Van Ferrari-rood tot Tiffany-blauw: de kleuren van de luxe

Vergeet logomania! Deze luxehuizen herken je gewoon aan hun iconische kleur. De luxe regenboog van Ferrari, Hermès, Veuve Clicquot, Ladurée en Tiffany & Co.

1. Ferrari-rood

Ferrari-rood.
Ferrari-rood.
©rv
Advertentie

In de begindagen van de autosport, rond 1900, was van sponsoring nog geen sprake. Wagens die meereden in een internationale race kregen de nationale kleur. Elk land had zijn eigen gestandaardiseerde kleur: Bugatti’s scheurden over het parcours in ‘bleu de France’, Bentleys in ‘British racing green’ en Alfa Romeo’s en Ferrari’s in ‘rosso corsa’. Belgische coureurs raceten in het geel en Duitsers eerst in witte en later in zilvergrijze wagens.

Advertentie

Dat veranderde allemaal in de lente van 1968, toen er in de formule 1 sponsors kwamen die de kleur van de bolides gingen bepalen. Zo ging Lotus, al jaren in ‘racing green’, na de intrede van het sigarettenmerk John Player Gold Leaf opeens in rood-en-goudkleurige auto’s rondrijden.

Al waren er ook sponsordeals die de traditionele racekleuren eerbiedigden: Ferrari’s eerste sponsor, Shell, hield vast aan de originele kleur en zette gewoon zijn logo erop. Pas toen jaren later Marlboro begon te sponsoren, werd het rood iets anders dan ‘rosso corsa’, Italiaans voor racend rood.

De nationale kleuren zijn al bijna vijftig jaar afgeschaft, maar blijven voortleven in de hoofden van petrolheads. Racing green is nog altijd de herkenbare Jaguar-kleur en ook Aston Martin haalt het vaak boven in de spuitcabine. En Ferrari wist van rosso corsa zijn handelsmerk te maken, meer nog dan het steigerend paard.

Wie nu een Ferrari koopt, kan kiezen uit een gamma van roodtinten. Behalve het originele rosso corsa en het Marlboro-rood is er ook het ‘rosso scuderia’: een helderdere tint die werd geïntroduceerd omdat hij mooier is op een beeldscherm. En dan heb je nog de metallic versie ‘nuovo rosso scuderia’.

2. Hermès-oranje

Hermès-oranje.
Hermès-oranje.
©rv
Advertentie
Advertentie

Geloof het of niet, op eBay kun je lege Hermès-dozen kopen. De oranjekleurige kartonnen verpakkingen zijn zo iconisch dat ze een verzamelobject op zich zijn geworden.

Dat hadden ze zich 80 jaar geleden niet kunnen voorstellen. Toen waren alle verpakkingen in beige - je leest het goed - imitatieleer met een bruin lint. Nog eerder waren ze in crèmekleurig imitatieleer met een gouden randje. De keuze van Emile-Maurice Hermès, de kleinzoon van oprichter Thierry Hermès, die van de zadelmaker een luxemerk maakte.

Toen Parijs tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s werd bezet, werd er stevig gerantsoeneerd. In de etalage van de Hermès-winkel op de rue du Faubourg-Saint-Honoré hing geregeld een bordje: ‘rien à vendre’. Het atelier kon amper spullen produceren, laat staan verpakkingen. Imitatieleer was onvindbaar, dus ging het bedrijf voor kartonnen dozen. De cartonneur had alleen oranje papier voorradig. Puur toeval dus.

Ook na de oorlogsschaarste bleef Hermès trouw aan de oranje verpakkingen. In de jaren 60 besloot de nieuwe generatie - Bertrand Puech, Jean-Louis Dumas en Patrick Guerrand - die kleurkeuze ook te officialiseren: oranje werd voorgoed de formele Hermès-kleur. Zelfs toen oranje in de jaren 90 démodé werd, gaf Hermès niet op. Het hield vast aan zijn tijdloze filosofie.

Vandaag zijn er maar liefst 188 verschillende verpakkingsvormen en -formaten: miniversies voor de kleine Twilly-sjaals tot XL-exemplaren voor de bekende Birkin-handtas. Noem het vitamine C voor fashionista’s.

3. Veuve Clicquot-geel

Veuve Clicquot-geel.
Veuve Clicquot-geel.
©rv

Volgens sommigen is het geel. Anderen noemen het oranje. Maar íedereen herkent het iconische Veuve-etiket. Ooit diende het om de brut-champagne aan te duiden. In 1876 lanceerde het huis een champagne bedoeld voor de Engelstalige markt. Omdat de Engelsen graag champagne bij het eten dronken, had deze cuvée een lage ‘dosage’ van zoete likeur en werd ‘droog’ of ‘brut’ genoemd.

Om de flessen te onderscheiden van de zoetere wijnen, die een wit label hadden, plakten ze er een geel etiket op. Veuve Clicquot Yellow Label Dry was zo’n succes in Groot-Brittannië, het Britse Gemenebest en Amerika dat deze droge variant ook in andere landen werd gelanceerd.

Op 12 februari 1877 registreerde Édouard Werlé, Madame Clicquots opvolger, het handelsmerk van het gele etiket. Geen enkele andere producent van alcoholische drank mag vandaag nog dezelfde kleur gebruiken. Wie dat probeert, kan rekenen op een rechtszaak. Veuve Clicquot won onder meer al tegen de Spaanse cava Don Jaime en de Belgische bierbrouwer Malheur.

Toen Philippe Clicquot het huis in 1772 oprichtte, bestonden er nog geen etiketten. Om de flessen toch herkenbaar te maken, stempelde zijn zoon François (Madame Clicquots jonggestorven man) sinds 1798 ankers op de kurken, het christelijke symbool voor hoop. Had het aan Veuve Clicquot zelf gelegen, dan was het daarbij gebleven. Etiketten vond ze kwakzalverij. Maar omdat ze per se de Amerikaanse markt wilde veroveren, ging ze toch overstag.

Anders dan andere etiketten uit die tijd - die vol stonden met tekst en tekeningen - hield ze het sober, met alleen de naam ‘Veuve Clicquot Ponsardin’ erop. Én het anker.

4. Ladurée-groen

Ladurée-groen.
Ladurée-groen.
©rv

In de rij snoepkleurtjes die bij je opkomen als je denkt aan patisserie, zit waarschijnlijk geen groen. Logisch, want afgezien van pistache, limoen, granny smith en kiwi is er weinig groens te bespeuren in een patisseriekeuken. Toch is dat de signaturekleur van de Parijse makaronkoning Ladurée.

Hoe dat komt? Dat was de kleur van de muren van hun allereerste locatie. Die opende in 1862 op rue Royale 16 en bestaat nog altijd. Omdat de naam in gotische letters op de gevel prijkte, vonden ze kakigroen er aanvankelijk wel bij passen. Het groen dat de patissier nu gebruikt, is zachter en wateriger. Dat is dankzij kunstenaar Jules Chéret. Hij mocht het interieur opnieuw inrichten nadat het pand in 1871 was afgebrand bij politieke rellen. Chéret gebruikte het intussen iconische celadongroen.

Toen lagen er trouwens nog geen makarons in de toonbank. Die werden pas uitgevonden halverwege de 20ste eeuw, toen een neef van oprichter Louis Ernest Ladurée met ganachevulling twee luchtige amandelkoekjes op elkaar plakte.

5. Tiffany-blauw

Tiffany-blauw.
Tiffany-blauw.
©rv

Audrey Hepburn die met koffie en croissant in de hand uit de taxi stapt op Fifth Avenue in New York en naar de vitrine van Tiffany’s kijkt. In de openingsscène van ‘Breakfast at Tiffany’s’ speelt een turquoiseachtig blauw een belangrijke bijrol. De kleur houdt die rol in de rest van de film. La Hepburn draagt zelfs zo’n blauw slaapmasker.

Dat dit blauw symbolisch werd voor het Amerikaanse juwelenhuis is te danken aan de oprichters Charles Tiffany en John Young. Voor hun eerste brochure gebruikten ze de kleur voor de cover, omdat de turkooissteen toen enorm in de mode was. Ze noemden de catalogus zelfs ‘Tiffany’s Blue Book’.

Sindsdien gebruikt Tiffany - voluit Tiffany & Co. - de kleur voor al zijn verpakkingen. Sinds 1998 is het blauw dat lijkt op dat van vergeet-me-nietjes zelfs een geregistreerd handelsmerk. Het kleurensysteem Pantone doopte Tiffany-blauw ‘1837’, naar het jaar van de oprichting. Omdat de verlovingsringen van Tiffany zo bekend zijn, is een huwelijksaanzoek in de VS zelfs synoniem geworden met ‘receiving the blue box’, verwijzend naar het iconische vierkante turquoise doosje met witte strik.

Advertentie