Het filantropisch kunst- en renovatieproject op het eiland Lopud.
Het filantropisch kunst- en renovatieproject op het eiland Lopud.
© Courtesy of Thyssen-Bornemisza Art Contemporary Foundation

Art Islands | Kunst kijken op een eiland is dé nieuwste trend

Vergeet de klassieke kunstgalerie in een grijze, regenachtige stad. Vandaag verhuizen meer en meer topverzamelaars en -galeries hun kunst naar een zonnig eiland als Lopud of Porquerolles.

Als de Fransman Charles Carmignac op zaterdagnamiddag wat arty inspiratie wil opdoen, neemt hij de boot naar het eiland Porquerolles, aan de Franse Rivièra. Daar organiseert de Fondation Carmignac in de Villa Carmignac het hele jaar door expo’s. ‘Je staat plots open voor nieuwe ideeën, je vindt ruimte om na te denken over andere dingen. Je bevindt je niet in die opgewonden staat als wanneer je in het centrum van een stad bent’, zegt Charles, de zoon van de 75-jarige Edouard Carmignac, een van de meest succesvolle en glamoureuze vermogensbeheerders van Frankrijk.

Ooit noemde de krant Le Figaro hem de ‘rock-’n-roll-financier’, nadat hij in 2012 The Rolling Stones had geboekt voor een privéfeestje. Maar Edouard houdt net zoveel van moderne kunst – en dan vooral van de Amerikaanse popartkunstenaar Roy Lichtenstein – als van rock. Het is een van de belangrijkste missies van de Fondation Carmignac, de filantropische stichting waarvan Charles nu directeur is: haar passie voor moderne en hedendaagse kunst delen.

Advertentie
Advertentie

Daarom kochten ze in 2017 de Villa Carmignac met het bijbehorende landgoed, om die om te bouwen tot een galerie met tweeduizend vierkante meter tentoonstellingsruimte voor tijdelijke expo’s en culturele events. Daar neem je het eiland op een diep meditatieve manier in je op, ‘want je krijgt er een speciale relatie met alle vormen van leven’, probeert Charles het gevoel te omschrijven. En dat voor een zeer bescheiden ticketprijs.

De Villa Carmignac werd omgebouwd tot een galerie met tweeduizend vierkante meter tentoonstellingsruimte voor expo’s en culturele events.
De Villa Carmignac werd omgebouwd tot een galerie met tweeduizend vierkante meter tentoonstellingsruimte voor expo’s en culturele events.
© Luc Boégly

Porquerolles is het meest westelijke eiland van de Îles d’Hyères. Eigenlijk is het een stukje bos in de Middellandse Zee, bereikbaar met een snelle veerboot vanaf de Franse zuidkust, net ten oosten van Marseille. Uitbundige bomen, dicht bij elkaar, bedekken een groot deel van het eiland van zeven bij drie kilometer. De villa staat op de lijst van beschermde monumenten, en maakt onwillekeurig indruk op zowel de driehonderd inwoners van het eiland als de zesduizend bezoekers die er tijdens de zomer iedere dag van de boot stappen.

Sommige toeristen herkennen Villa Carmignac van ‘Pierrot le Fou’, de film van Jean-Luc Godard uit 1965, die hier gedeeltelijk werd gedraaid. Volgende zomer toont de fonda­tion tachtig werken, met onder meer stukken van Peter Doig, Jean-Michel Basquiat en Auguste Rodin. De tentoonstelling krijgt de naam ‘The Inner Island’. Noem het een bewuste verwijzing naar de locatie, en het effect van naar kunst te kijken op een geïsoleerde plek.

Porquerolles is het meest westelijke eiland van de Îles d’Hyères, een stukje bos in de Middellandse Zee.
Porquerolles is het meest westelijke eiland van de Îles d’Hyères, een stukje bos in de Middellandse Zee.
© Hemis via AFP

Nieuwe modetrend

Wie, zoals de Carmignacs, een kunstcollectie heeft waarvan de waarde in de miljoenen wordt geschat, wil daarvan genieten op een plek die niet alleen veilig is, maar ook afgelegen. En niets dat beter die voorwaarden invult dan… een eiland. Op een eiland sijpelt het besef van tijd en plaats weg en komt er ruimte om na te denken. En bij de eigenaar ook ruimte voor trots.

Advertentie
Advertentie

Zo’n ‘kunsteiland’ speelde een hoofdrol als locatie in de succesfilm ‘Glass Onion’ uit 2022. Maar ook in het echte leven trekken almaar meer ‘one-percenters’ naar een stuk grond, omgeven door water. De nieuwe modetrend om eilanden in te palmen voor kunst ging kiemen in 2017, toen het gigantische Louvre Abu Dhabi de deuren opende. Een museum dat zowel qua ambitie als qua omvang meteen toonaangevend was. De laaghangende koepelstructuur in traliewerk werd ontworpen door de Franse architect Jean Nouvel, op het 27 vierkante kilometer grote eiland Saadiyat, een halve kilometer ver van de kust in de Perzische Golf.

Naoshima, het Japanse eiland in de Seto-zee, heeft een cluster van kunstgaleries aangetrokken. Bezoekers kunnen er de meest uiteenlopende werken bewonderen.
Naoshima, het Japanse eiland in de Seto-zee, heeft een cluster van kunstgaleries aangetrokken. Bezoekers kunnen er de meest uiteenlopende werken bewonderen.
© Shutterstock

Intussen is er ook Naoshima, het Japanse eiland in de Seto-zee, dat een cluster van kunstgaleries heeft aangetrokken en waar bezoekers de meest uiteenlopende werken kunnen bewonderen, van de waterlelies van Claude Monet tot de pompoenen van Yayoi Kusama. Een van die galeries werd in 2021 trouwens weggespoeld door een tyfoon. Voor hij de villa op Porquerolles overnam, bezocht Charles die parel. ‘Mijn vader zegt dat de boottocht je geest reinigt’, vertelt hij. ‘Ik kon dat ervaren toen ik naar Naoshima voer.’

Op de Balearen opende in 2021 Hauser & Wirth Menorca, een gigantische galerie op het Illa del Rei, een eiland dicht bij de haven van Mahón.

En Patrizia Sandretto Re Rebaudengo, een van de meest prominente Italiaanse kunstverzamelaars, opent volgend jaar een cultureel centrum op het afgelegen Venetiaanse eiland San Giacomo. De focus zal er liggen op thema’s zoals het milieu. Zoals ze het zelf verwoordt: ‘Het wordt een laboratorium voor ecologische reflectie.’

Op de Balearen opende Hauser & Wirth Menorca, een gigantische galerie op het Illa del Rei, een eiland dicht bij de haven van Mahón.
Op de Balearen opende Hauser & Wirth Menorca, een gigantische galerie op het Illa del Rei, een eiland dicht bij de haven van Mahón.
© Be Creative, Menorca

Plotse stormen en onweer

Sommige verzamelaars, zoals de Russische miljardair Dmitry Rybolovlev, houden hun insulaire kunstervaring liever privé. Zijn dochter Ekaterina kocht tien jaar geleden via een familietrust de erfpacht van Skorpios, een eiland in de Ionische Zee waar Jacqueline Kennedy Onassis ooit woonde. De Rus – hij werd fenomenaal rijk met kunstmest en is vandaag onder meer hoofdaandeelhouder van de voetbalclubs Cercle Brugge en AS Monaco – zou volgens geruchten een kunstgalerie willen bouwen op Skorpios.

Voorlopig wijst niets erop dat de galerie na voltooiing toegankelijk zal zijn voor het publiek. Op een bepaald moment zaten in zijn uitbundige collectie werken van Mark Rothko, Henri Matisse en Auguste Rodin. Ooit bezat hij ‘Nu Couché au Coussin Bleu’ van Modigliani. Hoe dan ook wordt het Skorpios-resort een zeldzame, zeer exclusieve en peperdure aangelegenheid, als het ooit de deuren opent voor bezoekers. De galerie op Skorpios wordt trouwens gebouwd door het hippe Noorse architectenbureau Snøhetta, bekend van Oslo’s futuristische operagebouw dat in 2008 in de haven werd geopend, een locatie die naadloos in een ‘Bond’-film zou passen.

‘Villa Carmignac heeft een ander soort bezoekers naar het eiland gebracht. Vroeger kwamen de mensen hier op het strand liggen. Nu is Porquerolles een culturele plek.’
Charles Carmignac

Rybolovlev – sinds de oorlog in Oekraïne staat de Rus op een Oekraïense sanctielijst, maar niet op een westerse – heeft een heel andere stijl en visie, maar zou best ook wel geconfronteerd kunnen worden met de praktische problemen waarop de Carmignacs stootten. Zoals de klimaatverandering en het almaar onvoorspelbaarder weer dat daaruit voortvloeit. Charles Carmignac heeft het over plotse stormen en onweer, daar in het zuiden van Frankrijk, die tot vertraging leidden bij de levering van kwetsbare kunstwerken.

Komt daarbij dat de natuur op het eiland beschermd is, waardoor er geen vrachtwagens mogen rondrijden. ‘Bovendien zitten we heel dicht bij de zee, waardoor de kunstwerken worden blootgesteld aan zoute lucht – dat kun je zelfs proeven in de wijn die we schenken. Zodat sommige werken speciaal beschermd moeten worden.’

Caraïben en Bahama’s

Volgens Edward de Mallet Morgan, hoofd van de internationale verkoop bij vastgoedmakelaar Knight Frank, willen particulieren op een eiland wonen omdat ze dan het gevoel krijgen dat ze het allemaal beter beheersen en er ook veiliger zijn. De Mallet Morgan, die onlangs Horse Island voor de westkust van Ierland verkocht voor 6,6 miljoen euro, zegt dat de vraag vooral bijzonder groot is in het Caribisch gebied en op de Bahama’s. Hij beklemtoont dat een eiland als eigendom ook aantrekkelijker wordt in tijden van pandemie, groeiende sociaal-politieke spanning en economische onzekerheid. ‘Het is er veilig. En als je de enige eigenaar bent, kun je er ook het huis en de omgeving van je dromen bouwen.’

‘Op een kunsteiland is het ongewoon veilig. En als je de enige eigenaar bent, kun je er ook het huis van je dromen bouwen.’
Edward de Mallet Morgan
Hoofd internationale verkoop bij Knight Frank

Tijdens de pandemie ontplofte de markt voor privé-eilanden, weet de Mallet Morgan. Blijkbaar boden potentiële kopers tegen elkaar op voor eilanden die al waren uitgerust met landingsbanen voor privéjets en een haven voor een jacht. En ja, op een eiland zijn onbetaalbare kunstwerken al wat beter beschermd tegen dieven.

Maar los daarvan zijn er natuurlijk ook heel wat praktische overwegingen waarmee kandidaat-kopers rekening moeten houden als ze op een afgelegen plek van hun kunstcollectie willen genieten. ‘Je moet heel goed nadenken over het klimaat, de locatie en de veiligheid’, zegt de Mallet Morgan. ‘Als er bijvoorbeeld al een pand op dat eiland staat, zijn alle kamers dan wel uitgerust met een goede klimaatregeling? Hoe zit het met het risico van stroomuitval? Bovendien moet je er rekening mee houden dat schilderijen niet mogen worden aangetast door weer of atmosfeer.’

Gespecialiseerd schip

In sommige gevallen blijkt een eiland inderdaad te gecompliceerd om er een kunstcollectie onder te brengen. De Mallet Morgan kent gevallen van verzamelaars die gespecialiseerde bedrijven inschakelden om replica’s van hun kostbare werken te maken. ‘Je kunt het origineel dan op een veilige plaats opbergen en op je eiland genieten van iets wat erop lijkt… Een oplossing als een andere, inderdaad.’

Je zou daar ook uit kunnen afleiden dat kunstgaleries op een eiland geschikter zijn voor organisaties die gespecialiseerd zijn in het conserveren van kunstwerken, zoals stichtingen en galeries. Hauser & Wirth op Menorca is daarvan een goed voorbeeld. Volgens directeur Mar Rescalvo van de galerie is er weinig verschil, of dure werken nu op het kleine Illa del Rei worden bewaard – géén privé-eiland by the way – dan wel in andere gebouwen van de organisatie. ‘Het eiland bevindt zich immers op amper een kwartier varen van de haven van Mahón’, zegt ze.

Bovendien huurde haar galerie een gespecialiseerd schip met perfect vlak platform om kostbare stukken te transporteren. Veeleer dan over stormen die de curator hoofdbrekens bezorgen, praat Rescalvo dan ook over de ‘magische vibe’ van het Spaanse eilandje, hoe verleidelijk ongerept het er is, maar ook over die gerestaureerde bogen van het oude hospitaal en de vele overblijfselen van een basiliek uit de zesde eeuw. Perfect om op een oppervlakte van anderhalve vierkante kilometer werken te tonen van onder meer Louise Bourgeois, Joan Miró of Franz West. ‘Onze uitdaging is het perfecte werk te vinden om rond de bestaande architectuur te plaatsen’, zegt Rescalvo. ‘Om het evenwicht te vinden tussen geschiedenis en hedendaags werk. Want soms zijn erfgoed en ambitie geen goede combinatie.’

Net als Charles Carmignac spreekt Rescalvo vol verrukking over ‘die bootreis naar het eiland die je de tijd geeft om even los te koppelen en anders na te denken’. Het project nam wel vele jaren in beslag, en voorlopig heeft Hauser & Wirth geen plannen om nog meer vestigingen op eilanden te openen.

Hauser & Wirth moest een gespecialiseerd schip huren met een perfect vlak platform om zijn kostbaarste kunstwerken naar het eiland te transporteren.
Hauser & Wirth moest een gespecialiseerd schip huren met een perfect vlak platform om zijn kostbaarste kunstwerken naar het eiland te transporteren.
© Daniel Schäfer

Franciscanenklooster

Aan de Dalmatische kust, op een boogscheut van Dubrovnik, vinden we een ander filantropisch kunst- en renovatieproject op een eiland. Eigenlijk kan het pand beter worden omschreven als een exclusief luxelandgoed dat wordt verhuurd, eerder dan een openbare galerie. Maar het staat wel tjokvol onbetaalbare kunstwerken.

Lopud 1483, zoals de plek heet, is een voormalig versterkt franciscanenklooster uit de renaissance, gelegen op het meest noordelijke punt van het autovrije eiland Lopud. Tweehonderd jaar lang was het gebouw compleet verlaten, tot het in 2006 werd gered. De constructie was in zo’n belabberde toestand dat de vesting bijna volledig moest worden herbouwd. Francesca Thyssen-Bornemisza, een 64-jarige kunstverzamelaarster en telg van een Zwitserse familie van industriëlen, studeerde in de jaren 80 aan de St Martin’s School of Art in Londen. Ze is de drijvende kracht achter het project, en creatief directeur. Het is ongebruikelijk bij dat soort initiatieven, maar het gebouw is nog altijd eigendom van de franciscanen. Wel kreeg Thyssen-Bornemisza de toestemming om toezicht te houden op de renovatiewerken, en daarna de deuren te openen voor kunstliefhebbers. ‘Er was geen dak meer en de bovenste verdiepingen waren helemaal weggerot’, herinnert ze zich.

Aan de Dalmatische kust, bij Dubrovnik, is er een filantropisch kunst- en renovatieproject op het eiland Lopud.
Aan de Dalmatische kust, bij Dubrovnik, is er een filantropisch kunst- en renovatieproject op het eiland Lopud.
© Courtesy of Thyssen-Bornemisza Art Contemporary Foundation

De kloostercellen ruimden plaats voor vijf luxueuze suites en veertig werken uit de familiecollectie van Thyssen-Bornemisza: van middeleeuwse schatten tot hedendaagse stukken. Thyssen-Bornemisza bracht er ook werken onder van TBA21, de hedendaagse-kunstcollectie die ze in 2002 in Madrid opende. Bezoekers kunnen er genieten van tapijten, meubels en schilderijen, zoals een somber portret uit 1527 van de 22-jarige Anna Dürer, de vrouw van de Duitse kunstenaar Hieronymus Flaischer. Maar ook hedendaagse portretfoto’s van de Duitser Thomas Struth en de Nederlandse Rineke Dijkstra, die Thyssen-Bornemisza heeft opgehangen tussen de oude meesters. Volgens Thyssen-Bornemisza kan het klooster in zijn nieuwe versie als luxueus privéverblijf zijn ‘rol als heiligdom voor contemplatie en cultuur voortzetten’. Zelfs in zijn vervallen staat had het klooster volgens haar nog altijd ‘een ongeëvenaarde spirituele weerklank’.

De renovatie nam net geen twintig jaar in beslag. Een van haar eerste bezoeken aan de ruïne deed Francesca Thyssen-Bornemisza samen met Frank Gehry, winnaar van de Pritzker Prize en architect van het Guggenheim-museum in Bilbao. ‘Hij keek me aan en zei: ‘Dit is een gebouw waarvoor je echt de tijd moet nemen’. Hij legde uit dat je niet alleen van een gebouw moet houden, maar dat je het ook moet kennen. En dat er altijd tijd nodig is om een bouwwerk echt te begrijpen, vooral als je het doel ervan wil wijzigen, in dit geval van klooster tot luxueus landgoed.’

Kunstverzamelaar Francesca Thyssen-Bornemisza is de drijvende kracht achter het project op Lopud.
Kunstverzamelaar Francesca Thyssen-Bornemisza is de drijvende kracht achter het project op Lopud.
© Courtesy of Thyssen-Bornemisza Art Contemporary Foundation

Te veel succes

Er zijn natuurlijk makkelijkere manieren om kunst op een eiland tentoon te stellen. In plaats van oude gebouwen te renoveren, kun je bijvoorbeeld ook opteren voor mobiele installaties en tijdelijke expo’s – sneller en goedkoper. Een formule die perfect werkt voor Helsinki, dat dit jaar een tweede biënnale organiseert op het voormalige militaire trainingseiland Vallisaari, een ongerept eiland met een kwetsbaar en beschermd ecosysteem op zowat twintig minuten varen van de oude markthal in de stad.

Het initiatief oogstte eigenlijk te veel succes. Het eerste jaar lokte het eiland bijna 150.000 bezoekers, die gratis werken konden bewonderen van veertig internationale kunstenaars. Veel meer dan de stad had verwacht. ‘Covid was de wereld nog niet uit, dus kwamen de mensen vooral uit Helsinki en Finland’, zegt Jonna Hurskainen, die het project in goede banen moet leiden. ‘Maar dit jaar verwachten we veel meer internationale bezoekers.’

Die zullen deze keer werken kunnen bewonderen van kunstenaars als Keiken, het Londens-Berlijnse digitalemediacollectief, of de Zuid-Afrikaanse Dineo Seshee Bopape. Een aantal werken wordt deze keer trouwens tentoongesteld in het grootste museum van de stad en op andere openbare plaatsen op het vasteland, om de impact op de fauna van het eiland te beperken.

Het filantropisch kunst- en renovatieproject op het eiland Lopud.
Het filantropisch kunst- en renovatieproject op het eiland Lopud.
© Courtesy of Thyssen-Bornemisza Art Contemporary Foundation

Bange mensen

Behalve de fauna en flora hebben eilanden vaak ook een lokale bevolking. Hoe reageren die als een filantroop er met grote ambitie neerstrijkt om de plaatselijke ruïne om te toveren tot een toeristische megagalerie, waarna boten er de ene lading bezoekers na de andere komen lossen? Lopud, Vallisaari en Illa del Rei hadden dat probleem niet, want waren onbewoond. Maar Porquerolles was en is nog altijd een eiland waar mensen wonen en werken.

Charles Carmignac ontkent niet dat de relatie tussen de fondation en de bewoners van Porquerolles in het begin moeilijk was. ‘De mensen waren bang. Je voelde wantrouwen en angst.’ En dat is niet abnormaal. ‘Die mensen houden van hun eiland’, aldus Carmignac. ‘Vooral in de herfst en winter is dit een bijzondere plek. Als er dan zo’n groot project komt, kan dat tot ongenoegen leiden.’

Villa Carmignac op het eiland Porquerolles.
Villa Carmignac op het eiland Porquerolles.
© Hemis via AFP

Om de eilandbewoners voor zich te winnen, zette de stichting een kiosk op het dorpsplein, waar de mensen uitleg konden krijgen over wat er precies zou gebeuren: geen intimiderend gebouw, maar een huis van een verzamelaar die er mensen verwelkomt. Met gratis toegang voor alle eilandbewoners. Bovendien beperkt Villa Carmignac het aantal bezoekers tot vijftig per half uur, opnieuw om de bezorgdheid van de locals weg te nemen. ‘Helemaal alleen voor een kunstwerk, dat is trouwens hoe we bezoekers het liefst zien genieten van wat we tentoonstellen’, zegt Carmignac.

De argwaan van de lokale bevolking verdween dan ook, langzaam, maar daarom niet minder zeker. ‘Ook omdat de mensen er de commerciële en financiële voordelen van inzagen. Villa Carmignac heeft een ander soort bezoekers naar het eiland gebracht. Vroeger kwamen de mensen hier op het strand liggen. Nu is Porquerolles een cultureel eiland.’

Villa Carmignac op het eiland Porquerolles.
Villa Carmignac op het eiland Porquerolles.
© dr

Reusachtige pijlstaartrog

Toch slagen niet alle plannen voor een prestigieuze galerie op een eiland. Voor de eilandstad Pingtan, in het zuidoosten van China, stelde MAD Architects in 2013 een vreemde, uitgestrekte kunstgalerie voor in de vorm van een reusachtige pijlstaartrog. Het zou met meer dan veertigduizend vierkante meter het grootste particuliere museum in Azië worden. Maar de plannen kregen nooit concreet vorm.

Collectioneurs die het plan koesteren om hun verzameling op een eiland onder te brengen, gaan dan ook beter uit van het worstcasescenario: het wordt een gecompliceerde oefening met veel ruïnes, onverwachte gebeurtenissen en vertragingen, en ook tegenkanting uit tal van hoeken. ‘Buitenstaanders zeiden dat mijn vader gek was’, zegt Charles Carmignac. ‘Dat het hem nooit zou lukken, want de regels voor beschermde locaties waren veel te streng. Je mag immers geen tak, boom of morzel grond aanraken zonder officiële toestemming. Maar toen we de deuren openden, zeiden de mensen plots dat we het veel te gemakkelijk hadden gehad. Want zie: dat wondermooie eiland zit nu vol toeristen.’

Advertentie