Binnenkijken in het galerie-appartement van ex-artdealer Bernard Cats

Een spiegel van Pistoletto, een schilderij van Albers, rituele maskers en beelden uit Afrika… In zijn galerie-appartement in Brussel mixt de voormalige artdealer Bernard Cats de kunststromingen royaal dooreen. ‘Mocht ik hier op een dag thuiskomen en er hangt niets meer aan de muren, dan ben ik meteen weg.’

Bij liefhebbers van moderne en hedendaagse kunst zal de naam Bernard Cats ongetwijfeld een belletje doen rinkelen. De man baatte decennialang een galerie uit in zowel Brussel als Knokke, en nam ieder jaar deel aan de prestigieuze kunstbeurzen Art Basel en Fiac. Toch houdt hij zich al meer dan tien jaar op de achtergrond, zodat hij meer tijd kan uittrekken voor zijn twee andere passies: klassieke muziek en golf. Zonder daarom zijn eerste liefde aan de deur te zetten.

Wereldtentoonstelling

Advertentie
Advertentie
Cats: ‘Op mijn 15de kocht ik mijn eerste kunstwerk: een aquarel van Rik Wouters, ‘Naakte Vrouw in het Bos’. Dat was toen een hele bedoening.’
Cats: ‘Op mijn 15de kocht ik mijn eerste kunstwerk: een aquarel van Rik Wouters, ‘Naakte Vrouw in het Bos’. Dat was toen een hele bedoening.’
©Jean-Pierre Gabriel

In 2010 kocht Cats in Brussel een appartement in een gebouw van de Belgische modernistische architect Stanislas Jasinski. Het was niet alleen opgetrokken in de nasleep van Expo 1958, maar had ook diezelfde typische stijl. Jasinski was geen mister nobody: bij het begin van zijn architectencarrière, in 1927, werkte hij al samen met Henry van de Velde aan het Cohen-huis in de Brusselse Franklin Rooseveltlaan, waar nu de Oostenrijkse ambassade is gevestigd. En hij haalde ook de opdracht binnen voor de toekomstige luchthaven van Deurne, die klaar moest zijn voor de Wereldtentoonstelling van 1930 in Antwerpen.

Advertentie

‘Eerst kocht ik deze ruimte van 200 vierkante meter, die baadt in een diffuus licht dat zich laat filteren door de bomen naast het gebouw’, vertelt Cats. ‘Eigenlijk woon ik tussen de takken die de flat helemaal omarmen. In de zomer zorgt het gebladerte voor afkoeling. Het was die geslaagde combi tussen exterieur en interieur die me verleidde.’ En hij wijst even naar buiten: ‘Zie je die bronzen haas op het terras? Een werk van de Amerikaan Donald Baechler.’

Drie jaar geleden kreeg Cats de kans om ook het kleinere appartement van zijn buurman te kopen. Meteen had hij de ruimte om een oude droom te verwezenlijken: een privégalerie openen met daarin zijn ‘best of’. ‘Soms verander ik de werken in mijn galerie al na een week, maar evengoed kan een schilderij daar drie maanden blijven hangen.’

Naakte Vrouw in het Bos

‘Ik had altijd belangstelling voor kunstenaars die uit de gratie waren.’
Bernard Cats
Voormalig artdealer

Cats was al op jonge leeftijd geïnteresseerd in schilderijen. Hij was pas 15 toen hij in 1970 zijn eerste werk kocht: een aquarel van Rik Wouters, ‘Naakte Vrouw in het Bos’. ‘Dat was toen een hele bedoening’, lacht hij nu. Drie jaar later trok hij naar Parijs. Een week lang bezocht Cats er de musea, en vooral het Louvre. ‘In die tijd bestond Beaubourg nog niet, al kon je toen wel terecht in een andere parel: het Parijse Museum voor Moderne Kunst, tussen de Place Saint-Sulpice en de Pont de l’Alma. Ik ging er elke dag naartoe, en eigenlijk was het daar dat ik alles leerde. Ze hadden alles: Pablo Picasso en Georges Braque, de grondleggers van het kubisme, of Fernand Léger...’

Natuurlijk zijn er nog andere musea die een onuitwisbare indruk op Bernard Cats hebben nagelaten. Zoals het Metropolitan Museum in New York. ‘Ik was al heel vroeg geïnteresseerd in de Amerikaanse schilderkunst’, zegt hij. ‘Zoals ‘Number One’, het werk dat Jackson Pollock in 1949 schilderde en dat in het MOCA in Los Angeles hangt. Maar je hoeft niet zo ver te reizen om fantastische dingen te zien. In onze Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België kun je meesterwerken bewonderen als ‘De Paus met de Uilen’ van Francis Bacon of ‘Der Trancespieler’ van Oskar Kokoschka.

Advertentie
Advertentie
©Jean-Pierre Gabriel

Uit de gratie

Vanzelfsprekend sijpelde Cats’ passie voor hedendaagse kunst door in zijn professionele leven. Bij het begin, in 1985, keek hij vooral naar de meesters van de jaren 1950, zoals Jean Dubuffet, Antoni Tapiès, Lucio Fontana, Henri Michaux of Christian Dotremont. Later, begin jaren 2000, zou de Amerikaanse abstracte kunst zijn specialiteit worden. ‘Ik kon toen werken kopen van Josef Albers, Frank Stella, Morris Louis of Tom Wesselmann. Maar er zit wel degelijk een constante in mijn professionele leven: ik heb altijd belangstelling getoond voor kunstenaars die op een bepaald moment door de markt werden verwaarloosd, hoewel ze vaak al een reputatie hadden opgebouwd. Denk maar aan Andy Warhol, die in de jaren 1980 helemaal uit de gratie viel. Ik herinner me ook nog ‘Thesis’ van Jean-Michel Basquiat, in 1983. Toen ik dat werk tentoonstelde op de Parijse kunstbeurs Fiac, moest niemand het hebben. Vandaag is het tientallen keren meer waard dan wat ik er toen voor vroeg.’

Zijn aanpak is in al die jaren dezelfde gebleven: Cats koopt wat hij goed vindt en niet noodzakelijk wat in trek is. ‘Want alles wat mode is, raakt ook uit de mode.’

Meubelgeschiedenis

Advertentie
©Jean-Pierre Gabriel

Het interieur van Cats’ appartement is eerder sober. Naast de galerie bevindt zich de woonkamer, die drie delen omvat. Hier hangt onder meer een schilderij van Olivier Mosset, dat zich laat weerkaatsen in een spiegel van Michelangelo Pistoletto. Maar je vindt er evengoed een schilderij van Josef Albers dat naast een beeldhouwwerk van de Baule-stam uit Ivoorkust hangt, daar in een hoek van de lange woonkamer.

De keuken geeft uit op de eetkamer, met een tafel van Eero Saarinen, maar ook met de beroemde Arco-lamp van de gebroeders Achille en Pier Giacomo Castiglioni. In de woonkamer, boven de open haard, zien we enkele kleine ‘Birds’-schilderijen van de Amerikaan Ross Bleckner, maar ook de ‘On the Rocks’-sofa van Francesco Binfaré, geproduceerd door Edra.

Daarnaast staat een object dat flirt met kunst: de ‘Pinocchio’-vloerlamp, in 1954 bedacht door de Nederlandse industrieel ontwerper Herman Theodoor Jan Anthoin Busquet en destijds vervaardigd door de firma Hala. Net als zijn tijdgenoot Gerrit Rietveld gebruikte Busquet een primair kleurenpalet. De lamp is dan ook verkrijgbaar in verschillende versies: rood, blauw, geel, groen, wit of zwart.

De werkruimte is niet zo imposant, maar de werktafel maakt wel deel uit van de Belgische meubelgeschiedenis: ze behoorde tot het meubilair dat de Amerikaanse architect Gordon Bunshaft ontwierp voor het gebouw van de voormalige Bank Brussel Lambert in de Brusselse Marnixlaan, dat van zijn hand was.

©Jean-Pierre Gabriel

Telkens dezelfde werkwijze

Daarachter hangt de recentste aanwinst van Cats, een doek van Friedel Dzubas. ‘Een werk dat hier aankomt, is altijd een klein evenement. Dit fantastische schilderij vond ik met wat geluk. Ik ga altijd op dezelfde manier te werk: ik volg kunstenaars die al een zekere naam hebben en ook al verbonden zijn aan een galerie, maar die niet goed in de markt liggen. Natuurlijk vraagt dat veel opzoekingswerk, maar het loont wel.’

‘Deze etnische kunstwerken ademen het leven. Er gaat een hele geschiedenis van uit.’
Bernard Cats
Ex-artdealer

Op dezelfde manier ging Cats te werk voor de Amerikaan Jules Olitski, wiens schilderij harmonieus in dialoog lijkt te gaan met een Tanzaniaans schild. Veel schilderijen zijn van Amerikaanse kunstenaars die deel uitmaken van de colorfieldpainting-school, die zich vooral in de jaren 1960 ontvouwde.

Cats houdt ook van moderne beeldhouwkunst en noemt toppers als Henri Moore, Giacometti of Calder. Maar in zijn huis geeft hij de voorkeur aan etnische kunst: Afrikaanse beeldjes die hij combineert met hedendaagse werken. Zoals ‘Shield’, een doek van Ross Bleckner, op een ladekast van Florence Knoll, gecombineerd met een Kota-reliekschrijn. Of ook, als antwoord op de vogels van Bleckner: de antilope ‘Cywara’, een ritueel kuifmasker uit de Malinese Bambara-cultuur. ‘In tegenstelling tot beeldhouwkunst ademen deze etnische kunstwerken het leven. Er gaat een hele geschiedenis van uit. En ze doen je wegdromen. Inderdaad: ik zou niet kunnen leven zonder kunst. Ik hou zielsveel van dit appartement, maar mocht ik hier op een dag thuiskomen en er hangt niets meer aan de muren, dan ben ik meteen weg.’