De lijst wereldsterren die er overnachtten is ontelbaar. Volgende week, tijdens de Paris Design Week, wordt het iconische Parijse kunstenaarshotel La Louisiane even een Belgisch designwalhalla.
Een sterrenhotel is La Louisiane, in het hart van de Parijse wijk Saint-Germain-des-Prés, niet. Verre van zelfs. Toch is het al bijna 200 jaar een toevluchtsoord voor sterren uit de muziekwereld, de kunstscene en de literatuur. Zoals kamer tien, waar Juliette Gréco jarenlang verbleef. Het was hier dat de Franse zangeres en actrice de Amerikaanse jazzlegende Miles Davis ontmoette. Hotel La Louisiane zou hun liefdesnest worden. Later zou Gréco haar zelfde hotelkamer delen met twee schrijfsters tegelijk: Anne-Marie Cazalis en Annabel Buffet. Een gigantisch schandaal in die tijd!
Behalve Miles Davis kwamen ook jazzgiganten als John Coltrane, Chet Baker, Charlie Parker en Dexter Gordon geregeld in La Louisiane overnachten. Een generatie die werd opgevolgd door rocksterren als Jim Morrison van The Doors en Roger Waters van Pink Floyd.
Maar ook kunstenaars maakten van La Louisiane hun thuis. In 1954 schilderde Lucian Freud hier zijn wereldberoemde doek ‘Hotel Bedroom’. Keith Haring bewerkte er een hotelservet. Alberto Giacometti vestigde er zich, net als Joseph Beuys, Vassilakis Takis en Cy Tombly. Salvador Dali zou in dit hotel een affaire beginnen met Amanda Lear.
Al zou niemand zó lang in La Louisiane verblijven als Albert Cossery. De Egyptische schrijver nam er in 1945 zijn intrek en zou er maar liefst 63 jaar blijven. In al die tijd veranderde hij maar één keer van kamer. Cossery leefde zeer karig, met amper wat boeken om zich heen – zijn eigen boeken en wat hij zelf de beste lectuur vond. Voorts wat kleren. Het volstond om de kunst van de luiheid te cultiveren, vond hij. ‘Geen luiheid in de zin van nietsdoen, maar gewoon denken en lezen. Want lezen, dat is het meest bijzondere dat je op deze wereld kunt doen.’
Voor filosofe Simone de Beauvoir was La Louisiane een soort ‘dream made in heaven’ of, zoals ze het zelf formuleerde: ‘Nooit eerder woonde ik onder een dak dat me zo dicht bij mijn levensdromen bracht. Ik was echt van plan om daar tot de laatste dag van mijn leven te blijven.’
Napoleon I
Het was een voormalige kolonel van Napoleon I die in 1823 de deuren van La Louisiane voor het eerst opende. Met de naam wilde de eerste eigenaar hulde brengen aan de Fransen uit de Amerikaanse staat Louisiana, die Napoleon hadden helpen te bevrijden van het eiland Sint-Helena.
Intussen zijn de tachtig hotelkamers al vier generaties in handen van dezelfde familie. Zij lieten het hotel in zijn ‘jus’: bescheiden, vertrouwelijk en tijdloos. Al zullen sommigen eerder het adjectief ‘ouderwets’ gebruiken.
Sinds kort behoort ook Jean-François Declercq, de Belg die in Brussel de galeries Atelier Jespers, Area 42 en La Bocca della Verita runt, tot het kransje van vaste gasten. ‘Enkele maanden geleden boekte ik hier de voormalige suite van Miles Davis’, blikt Declercq terug. ‘Intussen woon ik hier zowat de helft van de tijd. De andere helft verblijf ik in Brussel. Ik heb de indruk dat ik hier een soort familie heb teruggevonden.’
La Louisiane is intussen niet alleen Declercqs vaste stek als hij in Parijs verblijft. Volgende week palmt hij met zijn Franse collega Olivier Robert 25 hotelkamers in voor de Bienvenue Design Fair.
De Bienvenue Design Fair wil toegankelijker zijn dan de grote internationale designbeurzen.
‘Eigenlijk ben ik hier toevallig in gerold’, zegt Declercq. ‘Toen ik hier voor het eerst incheckte, vertelde de hotelreceptionist me over de plannen van Olivier om hier een expo te organiseren. Hij heeft ons meteen met elkaar in contact gebracht. Bleek dat we heel wat raakpunten hadden. Zo ben ik medecurator van het evenement geworden’, aldus Declercq.
The Shining
De beurs is de opvolger van de kunstbeurs Bienvenue Art, die Robert in 2019 lanceerde. Omdat de editie 2020 door covid geannuleerd moest worden, besloot hij dit jaar een nieuw, breder concept te lanceren: een tentoonstelling met kunst én design uit verschillende landen. Dat de expo plaatsvindt tijdens de Paris Design Week, met beurzen als Maison & Objet en Parcours des Mondes, zal daar wel niet vreemd aan zijn.
Bienvenue Design Fair wil wel toegankelijker zijn dan die grote internationale designbeurzen, met een gecureerde selectie van galeries en de nadruk op experiment. ‘Elk van de 25 kamers zal een andere sfeer ademen’, zegt Declercq. ‘In totaal zullen er 19 galeries vertegenwoordigd zijn, zowel gevestigde namen als jong geweld. Voor ons was het vooral belangrijk om een grote verscheidenheid te laten zien, net zoals de gasten van La Louisiane vanuit de vier windstreken komen.’
Vanzelfsprekend spelen de organisatoren het bohemien karakter van het hotel uit. ‘We willen de bezoekers onderdompelen in de geschiedenis van deze plek met bijvoorbeeld jamsessies in bepaalde kamers. We hebben bewust niet geraakt aan het interieur van de kamers: in sommige dateert het behangpapier nog uit de jaren 1980. We willen een evenement waarbij de bezoeker een acteur kan zijn in het verhaal dat wij voorstellen. Dankzij de smalle gangen krijg je trouwens de indruk dat je je in een labyrint bevindt, een omgeving die doet denken aan de film ‘The Shining’. We zien de bezoekers graag verdwalen in de hotelgangen.’
Krabbels van Starck
Voor hun eerste editie konden Robert en Declercq gerenommeerde namen strikken. Een van de deelnemende galeriehouders is de Fransman Paul Bourdet, die design uit de jaren 1980 en 1990 presenteert.
‘Philippe S’, jawel niemand minder dan Philippe Starck himself, neemt een kamer in alsof hij hier al jaren woont, met enkele van zijn zeldzame meubelstukken uit de jaren 1980 en 1990, en tekeningen die op de vloer zijn gekrabbeld, alsof hij midden in een creatief moment net zijn kamer heeft verlaten om een koffie te gaan drinken.
‘De meeste exposanten bezorgden ons een zeer persoonlijke en originele scenografie, die zeer huiselijk aandoet’, vertelt Declercq. Behalve de huiskamersfeer zal ook het kleurgebruik opvallen. ‘Kleuren, met de klemtoon op oranje en roze, zullen er in overvloed zijn. Deze expo wordt een plaats van uitwisseling, een plaats waar wordt geleefd. Een white cube is te clean. Dat concept werkt misschien wel bij kenners, maar is te overweldigend voor jonge verzamelaars.’
‘De markt is de voorbije jaren ingrijpend veranderd. Er zijn nu veel meer salons en die worden dankzij Instagram veel toegankelijker. Vandaag trekken de mensen meer naar de salons die intiemer zijn dan naar de grote galeries. Wij willen ons die voorwerpen immers kunnen voorstellen in ons interieur, in plaats van in een grote, witte ruimte.’
België in de spotlights
Opmerkelijk: België is, naast reizen, een van de hoofdthema’s op deze eerste Bienvenue Design Fair. Zowat de helft van de exposanten belicht ons land, onder meer dankzij het kunst- en designbureau One Town. De ‘One Town’-oprichters Kunty Moureau en Pascale Dedoncker selecteerden de galeries voor zes kamers van de expo.
De Brusselse Nomad Gallery pakt uit met een show van de Amerikaanse fotograaf Hector Acebes (1921-2017), die dit jaar honderd zou zijn geworden. Het is voor het eerst dat 25 van zijn foto’s worden getoond die hij maakte tijdens zijn expedities naar Afrika in de jaren 1940 en 1950. Het is zijn beeld van de Afrikaanse schoonheid en energie.
Atelier Jespers stelt dan weer de Luikse ontwerper Arnaud Eubelen (1991) en de Franse beeldend kunstenaar Benoît Maire (1978) voor. ‘De expo in La Louisiane wil vooral aantonen dat de grens tussen kunst en design almaar meer flou wordt’, zegt Declercq. ‘Bovendien willen we die designkunst op een zeer toegankelijke manier presenteren. Iedereen is hier welkom.’ Wie weet, is deze expo het begin van een 63 jaren durend verblijf in La Louisiane, zoals Albert Cossery.