Muzikant Maarten Devoldere | ‘Ik heb geleerd om de muze in mezelf te zoeken’

Muzikant Maarten Devoldere over het leven op het puntje van zijn plastic ‘Monobloc’-tuinstoel: een prikkeljunkie, meditatie als veredelde powernap en afhaalmaaltijden.

Wat is de stoel van je leven?

‘Spontaan zeg ik: de stoel in mijn hotelkamer in Palermo waar ik drie weken lang de nummers van mijn break-upplaat ‘Ha Ha Heartbreak’ heb geschreven. Voor het eerst in mijn leven had ik geen vrouw rond mij. Ik was ook voor het eerst gedumpt. Ik had geen controle meer over mijn liefdesleven en dat was ik niet gewoon. Toch verkies ik mijn plastic tuinstoel. Het meest klassieke model dat je je kunt inbeelden. Zo lelijk dat hij intussen cult is. Mijn ouders hadden die ook, dus dat meubel heeft voor mij iets nostalgisch. Als ik thuis in Gent zit te werken, ga ik altijd roken in de tuin. In die tussenmomenten, op die terrasstoel, komen mijn beste ideeën.’

Advertentie

Van welke stoel droom je?

Maarten Devoldere

  • Muzikant.
  • Frontman van Balthazar én Warhaus.
  • Warhaus’ derde plaat ‘Ha Ha Heartbreak’ komt op 11 november uit.

‘Ik ben absoluut geen design­verzamelaar. Ik kocht vorig jaar een huis in Gent, en daar wil ik wel leuke meubels voor. Maar zeker geen pretentieus design. Een Dansaert-Vlaming worden, daar gruwel ik van. Zelfs als ik het geld had, zou ik het niet aan design geven. Aan eten kan ik wel decadent veel spenderen. Ik ga vaak op restaurant of ik bestel afhaalmaaltijden, omdat ik te lui ben om te koken. Een half uur niet gekookt is een half uur meer muziek gemaakt.’

Advertentie

Voor wie hou je een stoel vrij tijdens je droomdiner?

‘Ik zou Lodewijk XIV wel eens, compleet uitgedost in legging, in mijn witte tuinstoel willen zien zitten. Alleen al voor dat beeld zou ik hem uitnodigen. Ik denk ook spontaan aan mijn helden David Bowie, Bob Dylan, Nick Cave en Leo­nard Cohen. Maar wil ik die eigenlijk wel ontmoeten? Ik zou waarschijnlijk te introvert zijn om iets te zeggen. En ik zou me te veel excuseren voor mijn gebrekkige kookkunsten. Van Cohen ben ik ook niet zeker. Ik zag recent nog de documentaire ‘Marianne & Leonard: Words of Love’ over hem en zijn muze. Wat een degoutante vent ben je, dacht ik, ook al herkende ik veel van mezelf in zijn gedrag. Intussen heb ik geleerd om de muze in mezelf te zoeken.’

Kun je goed stilzitten?

‘Vroeger niet. Ik was een prikkeljunk. Ik wilde altijd muziek maken, sporten, feesten, drinken of in excessen vervallen. Als een hongerige jager holde ik externe stimuli achterna. Met leegte had ik het moeilijk. Nu zoek ik die net op. Een avond in de zetel zitten en absoluut niks doen, is het moeilijkste wat er is. Maar ik oefen me erin, omdat het zoveel rust geeft. Van historicus en filosoof Yuval Noah Harari leerde ik dat onze aandacht ons kostbaarste goed is. Met ouder worden probeer ik daar bewuster mee om te gaan. Daarom mediteer ik al vier jaar. Eerst was het zoals in Silicon Valley: meditatie als veredelde powernap om nog harder te kunnen werken of feesten. Tot ik besefte: als ik deze levensstijl nog tien jaar aanhoud, ga ik zoals de Beat Poets ten onder aan drank, drugs en rock-‘n-roll. Ik liep met te veel verslavingen rond, dus ik moest mezelf resetten. Ik moest volwassen worden.’

Bio van een stoel

De ‘Monobloc’ is de best verkochte stoel ter wereld. De spotgoedkope massaproduceerbare tuinstoel is gemaakt uit één stuk plastic, vandaar de naam.

Het originele model zou in 1972 van de band gerold zijn. Maar wie hem precies ontwierp, is niet bekend. Intussen bestaat de stoel wel in talloze versies, geproduceerd door fabrikanten wereldwijd.

Het banale designicoon fascineert ook designmusea. Het Vitra Museum in Weil am Rhein, Duitsland, wijdde in 2017 een expo aan de ‘Monobloc’.

Advertentie

Vele hedendaagse designers herinterpreteerden al de clichétuinstoel. Maarten Baas maakte een versie in gebogen hout, Sam Durant in porselein. Martino Gamper monteerde hem met een rotan onderstel.

Na acht jaar research maakte Hauke Wendler in 2021 een documentaire over de ‘Monobloc’. Het bijbehorende boek verscheen dit jaar.

Wie verdient een leerstoel?

‘Carl Jung, de grondlegger van de analytische psychologie. Ik snap niet zoveel van wat hij allemaal schrijft. Maar in zijn idee over de muze herken ik me helemaal. Artiesten die heel hard nood hebben aan een muze zijn eigenlijk mannen die hun eigen anima – hun vrouwelijke energie in de man – niet omarmen. Daardoor projecteren ze hun ‘anima’ op de vrouwen rondom hen, zegt hij. In zijn theorieën verklaart hij veel vanuit het onderbewustzijn, dat de creativiteit aanstuurt. Als artiest boeit me zeker ook de donkere kant daarvan. Ik was daar heel hard toe aangetrokken, tot het destructieve toe. Nu probeer ik daar veel constructiever mee om te gaan.’

Advertentie
Advertentie

Op wiens stoel wil je voor één dag zitten?

‘Die van Leonardo Da Vinci. Ik was onlangs in het Louvre en was gedegouteerd van de rij aanschuivende mensen voor de Mona Lisa. Ik zou wel eens willen weten: was Da Vinci er zich van bewust dat hij een meesterwerk aan het schilderen was dat zo geliefd zou worden? Of was dat portret voor hem ‘just another day at the office’, een voetnoot in zijn totale oeuvre?’

Advertentie