Mathilde Jonquière maakt haute-couturemozaïek voor klanten als Roger Federer en Hermès

Ze laat stukjes glas en steengoed op de muren dansen. Mathilde Jonquière maakt haute-couturemozaïek voor klanten als Roger Federer, Hermès en Cartier.

Een manifest voor traagheid en vakmanschap: zo kun je het werk van Mathilde Jonquière nog het best omschrijven. De basis is een tekening of aquarel, waarna een maquette wordt gemaakt. Daarna volgt de uitwerking op grote schaal, waarbij de mozaïekstukjes worden geknipt en met de goede zijde op een patroontekening gelijmd. Voorzichtig, met een lichte behanglijm die geen schade veroorzaakt. Vervolgens wordt dat oppervlak in grote puzzelstukken verknipt en genummerd. In de laatste fase worden alle onderdelen in situ gemonteerd. Het papieren patroon wordt van de steentjes gepeld, waarna het voegwerk volgt.

‘Ik doe ongeveer vier grote projecten per jaar’, vertelt Jonquière. Met ons team werken we zo’n drie tot vier maanden aan één project, meestal mozaïeken van ongeveer twintig vierkante meter.’

Advertentie
Advertentie
Ultieme luxe | Deze maker produceert handgemaakte paardenhaarmatrassen

De mozaïekstukjes die Jonquière samenvoegt, vormen wonderlijke constellaties; het zijn zwermen van wemelend licht. ‘Het is een dans van materie’, zegt ze zelf, ‘een soort choreografie’. Met combinaties van verschillende grondstoffen en kleuren weet Jonquière diepte in de figuren te leggen. Haar projecten zijn geen statische taferelen in de traditie van de mozaïekkunst. Wat ze creëert, is anders, abstracter, levendiger en gedurfder. Met haar hedendaagse vormentaal slaagt ze erin iets te scheppen dat het decoratieve overstijgt.

Golven in het hoofd

We zijn in het 18e arrondissement van Parijs, in een kleine straat met links en rechts bonte Afrikaanse groente- en specerijenwinkels. Jonquières atelier is niet erg groot. In de ene ruimte ontwerpt, tekent en experimenteert ze zelf, terwijl haar drie medewerksters in de andere ruimte de stukken snijden, plakken en monteren. Er staat een reusachtige hoge tafel die bijna de hele oppervlakte inpalmt.

De 4 nieuwste keukentrends, van ‘bommaknus’ tot koken als de sterrenchefs
Advertentie

Aan de muren hangen ingelijste proeffragmenten van vorige projecten, als tijdcapsules. Het is vreemd wat een combinatie van schijnbaar dode materie vermag: het licht weerkaatst op de stukjes goud, goudwit, goudblauw, goudgeel, in ongelijke intensiteit en glinstering. Het gevoel van luxe en kostbaarheid spat open vanuit het oppervlak en stopt niet met bewegen, in pulserende kronkels en onverwachte golven. Jonquière houdt van dans, zegt ze, en van golven. Ze is een meisje van de zee. Ze werd geboren in Le Havre, maar kwam naar Parijs om te studeren. De golven zitten nog steeds in haar hoofd. Als kind maakte ze mozaïeken met stukjes glas: ‘Ik was niet zo mondig. De mozaïeken waren mijn woorden, de taal die ik gebruikte, hoe ik de wereld zag.’

Advertentie
Advertentie

In Parijs studeerde ze interieurarchitectuur aan de École Camondo. Ze hield ervan om haar ontwerpen te tekenen, om te schetsen met potlood en papier, om te aquarelleren. ‘Nadat ik was afgestudeerd, begon iedereen computers te gebruiken. Maar ik kon niet achter een scherm gaan zitten tekenen, ik had het handmatige nodig om mij uit te drukken. Gelukkig vond ik een andere bezigheid die alles in mijn vakgebied combineerde: schaal, tekenen, ruimte en licht.’

Mathilde Jonquière voor een van haar grote mozaïekfresco’s in La Grande Epicerie in Parijs. Kostbare steentjes voor kostbare delicatessen.
Mathilde Jonquière voor een van haar grote mozaïekfresco’s in La Grande Epicerie in Parijs. Kostbare steentjes voor kostbare delicatessen.
©Noémie Graciani

Snoepbokalen uit Venetië

Haar eerste opdrachten kreeg ze van particulieren. ‘In het begin was het puur decoratieve kunst. Ik experimenteerde met materialen die ik nog niet kende, want ik was een autodidact.’ Ze trok ook naar de Maison & Objet-beurs met tafels, totems, schilderijen en lampen, allemaal ingelegd met mozaïeken.

Gaandeweg begonnen interieurarchitecten haar te contacteren voor uiteenlopende opdrachten. In Dubai kon ze zes plafonds maken voor een privéklant. Ze voorzag ook 48 verschillende badkamers in Hôtel Aiglon aan de Boulevard Raspail in Parijs van mozaïeken. ‘Dat waren telkens kleine ruimtes van vier of vijf vierkante meter. En elke badkamer was anders, maar toch enigszins in jarendertigstijl. Daarna begon ik meer te experimenteren, mijn stijl evolueerde. Ik ging naar een grote abstractie, meer een ‘verzameling’ van stukjes en fragmenten. In de volgende periode werkte ik met beton om de gouden tesserae (stukjes mozaïek, n.v.d.r.) wat meer te laten ‘ademen’. Nu ben ik meer bezig met mozaïeken in beweging, op een grotere schaal, monumentaler. Ik ben meer geïnteresseerd in het vertellen van het verhaal, het uitbeelden van een stroom, van wind, van gebaren.’

Gregoir Group-CEO Hervé Gregoir lanceert nieuwe lifestylebrand, Rêve by Gregoir
Advertentie

Op de rekken in Jonquières eigen atelier staan meer dan honderd grote glazen snoepbokalen met verschillende tinten glasmozaïeken, de beroemde ‘émaux de Venise’. We speuren samen de rijen met potten af. Ze toont tegels van handgegoten glaspasta en de intens gouden tesserae op basis van bladgoud dat ingelegd is tussen twee lagen glas. Kostbaar materiaal, handwerk ook, maar het beste vakwerk ter wereld, zegt ze, afkomstig uit Friuli in Italië.

De jongste jaren werkt ze ook meer met marmer en fijne, matte keramiek. Vaak combineert ze in één project verschillende materialen om diepte en beweging te krijgen in de tekening. Ook met de ruimte tussen de fragmenten speelt ze. Verschillende tinten van voegcement versterken de dynamiek, het interval krijgt een actieve rol in de compositie.

Als een foulard

Onder de ateliertafel staan in propere stapels alle voorraden opgestapeld. Er is ook een hoek met serviesgoed, netjes gerangschikt per soort. Porseleinen serviesgoed van Hermès. Een paar jaar geleden werd Jonquière gecontacteerd door de mensen van Petit H, het ontwerplab van Hermès dat met overschotten en onbruikbaar materiaal aan luxe-upcycling doet. ‘Het was Godefroy de Virieu, de creatief directeur van Petit H, die mij vroeg om een lage tafel in ‘picassiette’-stijl te maken met restanten van porseleinen servies. Het is een oude en simpele techniek, picassiette. Ik breek de borden en knip vervolgens elk stukje met een tang uit. Het leek me een geestig idee om er ook overschotten van metalen gespen van tassen, plastic lussen van de badpakken en zelfs parelmoeren knoopjes van Hermès in te verwerken. Ik heb nu al zes verschillende tafels gemaakt, elk met een eigen thematiek en kleur, geïnspireerd op serviescollecties zoals ‘Bleus d’ailleurs’, ‘Le jardin du Guadalquivir’ of ‘Soleil d’Hermès’. Ze lijken een beetje op een Hermès-foulard. De tafels zelf zijn afgewerkt met een rand van leer, en ook de poten zijn bekleed met leer door de ambachtslui van de Hermès-ateliers. Hermès stelt de tafels tentoon op exclusieve private sales, waar klanten hun eigen exemplaar kunnen bestellen.’

Een van de mozaïektafels die Mathilde Jonquière ontwierp voor Petit H, het ontwerplab van Hermès. Het mozaïek is gemaakt met restanten van een porseleinen servies.
Een van de mozaïektafels die Mathilde Jonquière ontwierp voor Petit H, het ontwerplab van Hermès. Het mozaïek is gemaakt met restanten van een porseleinen servies.
©Eugenia Sierko

Ze vist een bord vanonder de tafel, slaat het kordaat met een korte tik van haar tang stuk en knipt er vervolgens een minuscuul cirkeltje uit. Het gaat snel, de beweging zit in het geheugen van haar handen. De materie blijft licht korzelig langs de randen en is niet machinaal perfect, maar dat is precies wat het werk van Jonquière zo bijzonder maakt: de menselijke beweging van een hand. ‘Het zijn de kleine onzuiverheden die een werk maken tot wat het is. Het spoor van een mens, de afdruk van menselijkheid.’

Een van de vele Cartier-boetieks waarvoor Mathilde Jonquière een mozaïek bedacht, hier in Madrid. De thematiek is telkens anders, maar de vorm blijft dezelfde: glasmozaïek in met messing omrande panelen.
Een van de vele Cartier-boetieks waarvoor Mathilde Jonquière een mozaïek bedacht, hier in Madrid. De thematiek is telkens anders, maar de vorm blijft dezelfde: glasmozaïek in met messing omrande panelen.
©Manolo Yllera
Advertentie

In het atelier ernaast zijn haar medewerkers Marie, Myriam en Béatrice bezig met de panelen voor de boetiek van Cartier in Dubai. Cartier is een vaste klant van Jonquière. In Madrid werkte ze trouwens samen met de bekende Franse interieurarchitecte Laura Gonzalez voor de Cartier-boetiek. Jonquière: ‘Ik ben behoorlijk vrij in mijn ontwerpen. Voor Dubai koos ik als motief pareloesters, in Jeddah waren het palmbladeren, in Madrid verwerkte ik een tekening van een panter en een pauw erin, in Chicago inspireerde ik mij op de skyline. Het komt eigenlijk vanzelf. Mijn inspiratie droogt nooit op. Alles inspireert mij: de natuur, fotografie, film, dans, mode, kunst. Eigenlijk link ik alles wat ik zie meteen aan wat ik doe.’

De voorbereiding voor het mozaïek in de Cartier-boetiek in Chicago. Het motief van elk project wordt minutieus voorbereid, eerst met tekeningen, daarna in stalen.
De voorbereiding voor het mozaïek in de Cartier-boetiek in Chicago. Het motief van elk project wordt minutieus voorbereid, eerst met tekeningen, daarna in stalen.
©Nathalie Baetens

Kantwerk voor Federer

Steeds meer privéklanten en interieurarchitecten vinden de weg naar Mathilde Jonquière. Ook in Brussel realiseerde ze een paar jaar geleden een mozaïek voor een privéklant. Momenteel staan er vier projecten in de steigers: een ‘powder room’ voor een klant in Boston, een villa in het Zuid-Franse Théoule-sur-Mer met een totaalproject van mozaïekthema’s binnen en buiten, de Cartier-boetiek in Houston en de badkamer van Roger Federer in Zürich. ‘Het was zijn vrouw Mirka die me contacteerde’, lacht Jonquière. ‘Ze wilde graag een motief met ronde vormen op een donkere achtergrond. Met een beetje verbeelding zijn het tennisballen, ja.’ (gniffelt)

Waarop is ze tot nog toe het meest trots? Jonquière: ‘De grootste opdracht tot nu was een marmeren mozaïekvloer van tachtig vierkante meter in de wintertuin van het kasteel van cognacmaker Hennessy in Bagnolet. Een monumentaal project. In mijn ontwerp wilde ik de essentie van de wereld van cognac laten zien, in de context van de Franse manier van leven. Ik heb de kleuren van de planten in de oranjerie gebruikt, maar ook de vloeibaarheid van de rivier Charente vlakbij.’

Het kasteel van Cognacs Hennessy was Mathilde Jonquières grootste project tot nog toe. Een huzarenstuk, want elk stukje glas wordt met de hand in de juiste vorm geknipt en in een tekening geplakt. ‘Geduld is mijn trouwste bondgenoot.’
Het kasteel van Cognacs Hennessy was Mathilde Jonquières grootste project tot nog toe. Een huzarenstuk, want elk stukje glas wordt met de hand in de juiste vorm geknipt en in een tekening geplakt. ‘Geduld is mijn trouwste bondgenoot.’
©Nathalie Baetens

Valsspelen onmogelijk

Afgelopen september kreeg Jonquière voor haar werk een Médaille des Métiers d’Art, uitgereikt door de Franse Académie d’Architecture. ‘In de toekomst zou ik graag meer werken op grotere schaal willen doen, maar in een openbare ruimtelijke context’, zegt ze. ‘Vroeger was het vanzelfsprekend dat een architect meteen ‘mozaïsten’, glaskunstenaars en keramisten inschakelde voor een gezamenlijk werk. Denk maar aan Robert Mallet-Stevens, Le Corbusier of Oscar Niemeyer. Nu is dat onmogelijk, er zijn geen budgetten meer voor.’

‘Het zijn tegenwoordig vooral de luxehuizen die de rol van mecenas hebben overgenomen. Zij zijn zowat de enige die de ambachten willen ondersteunen, niet de grote architecten of de overheden. Ik vind dat een jammere zaak. Maar goed, ik klaag niet. Ik kan met mijn handen bezig zijn, met stoffelijke dingen en niet met digitale. Wat ik doe, is bovenal oprecht werk: je kunt niet valsspelen met materie. Het gebaar dat je er uiteindelijk mee maakt, is openhartig en rechtuit.’

Advertentie