
Advertentie
Advertentie
Raar meisje
Kusama was een ‘raar’ kind. Geboren in 1929 in Matsumoto (Japan) begonnen de eerste symptomen op te borrelen rond haar tiende jaar. De bloemen in de tuin praatten met haar. Het tafellaken, met een rood bloemenmotief, kwam tot leven en spreidde zich uit over de vloer, de vensters, het plafond, over haar en over het hele universum dat finaal dreigde haar op te slokken. De jonge Kusama vluchtte naar boven, maar de trap verdween en ze viel. Haar hallucinaties omschreef ze als ‘zelfverdwijning’. Het kind sloot zich op in haar kamer en begon maniakaal te tekenen.
Voor haar ogen vulden bollen elke kamer en dat werd een leitmotiv voor de rest van haar leven en hét handelsmerk van haar kunst. Variatie is niet nodig. Altijd bollen, overal. ‘Herhaling vormt het fundament van mijn kunst’, zou ze later zeggen. ‘Ik schilderde bollen op het lichaam van mensen. Deze bollen doen hen verdwijnen en brengen hen terug naar het universum.’
Op een ochtend werd ze in New York wakker en zag honderden bollen over haar vensters krioelen. In paniek belde ze de ambulance.
Rond haar vijftiende werd ze tijdens een uitstap op het platteland aangesproken door een pompoen, en een tweede Kusama-thema was geboren. Bollen en pompoenen doken op in haar tekeningen, schilderijen, sculpturen en installaties.
Het zou nog tien jaar duren vooraleer psychiaters haar wezen op haar aandoening. Die gesprekken waren een bevrijding, zou ze later vertellen. Nee, pompoenen konden niet praten en de bollen waren niet echt en al evenmin een reële bedreiging. Sindsdien noemt ze zichzelf ‘een beoefenaar van psychoanalytische kunst’.
Toch is elke dag nog een gevecht. Ze ondervond hoe haar mentale gezondheid een rem zette op haar ambitie om een gevierde kunstenares te worden. In de traditionele Japanse cultuur zijn mensen met een handicap minderwaardig. Na haar kunstopleiding in Kyoto versierde ze wel enkele solotentoonstellingen in het gemeenschapscentrum van haar geboorteplaats en in winkels in Tokio. Maar een doorbraak bleef uit. In Japan leefde ze ronduit armoedig. Dus keek ze uit over de oceaan, naar een leven in de Verenigde Staten, waar ze hoopte beter te aarden.
Eerste lief
Kusama vertrok in 1957 uit Japan naar het land van belofte. Ze had haar zinnen gezet op New York, in haar ogen dé kunststad van de wereld. Maar daar zaten ze niet bepaald te wachten op een kleine Japanse, die nauwelijks Engels sprak en graag in traditionele kimono’s rondliep.
In Manhattan vierden minimalisten als Frank Stella en Donald Judd hun hoogdagen. Die laatste zou de buurman van haar atelier en ‘haar eerste lief’ worden. En Kusama zou (weliswaar met enige vertraging) in New York ook zelf als kunstenares worden omarmd.
Het beeld van de getormenteerde, lichtjes krankzinnige kunstenaar past inderdaad beter bij de westerse clichés. Ze kreeg ook zelf het etiket van minimaliste opgekleefd, tot haar eigen woede: ‘Ik ben geen lid van een school, een trend of een beweging. Mijn werk is wie ik ben. Het is persoonlijk.’ De befaamde kunstjournaliste Roberta Smith beaamde dat in The New York Times: ‘Mevrouw Kusama is een kunstenares die overal in past en toch volkomen alleen staat.’
Fashionista’s vs. macho’s
Ook de kunstpauzen zien haar unaniem als een grote naam. Ze wordt erkend als een feministische voortrekker – niet onbelangrijk in de huidige kunstscene die het machojuk wil afwerpen.
Vorig jaar kon je er niet naast kijken. Van de Biënnale in Venetië tot de Whitney Biënnale in New York: vrouwen waren het thema. Elke museumdirecteur die niet als vrouwenhater wil worden weggezet, zoekt in alle hoeken en spleten naar vrouwelijke kunstenaars om zijn muren te vullen. Yayoi Kusama past vandaag perfect in dat plaatje.
Dat is natuurlijk ook Louis Vuitton niet ontgaan. Vrouwenmode, feminisme en eigengereide voortrekkers: het spreekt fashionista’s aan die een statement willen maken, als het moet met gekleurde bollen.
Net zoals Warhol verpakt Kusama haar denkwereld in consumptieartikelen. Ze bereikte er miljoenen mee. Fans én dollars.
Atelier in ziekenhuis
De sociale druk mocht ze dan al in Japan achter zich hebben gelaten, haar mentale demonen reisden wel mee. De angsten bekropen haar toen ze dat het minst verwachtte: op een ochtend werd ze in New York wakker en zag honderden bollen over haar vensters krioelen. Ze raakte ze aan en ook haar hand werd overwoekerd. In paniek belde ze de ambulance. In het ziekenhuis kreeg ze de vriendelijke raad psychiatrische hulp te zoeken.
Dat was geen groot succes. De freudiaanse psychologen in New York wilden vooral praten over haar autoritaire en liefdeloze moeder, en dat was een doos die ze liever dicht hield. Ze probeerde met haar demonen in Manhattan te leven, maar die zouden alleen maar groeien.
In 1977, ze was teruggekeerd naar Japan voor enkele tentoonstellingen, brak Kusama. Ze werd opgenomen in een instelling in Shinjuku en nam een drastische beslissing: ze besloot in het ziekenhuis te blijven voor de rest van haar verdere leven.
Ze bouwde een studio uit in het gebouw, waar ze tot op vandaag werkt – zij het met de hulp van assistenten, want Kusama verplaatst zich al meer dan tien jaar met een rolstoel. Ze trok zich terug uit de wereld, om te werken. Bollen en pompoenen.
‘Nudisme kost niks’
We moeten terug naar het legendarische jaar 1968. Het protest tegen de Vietnamoorlog groeide. In april werd Martin Luther King vermoord. In mei werd Andy Warhol neergeschoten. In juni werd politicus Robert Kennedy gedood. En in juli gingen onder leiding van Kusama jongeren uit de kleren op het voetpad aan het beursgebouw van Wall Street.
Voor de ogen van verbouwereerde beurshandelaars beschilderden de naakte mannen en vrouwen elkaar met kleurrijke bollen. De beurs van Wall Street sponsorde de Vietnamoorlog, was de boodschap. En bloot is, aldus Kusama, een vorm van antikapitalisme. ‘Nudisme is het enige wat niks kost.’
Kusama had zich al een rist kunstvormen eigen gemaakt: aquarellen, tekeningen, installaties… en organiseerde nu een lange reeks performances die het verkeer in Manhattan stillegden. Daarna volgde een kat-en-muisspel met de politie en de performance werd afgerond met een orgie ergens in een loft. De kranten smulden ervan. Foto’s van naakte hippies op hun frontpagina’s joegen de oplages de hoogte in. Kusama, ze noemde zichzelf de ‘hogepriesteres van de hippies’, speelde dat spelletje met plezier mee. Elke performance werd netjes aangekondigd met een persbericht.
Op het eerste gezicht lijkt het onbegrijpelijk dat deze antikapitalistische activiste wil samenwerken met Louis Vuitton. Maar de bollenkunst van Kusama laat zich gemakkelijk vertalen naar mode. Dat had ze zelf al bewezen.
Ze opende in de jaren 60 haar eigen boetiek op Sixth Avenue. Het warenhuis Bloomingdale’s in New York had een ‘Kusama Corner’. In de rekken hingen jurkjes met… bollen. Veertig jaar later werkte ze aan een modelijn met de Japanse ontwerper Issey Miyake en zette een parfum op de markt met Lancôme. Net zoals Warhol verpakt ze haar denkwereld in consumptieartikelen. Ze bereikte er miljoenen mee. Fans én dollars.
Modehuizen zijn bij haar – in de instelling waar ze vandaag woont – kind aan huis. Louis Vuitton sponsorde de ‘Mirror Rooms’ in Londen en haar tentoonstelling in het Whitney Museum in New York in 2012. Marc Jacobs, toen creatief directeur bij Louis Vuitton, stelde een ‘Yayoi Kusama’-lijn voor. En dat idee wordt tien jaar later nog eens opgefrist met een nieuwe ‘LV x YK’-collectie.
Voor de hogepriesteres van de hippies is het luxehuis Louis Vuitton niet de vijand, maar een platform om op haar 93ste nogmaals haar naam en werk aan de wereld te tonen. ‘Onze samenwerking tien jaar geleden veroorzaakte een grote respons. Ook dit project zie ik als een kans om mijn artistieke filosofie en gedachten met iedereen te delen.’