Pierre Yovanovitch (55) is geen onbekende in ons land. De Franse topinterieurarchitect transformeerde eerder al La Patinoire Royale in Brussel tot ‘s lands grootste kunstgalerie.
Pierre Yovanovitch (55) is geen onbekende in ons land. De Franse topinterieurarchitect transformeerde eerder al La Patinoire Royale in Brussel tot ‘s lands grootste kunstgalerie.
© Vincent Desailly

Zetelen met Pierre Yovanovitch: eindelijk een meubelcollectie

Pierre Yovanovitch had er twintig jaar én een coronacrisis voor nodig om zijn eigen meubelcollectie te lanceren. Na de haute couture, plaats aan de prêt-à-porter.

Interieurarchitecten die hun eigen meubelcollectie lanceren, daarvan zijn er intussen zo veel dat je je afvraagt: zit daar nog iemand op te wachten? Maar als een topper als Pierre Yovanovitch (55) óók op die trein springt, dan kijken we toch even op. Vooral omdat we benieuwd zijn naar wat de Fransman nog aan het gamma (én aan zijn CV) kan toevoegen. Behalve privéwoningen, kastelen en chalets tekende Yovanovitch onder meer het luxehotel Marignan en het hoofdkwartier van de luxegroep Kering in Parijs.

Voor zijn 45 stukken tellende PYMO-meubelcollectie werkt Pierre Yovanovitch samen met dezelfde Franse en Zwitserse artisans die hij ook inhuurt voor zijn interieurprojecten.
Voor zijn 45 stukken tellende PYMO-meubelcollectie werkt Pierre Yovanovitch samen met dezelfde Franse en Zwitserse artisans die hij ook inhuurt voor zijn interieurprojecten.
© Giulio Ghirardi
Advertentie
Advertentie

In Brussel realiseerde hij intussen twee privéwoningen én de galerie La Patinoire Royale. Wat we willen zeggen: voor iemand die op dat niveau aan unieke totaalinterieurs werkt, lijkt een eigen meubelcollectie een trapje naar beneden. Want voor zijn klanten tekent hij sowieso al ‘pièce unique’-meubilair. Bovendien presenteerde hij bij de New Yorkse galerie R & Company in 2017 en 2019 al ‘Oops’ en ‘Love’: twee meubelcollecties in limited edition.

‘Een beetje humor moet kunnen, toch? We hebben allemaal een lastig jaar gehad.’
Pierre Yovanovitch
Topinterieurarchitect

Dus, what’s new? Wat heeft PYMO – Pierre Yovanovitch Mobilier – precies te betekenen? ‘Een zijprojectje is het alleszins niet’, garandeert de Franse interieurarchitect ons meteen. Dat kan kloppen: in zijn kantoren in New York en Parijs werken al 45 mensen, maar voor PYMO stelde hij een aparte CEO aan: Cédric Morisset, vroeger aan de slag bij het veilinghuis Piasa, de designgalerie Carpenters Workshop en het interieurblad AD France. Om de sérieux nog meer te onderstrepen, komt er een permanente showroom van 300 m² in het Parijse kantoor. ‘Zodra covid het toelaat, trekken we er ook mee naar New York. We denken ook aan een showroom in een wereldstad zoals Londen’, zegt Yovanovitch.

Als de meubelcollectie geen zijproject is, mogen we het dan een covidproject noemen?

Pierre Yovanovitch: ‘Ons werk is nooit gestopt door corona, de werven hebben hoogstens een beetje vertraging opgelopen. Maar doordat ik veel minder reisde, was ik vaker op kantoor. Dus had ik meer tijd om me te concentreren op die meubellijn, iets waar ik al lang mee bezig was.
We hebben hard gewerkt aan een coherente collectie van 45 stukken, die we in Parijs presenteren als een modelijn.’ 

Advertentie
Advertentie

Is PYMO dan de ‘prêt-à-porter’ van Pierre Yovanovitch?

‘De ‘pièce unique’-meubels die ik teken voor interieurs zijn inderdaad mijn haute couture, aangepast aan de locatie en de klant. PYMO is iets helemaal anders. Na twintig jaar ken ik intussen de types meubilair die een interieur nodig heeft. Ik kan ze bedenken zonder een concrete context eromheen. Ik ben zoals een schoenontwerper, die niet weet aan wiens voeten zijn creaties komen.’

Voorlopig zijn de meubels in ongelimiteerde oplage verkrijgbaar, later zal Yovanovitch misschien ook gelimiteerde samenwerkingen opzetten met kunstenaars.
Voorlopig zijn de meubels in ongelimiteerde oplage verkrijgbaar, later zal Yovanovitch misschien ook gelimiteerde samenwerkingen opzetten met kunstenaars.
© Giulio Ghirardi
© Giulio Ghirardi

Gaat dat jou goed af? Je bent totale controle gewoon.

‘Door de sociale media zie ik mijn meubels hier en daar opduiken. Het flatteert en amuseert me om ze te zien in omgevingen die ik niet zelf heb bedacht. Het voelt goed om dat los te laten.’ 

Beschouw je de meubellijn als een modecollectie die per seizoen wisselt? Of eerder als een vastomlijnde familie?

‘Zoals in een echte familie zullen er jaarlijks stukken bijkomen. En andere zullen uit de collectie verdwijnen.’

Als je collectie een familie is, wie zijn dan Daniel, Hopper en Lexie: de namen die je gaf aan een canapé, stoel en een hanglamp?

‘Ik wilde de collectie wat humor en een menselijk karakter geven. Vandaar die fictieve namen. In het verleden heb ik al meubels vernoemd naar ‘Catherine’ (Catherine Deneuve), Gérard (Gérard Depardieu) en James & Marsha, personages uit de film ‘Mars Attacks!’. Een beetje humor moet kunnen. Zeker nu, na een covidjaar waarin we allemaal van onze vrijheid zijn beroofd. We zijn behandeld als kleine kinderen: de hele tijd werd ons gezegd wat we mochten en niet mochten. Persoonlijk heb ik het daar zeer moeilijk mee gehad. Ik heb zin om alle barrières weer open te gooien.’

© Giulio Ghirardi
© Giulio Ghirardi

Zul je jouw manier van leven en werken aanpassen na de covidcrisis?

‘Ik ben tijdens de pandemie blijven reizen in Europa, want we hebben enkele grote projecten in Zwitserland en de UK. Maar naar de VS ging ik niet. Ik moet zeggen: de vermoeidheid en de jetlag heb ik niet gemist. Dus ik denk wel dat we anders zullen werken en reizen. Wat ik vooral miste, is het menselijk contact. Materialen kunnen tonen en aanraken is essentieel in onze klantencontacten. Dat kun je niet overbrengen via een Zoom-scherm.’ 

Architect Arne Jacobsen werd pas wereldberoemd toen hij zijn meubilair begon te produceren. Is dat de verborgen agenda van PYMO?

‘Neen, het is niet mijn doel om een wereldberoemde designer te worden. Een eigen meubellijn is gewoon een nieuwe etappe in mijn loopbaan. Ik ben een ongeduldig en ambitieus man, ik voel niet de nood om me te beperken tot de niche van de interieurprojecten.’

Bevat de collectie ook remakes van haute-couturestukken?

‘Ik recycleer geen ontwerpen uit mijn maatwerkprojecten. Ik werk wel met dezelfde Franse en Zwitserse artisans, gespecialiseerd in hout, keramiek, smeedwerk en glas: allemaal materialen uit de natuur die heel ‘eenvoudig’ zijn. Het onverwachte van deze collectie zit vooral in de vormen en kleuren. Bovendien gebruik ik voor het eerst verguld brons.’

De PYMO-meubelen zijn gemaakt van hout, keramiek, smeedwerk en glas. ‘Allemaal materialen uit de natuur die heel eenvoudig zijn.’
De PYMO-meubelen zijn gemaakt van hout, keramiek, smeedwerk en glas. ‘Allemaal materialen uit de natuur die heel eenvoudig zijn.’
© Giulio Ghirardi
© Giulio Ghirardi

Hoe duurzaam en ecologisch zijn die materialen?

‘We gebruiken alleen lokale houtsoorten - zoals eik, notelaar, lariks - die duurzaam geoogst zijn in bossen met een ecocertificaat. En we werken altijd met massief hout, nooit met fineer. Tegelijk gebruik ik geen milieuonvriendelijke materialen zoals plastic, kunststof of corian. Maar duurzaamheid is voor mij ook: meubels ontwerpen die levenslang kunnen meegaan. Ik ontwerp niks om na een seizoen weer te veranderen.’

Nochtans kom je uit zo’n vluchtige sector: je begon je carrière als mannenmodeontwerper bij wijlen Pierre Cardin.

‘Toen ik eind jaren 1990 vier jaar voor hem mocht werken, besefte ik al snel hoeveel geluk ik had met zo’n visionaire persoonlijkheid naast mij. Hij had toen ook een eigen designlijn, maar daarvoor heb ik nooit ontworpen. In mijn kantoor stond toen wel een van zijn ‘Satellite’-lampen in plexiglas. Fascinerend hoe zijn objecten hun tijd hebben gemarkeerd, gedemodeerd raakten en nu een comeback maken.’ 

‘Palais Bulles’, Cardins spacy privéwoning aan de Côte d’Azur, staat al jaren te koop. Is dat huis niets voor jou?

‘Het moet niet gemakkelijk zijn om in dat meesterwerk van Antti Lovag te leven. Al die ronde vormen maken me te onrustig, ik hou meer van juiste en heldere volumes. Je ziet het aan mijn Château de Fabrègues in de Provence: ik verkies simpliciteit en sereniteit. Dus daar wonen, liever niet. Maar een feestje bouwen, dat wel.’

Advertentie