Eindelijk mogen de musea weer open, en dat doet het pas vernieuwde Ensorhuis in Oostende niet zomaar. Vandaag opent er een expo van fotograaf Athos Burez, die Ensors meest iconische werken herinterpreteerde met een vleugje satire en poëzie.
Schamper, maar nooit choquerend. Of: satire in een donsjasje vol vrolijke kleuren. Zo kun je de bekendste schilderijen van James Ensor nog het best samenvatten. Dat is exact waarom Athos Burez de opdracht kreeg om de Oostendse grootmeester te herinterpreteren.
Het Ensorjaar 2020 is satirischer dan de schilder het ooit had durven te bedenken.
Ook fotograaf Burez houdt immers van kleurrijke opulentie – denk maar aan zijn ‘Barok Burez’expo in het Antwerpse MAS in 2018 – en onschuldige opschudding. Googel de door hem ontworpen penisvormige wijnstop ‘Drinking Buddy’ en je begrijpt dat hij taboes met de glimlach onder je neus schuift.
Kortom: Burez was de ideale persoon voor de debuutexpo in het vernieuwde James Ensorhuis in Oostende.
'Baden in Oostende'
De aanvankelijke opdracht klonk eenvoudig: fotografeer een hedendaagse versie van ‘Baden in Oostende’. Burez’ uitwerking was dat iets minder. ‘Ik kreeg er net geen zenuwinzinking van’, schudt de fotograaf nog steeds het hoofd. Kwamen te pas bij zijn enscenering: 180 figuranten, een stylingteam met toneelervaring en een virusveilige genummerde verdeling van het strand van Oostende.
Groot was zijn verbazing toen alles in de voormiddag van die zomerdag vlot verliep… tot de branding bij vloed verder kroop dan verwacht: ‘Plots was ons zandkasteel verdwenen, dreef alles weg en stonden de figuranten ernaar te kijken, terwijl Herr Seele een paard beschilderde.’ Ofte: hoe meta een tableau vivant kan zijn.
Op het schilderij ‘Baden in Oostende’ bekritiseerde Ensor de preutse bourgeoisie en clerici: nog starder dan hun meningen was hun verlekkerde blik op het schone vlees dat te zien was op de Oostendse playa. Bekijk het doek met olieverf en krijt van dichterbij en een orgie van kosters, matrozen, wulpse vrouwen en hondjes ontplooit zich voor je ogen – het getal van het strandhokje 68 lijkt niet toevallig op 69.
In zijn al even smakelijke herinterpretatie verzamelde Burez alles wat zich sinds dat jaar 1890 op het strand heeft afgespeeld: ‘Je ziet overdadig geschminkte en zongebruinde vrouwen, toeristen met koelboxen die hun afval achterlaten en schipbreukelingen op een vlot van zwerfvuil.’ Spoiler: simultaan loeren en de blik afwenden zijn we nog lang niet verleerd.
Ensors stillevens
Ensor was een ongeleid projectiel, zo leerden we op school. En zijn scandaleuze werk was ‘een gevaar’, aldus de toenmalige kunstwereld, die hem lange tijd aan de kant zette. Burez kan die eigenwijsheid smaken, want ook hij deed zijn zin. Het James Ensorhuis had één beeld besteld, maar daarmee kon Burez zich onvoldoende uitdrukken.
Dus neusde de fotograaf verder in Ensors wereld, waarvan ‘De intocht van Christus te Brussel’ maar het topje van de ijsberg is.
‘Zijn eerste werken waren supermodern. Fris en vol kleur’, aldus Burez, die Ensors stillevens, kleurpartijen en verzamelwoede voor prullaria als leidraad nam voor extra herwerkingen met plastic rotzooi en Trump-maskers als hedendaagse kritieken.
Carnavalsmaskers
In Ensors zeezichten ligt het voor de hand, maar ook in zijn werken zonder spatje water echoot Oostende zoals de zee door een schelp ruist. Zelfs de exotische schaaldieren, de Aziatische beelden en de carnavalsmaskers waarmee hij de hypocriete bourgeoisie bespotte, vond hij op de hoek van de Vlaanderenstraat en Van Iseghemlaan: het huis waarnaar het gezin Ensor in 1876 was verhuisd en waar zijn moeder en tante een souvenirwinkel uitbaatten.
De schelpen en andere ‘prullaria’ waarop Ensor en nu ook Burez zich inspireerden, had je vanaf dit jaar weer in hun volle glorie moeten kunnen bekijken, net als de goed bewaarde interieurs waarin de schilder leefde. Honderdzestig jaar na zijn geboorte stond 2020 immers op de planning als hét Ensorjaar, waarin het vernieuwde James Ensorhuis de deuren zou openen.
Het vroegere museum, in Ensors laatste woning, was ondanks een reeks tussentijdse aanpassingen hopeloos verouderd. Met de recente renovaties, en vooral met de uitbreiding naar het aanpalende hoekpand – de souvenirwinkel – transformeerden de Brusselse NOA-architecten het tot een modern museum dat sinds mei al best wat bezoekers trok.
Dat je nu pas een bezoek kan brengen aan de eerste hedendaagse-kunstexpo van het James Ensorhuis heeft alles te maken met het coronavirus: op de dag dat ‘James Ensor recomposed by Athos Burez’ goed en wel de deuren opende, sloot de expo ’s avonds alweer voor onbepaalde duur. Gelukkig is het nu eindelijk weer zover, en opent de tentoonstelling dan toch, op de valreep van dat vermeende Ensorjaar, vandaag de deuren.
'James Ensor Recomposed by Athos Burez', vanaf 1/12 in het Ensorhuis. Alle info en tickets op de website van het Ensorhuis.