Louise Osieka, algemeen directeur van C-mine, over het leven op het puntje van haar terril: een bucolisch diner, meanderende gedachten en studiobezoeken.
Louise Osieka (33)
- Algemeen directeur van de hybride cultuursite C-mine.
- Studeerde kunstgeschiedenis en medicinale plantkunde.
Wat is de stoel van je leven?
‘De terril van de voormalige steenkoolmijn van Winterslag (Genk), nu C-mine. Ik bewandel en beklim die terril vaak alleen. Soms ook met mijn gezin en onze hond Pino, en af en toe met collega’s, vrienden of onbekenden.’
‘De berg inspireert. Met zijn kronkelende wandelpaden meanderen ook de gesprekken en krijg ik telkens nieuwe inzichten. De berg heelt. Op de top – 160 meter hoog – word je beloond met een fantastisch uitzicht. Daarboven staan, met mijn haren in de wind, relativeert het dagdagelijkse en geeft me moed om te blijven gaan voor de grote uitdagingen.’
‘De heuvel is het fysieke resultaat van de impact van de kolenindustrie op deze regio en zijn bewoners. Een eeuwige aanwezige reus in het landschap. Een vriend omschreef de heuvel onlangs als volgt: ‘De terril is een graf, een borst, een piramide, een eiland én een ruïne.’’
Wat houdt je op het puntje van je stoel?
‘De energie die ontstaat bij het uitspreken van een nieuw idee. Ik heb er zelf iedere dag een stuk of tien, waarvan meer dan de helft uiteindelijk onbruikbaar. Maar het kan ook wijzen op de energie die vrijkomt wanneer iemand anders een nieuw idee deelt.’
Voor wie houd je een stoel vrij tijdens je droomdiner?
‘Mijn droomdiner is een bucolisch diner. Overgedimensioneerde tafels met drukke tafelkleden, zilveren kandelaren, kristallen glazen en Engels aardewerk. Aan tafel: de Duitse revolutionaire Rosa Luxemburg om de toon te zetten, filosofe en schrijfster Patricia De Martelaere voor de speech tijdens het aperitief. Ik heb haar romans gelezen – onder meer ‘Het onverwachte antwoord’ – en die vond ik fantastisch. Haar observaties zijn zo precies.’
‘Zijn ook uitgenodigd: de schrijfsters Vita Sackville-West en Virginia Woolf voor hun spannende verhalen, de Amerikaanse singer-songwriter Joan Wasser voor de muziek, tuinontwerpster Gertrude Jekyll voor de bloemen en al mijn vrienden om deze overvloed mee te delen.’
Waarvan viel je recent van je stoel?
‘Het talent, de energie en de ontwapenende kwetsbaarheid van een opkomende generatie kunstenaars actief in Genk. De derde en vierde generatie migranten hebben een krachtig verhaal te vertellen. Deze makers onderzoeken hun roots, zijn nostalgisch naar een tijd die ze eigenlijk nooit hebben beleefd, maar tegelijkertijd claimen ze vandaag, in het hier en nu, de ruimte die ze nodig hebben.’
Wat doe je als je ergens mee zit?
‘Ik word weleens overmand door een veelheid aan gedachten, ideeën, verplichtingen of fantasieën. Mijn antidotum is dan: met vrienden op café gaan, verdwalen op antiekmarkten in vergeten dorpjes of de studio van een kunstenaar bezoeken. Dat laatste lijkt misschien wat functioneel, maar ik kan niet ontkennen dat gesprekken met kunstenaars mij in staat stellen om mijzelf en de wereld beter te begrijpen.’
Op wiens stoel zou je graag zitten voor één dag?
‘Over vijftig jaar op die van mijn zoontje Orlando.’